Maak kennis met onze nieuwe onderwijslocatie op Zuid

Het nieuwe scholencomplex verbindt de Kop van Zuid met Parkstad. Twee gebieden met heel verschillende karakters. Langs de Laan op Zuid liggen kantoren, appartementen, winkels, horeca en kleine ondernemers. Parkstad is meer op wonen gericht. De exacte plek van het nieuwe gebouw is op het Spoorweghavenplein, omringd door de Laan op Zuid, het Zuiderspoorpad, de Zuiderspoorstraat en Hillekopplein.

De opleidingen van het instituut Communicatie, Media en Informatietechnologie (CMI), het kenniscentrum Creating010 van Hogeschool Rotterdam (HR) en de havo- en vwo-leerlingen van SNZ van Stichting BOOR.

Stichting BOOR verzorgt in Rotterdam openbaar (speciaal) basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs. In totaal heeft BOOR ongeveer 75 scholen. Op de Laan op Zuid komt een nieuwe school – genaamd SNZ - voor havo en vwo met totaal ca. 800 leerlingen. Meer informatie over SNZ van Stichting BOOR is te vinden op www.snz.nl en www.boorbestuur.nl.

Hogeschool Rotterdam realiseert het deel van het gebouw waar HR gevestigd is in eigendom. De gemeente realiseert het deel voor de VO-school, waar uiteindelijk Stichting BOOR eigenaar van wordt.

Ja, aan de voorzijde grenst het gebouw aan tramhalte Lodewijk Pincoffsweg, waar verschillende tramlijnen langskomen. 

Ook metrostation Wilhelminaplein (ingang Veemstraat) en metrostation Rijnhaven liggen beide op ca. 4 minuten lopen (bereikbaar met metrolijn D en E). Het dichtstbijzijnde treinstation is Rotterdam Zuid.

Daarnaast is er een goede aansluiting met verschillende P&R locaties aan de rand van de stad, waar je gratis je auto kunt parkeren

Op basis van het Programma van Eisen (PvE) bevat het conceptontwerp 15 parkeerplaatsen voor de medewerkers van Hogeschool Rotterdam en 15 parkeerplaatsen voor de medewerkers van Stichting BOOR. Daarnaast bevat het conceptontwerp 80 fietsplekken voor studenten, 20 plekken voor scooters 
en 150 fietsplekken voor medewerkers (waarvan een deel voor leenfietsen, bakfietsen en oplaadpunten). 

Voor de vo-school worden ca. 500 fietsplekken gerealiseerd. 

Rotterdam is een stad die continu in ontwikkeling is en waar steeds nieuwe initiatieven worden ontplooid die bijdragen aan de toekomst. De stad brengt vele kansen voort die weer antwoord kunnen geven op de uitdagingen waar de stad voor staat. Eén van die uitdagingen is de aantrekkingskracht van Rotterdam Zuid. Er is in dit stadsdeel momenteel onvoldoende aantrekkelijk voortgezet onderwijsaanbod voor jongeren en jongvolwassenen.

Onderwijslocatie Laan op Zuid stelt zich tot doel om het onderwijs 
op Rotterdam Zuid op de kaart te zetten en innovatief onderwijs te geven, zodat leerlingen volop hun talenten, op verschillende niveaus, kunnen ontplooien. De ontwikkeling van Onderwijslocatie Laan op Zuid is een uniek project: nooit eerder in Nederland vestigden een middelbare school en een hogeschool zich in hetzelfde gebouw.

Hogeschool Rotterdam en Stichting BOOR spreken zich uit om hier samen een excellente onderwijslocatie te ontwikkelen. Het nieuwe pand dient te voldoen aan de eisen van modern onderwijs op een plek in Rotterdam die volop in ontwikkeling is en de verbinding legt met haar omgeving.
De twee scholen hebben hierbij te maken met een verschillende context.

Stichting BOOR streeft ernaar om binnen én buiten de school een inspirerende omgeving te creëren waarin de leerling volop aan 
talentontwikkeling en (de keuzes voor) zijn loopbaan kan werken, in samenwerking met het bedrijfsleven, organisaties en (kennis)instellingen.

Hogeschool Rotterdam vestigt zich voor het eerst met één van de 
kernlocaties op Rotterdam Zuid en wil zich verbinden met de delen van de stad waar veel van haar studenten wonen en waar veel van de grootstedelijke vraagstukken waar het onderwijs zich op richt 
dagelijks aan de orde zijn. Daarbij brengt zij zowel kenniscentrum Creating 010 als Fablab en makerspace Stadslab en Datalab met zich mee naar de nieuwe locatie.

De ambitie is om Onderwijslocatie Laan op Zuid te ontwikkelen als een icoon van de stad. Hierbij moet het niet enkel gaan om de verschijningsvorm, maar vooral om gebruik. De mate waarin en waar deze twee onderwijsstromen samen kunnen komen, en belangrijker, waar dat juist niet kan, vormt een van de grootste aandachtspunten van de opgave.

In de afgelopen tijd vond er een Europese aanbesteding plaats om het juiste ontwerpteam (bestaande uit een architect en diverse adviseurs) voor het nieuwe gebouw te vinden. De aanbesteding is inmiddels afgerond. Het winnende ontwerpteam is bekend en staat onder leiding van architectenbureau cepezed.

Het eerste schetsontwerp sluit goed aan bij de bestaande bebouwing. In het gebouw valt aangenaam indirect daglicht binnen. Het gebouw is duurzaam door onder andere daktuinen, houten gevels, zonnepanelen en het omgaan met (regen)water. Maar vooral ook door een zorgvuldig ontwerp, dat een circulaire bouw mogelijk maakt, met gebruik van biomaterialen en materiaalbesparing. 

In de komende maanden worden de schetsen afgerond tot een volwaardig schetsontwerp. Dit zal mede d.m.v. gebruikersbijeenkomsten en themasessies met de medewerkers van CMI tot stand komen. Het schetsontwerp wordt later dit jaar ook aan omwonenden gepresenteerd tijdens een informatiebijeenkomst. Het definitieve ontwerp wordt uiteindelijk gebruikt bij de aanvraag van de omgevingsvergunning en zal in de tweede helft van 2023 gereed zijn.

De samenwerking met CMI biedt een hele mooie kans om het ontwerp verder te brengen op thema’s als smart building, gebouw dat interactie aangaat met omgeving, et cetera. Wil je graag aansluiten bij een toekomstige gebruiker- of themasessie of heb je suggesties? Laat dit dan weten aan Heleen Elferink 
of Mirjam den Boer. 

Er is gekozen voor een efficiënt ontwerp (vanuit bouwkostenperspectief) dat ook vanuit duurzaamheidsperspectief een hoge mate van toekomstbestendigheid en herbruikbaarheid kent. Dit heeft geresulteerd in het toepassen van zo duurzaam mogelijke standaard materialen en afmetingen. 
Door de verschillende uitkragingen en dubbelhoge pockets aan de gevel krijgt het gebouw toch een uitnodigend en aansprekend karakter.

Een belangrijk onderdeel in de beoordeling van de ingediende ontwerpen was dat het nieuwe pand echt de uitstraling van een onderwijsgebouw moet krijgen en moet passen bij het dna van CMI. In het pand zal zowel voor HR/CMI als voor BOOR/SNZ gezocht worden naar een eigen uitstraling en identiteit.

Het gebouw wordt maximaal 60 x 50 meter, dat zijn de contouren van de kavel. Daarnaast is er een set aan stedenbouwkundige randvoorwaarden waar het ontwerp aan moet voldoen om goed bij de bestaande omgeving aan te sluiten.

De exacte hoogte van het gebouw is nog niet bekend. In de stedenbouwkundige randvoorwaarden is een maximale hoogte van 40 meter meegegeven, dit is ook de maximale hoogte die in het bestemmingsplan is vastgesteld. Het gebouw bestaat uit 9 lagen. In het schetsontwerp is de verdeling tussen de gebruikers al ingetekend.

CMI zit op de onderste vijf verdiepingen van het pand. Doordat de twee onderwijsinstellingen boven elkaar zijn gepositioneerd, hebben de gebruikers straks de beschikking over grote vloervelden waardoor ontmoeting en kruisbestuiving tussen opleidingen kan plaatsvinden. 

Voor HR is vervangende huisvesting nodig voor CMI omdat de huurcontracten van onze locaties Wijnhaven 99 en 105 aflopen. Daarnaast past deze nieuwe locatie op Zuid helemaal bij de strategische positionering van HR om echt een Hogeschool van de stad te zijn en dus ook stevig vertegenwoordigd te zijn aan de zuidzijde van de Maas.

Door een nieuw gebouw te realiseren ontstaat ook de kans om een onderwijsgebouw voor de toekomst te creëren, waarbij specifiek voor CMI een plek ontstaat voor kruisbestuiving en ontmoeting en een goede verbinding met de omgeving gemaakt kan worden. Ambities waar op de huidige locatie aan de Wijnhaven door de bestaande gebouwen lastiger invulling aan kan worden gegeven.

Voor BOOR en de gemeente is het belangrijk dat dit nieuwe schoolgebouw er komt. Er komen veel nieuwe leerlingen en studenten in deze buurt. In de omgeving worden komende jaren namelijk duizenden nieuwe woningen gebouwd.

De gemeente en de schoolbesturen willen graag voldoende middelbare scholen op Zuid. Zij werken daarom al vanaf 2018 samen via de overeenkomst VO op Zuid. De doelen van de overeenkomst zijn:

• Meer plek voor leerlingen
• Betere gebouwen
• Scholen beter gespreid door de wijk
• Makkelijker kunnen overstappen naar een ander onderwijsniveau
• Een nieuwe havo- en vwo-afdeling op de Kop van Zuid is een van de afspraken. Met dit plan komt daar nu ruimte voor.
• De gemeente Rotterdam en de onderwijspartners willen meer hoger onderwijs op Zuid.

Het nieuwe gebouw maakt onderdeel uit van het Rijnhavenplan. Met de gebiedsontwikkeling Rijnhaven streeft de gemeente naar een inclusieve stadsuitbreiding, met toevoeging van zowel woningen als binnenstedelijke groen. Het geheel vormt het sluitstuk van de Kop van Zuid, welke onderdeel uitmaakt van de ontwikkeling van het gebied Parkstad. 
Omwonenden worden betrokken bij de inrichting van de buitenruimte rondom het nieuwe gebouw. Hiervoor wordt een zogenoemd ‘inrichtingsplan’ gemaakt. Denk aan de aanleg van straten, het groen, de verlichting en bereikbaarheid, waaronder het parkeren van auto’s en fietsen. Ook hebben er vorig 
jaar al diverse studentenprojecten (van onder andere de IGO-minor ‘Maak omgevingen werkend’) plaatsgevonden over de inrichting van het omliggende gebied.

In de voorgaande ontwikkelplannen daterend uit 1992 was al bekend dat er op deze locatie een gebouw kwam. Voor stichting BOOR was deze locatie al sinds 2015 bekend. Begin 2021 werd het definitieve besluit genomen dat stichting BOOR en Hogeschool Rotterdam samen zouden gaan op deze locatie.

Dit is een realistische planning, maar we kunnen ons geen grote tussentijdse vertragingen veroorloven. Bij dit soort grote bouwprojecten bestaat er altijd een risico op vertraging door bijvoorbeeld vertraging bij de verlening van de omgevingsvergunning of vertraging in het ontwerp- of bouwtraject. Om die 
vertraging waar mogelijk te voorkomen, bereiden we alles zeer zorgvuldig voor en monitoren we continu de risico’s in het project.

Neem dan contact op met ....