Menu English

Manifest voor toekomstbestendig economisch beroepsonderwijs in Rotterdam

Een onafhankelijke, denktank heeft op 15 juli 2020 een manifest overhandigd aan de bestuurders van Albeda, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland en Zadkine. Het is een manifest over het economisch beroepsonderwijs in Rotterdam met zeven aanbevelingen die moeten zorgen voor een toekomstbestendige vorm van dit onderwijs. Zo pleit de denktank voor vrije zones met meer ruimte voor het vernieuwen van het onderwijs en waarbij grens overstijgende samenwerking kan plaatsvinden tussen roc's, hogescholen en het bedrijfsleven.

De directe aanleiding van dit manifest is een reeks rapporten en studies die signalen afgeven over een disbalans tussen de economische opleidingen en de vraag van de arbeidsmarkt. Roc's en hogescholen zijn twee verschillende werelden en bedienen studenten met zeer uiteenlopende startniveaus. Tegelijkertijd staan de instellingen deels voor dezelfde inhoudelijke vragen. Eén van die vragen is hoe het mbo en hbo op een nieuwe manier kunnen samenwerken, zeker waar het de vorming, begeleiding en doorstroom van studenten betreft. Een ander vraagstuk is hoe een goede verbinding gelegd kan worden met het afnemende en snel veranderende werkveld.

Uitdagingen

Albeda, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland en Zadkine hebben eind 2019 de handen ineen geslagen en een onafhankelijke denktank – met leden van buiten het onderwijs – de opdracht gegeven met een frisse blik de problematiek te verkennen. Een uniek initiatief -over de grenzen van roc's en hogescholen heen- waarbij de instellingen grote hoeveelheden data hebben uitgewisseld en intensief hebben samengewerkt.

In het manifest benoemt de denktank de belangrijkste uitdagingen voor het economisch beroepsonderwijs. Denk aan de omvangrijke uitval van studenten in dit domein, de veranderende arbeidsmarkt en de snelheid waarmee onderwijsprogramma's ontwikkeld (kunnen) worden. Door de verschillende systeemwerelden van ROC's en hogescholen vinden onderwijsvernieuwingen te veel in isolement plaats.

Vernieuwing

In antwoord op bovenstaande uitdagingen komt de denktank tot de conclusie dat verandering van het economisch beroepsonderwijs nú noodzakelijk. Dat is nodig om de 23.000 studenten in het economisch beroepsonderwijs in Rotterdam een goed toekomstperspectief te bieden. In het manifest worden zeven aanbevelingen gedaan aan de bestuurders om te komen tot nieuwe werkwijzen om het economisch beroepsonderwijs inhoudelijk te versterken. Daarbij trekken de vier beroepsonderwijsinstellingen en het bedrijfsleven samen op.

Zo ziet de denktank mogelijkheden in vernieuwende 'zones' met meer vrijheidsgraden voor curriculumvernieuwing, financiering en grensoverschrijdende samenwerking binnen en tussen de roc's en hogescholen, over de sectoren heen en met het werkveld. Dit kan resulteren in een dubbele degree voor de student.

Ook pleit de denktank voor het delen van data over de ontwikkelingen van de gevraagde kennis en vaardigheden in de markt. Dit wordt vormgegeven in een gezamenlijk regionaal datacenter om zowel de toekomstige ontwikkelingen per sector als de instroom, doorstroom en uitstroom van studenten in de regio Rotterdam nauw te monitoren. Daarnaast worden de bestuurders aangemoedigd het regionaal opleidingsaanbod gezamenlijk te toetsen aan de vraag van de arbeidsmarkt en de ingezette samenwerking te bestendigen. Ten slotte wordt ook de overheid opgeroepen tot het nemen van maatregelen die het innovatievermogen van het onderwijs bevorderen. De instellingen moeten licenties kunnen ontwikkelen voor innovatief beroepsonderwijs.

De bestuurders zijn geïnspireerd door de adviezen van de denktank en met de ondertekening van dit manifest erkennen zij hun gezamenlijke opdracht. Voor een transformatie van de economische beroepsopleidingen gaan zij gezamenlijk en met de Rotterdamse beroepspraktijk aan de slag om nieuwe onderwijsvormen te realiseren. De bestuurders en de denktankleden continueren de samenwerking en gaan verder in gesprek over de aanpak.

De denktank bestaat uit zes leden: Ludo Baauw (CEO Intermax Group)., Mai Elmar (directeur Cruise Port Rotterdam), Laamia Elyounoussi (algemeen directeur Schone Zaak), Miriam Hoekstra-van der Deen (directeur Airport Operations van Schiphol), Barbara Kathmann (wethouder Economie in Rotterdam) en Marc van der Meer (bijzonder hoogleraar onderwijs en arbeidsmarkt).