Menu
    English

    10-jarig jubileum voor het Stadslab

    In de zomer van 2010 gaf Peter Troxler z’n visitekaartje aan toenmalig manager externe betrekkingen van Hogeschool Rotterdam, Léon Gommans. Die wilde namelijk heel graag een fablab openen. ‘’Bel me als ik kan beginnen’’, zei Peter. Twaalf jaar later viert hij het tienjarige jubileum van zijn Stadslab en kijkt hij voldaan terug op een decennium van makers.

    ‘’Toen Léon een subsidieaanvraag indiende moesten we ook de haalbaarheid aantonen’’, zegt Peter. ‘’Hoe laat je dat beter zien, dan het gewoon te doen? We begonnen aan de Pieter de Hoochweg waar ik eerst een team samenstelde. Dat ging vrij snel, want een hoop mensen zagen dit idee wel zitten. Ik had dus al snel de mensen en het geld, alleen was er geen ruimte. Gelukkig zag de gemeente ook de meerwaarde van een fablab in de stad. Niet alleen voor onderwijs, maar ook de praktijk. We kregen de beschikking over een leegstaand pand in de Calandstraat. Dat was heel statig met veel kleine ruimtes. Erg onpraktisch voor een fablab, maar het gaf ons ook de kans om in de stilte te groeien.’’

    Fablabs

    FabLabs zijn werkplaatsen die laagdrempelige toegang bieden tot een aantal computergestuurde prototyping machines, waarmee gebruikers hun ideeën kunnen omzetten naar tastbare producten. ‘’Het concept van fablabs ontstond vanuit het onderwijs bij MIT’’, zegt Peter. ‘’Het originele onderzoek van Neil Gershenfeld ging over de manipulatie van materie zoals we data manipuleren. Hij noemde z’n eerste cursus: How to make almost anything. Hij verwachtte natuurkundigen en wetenschappers te ontvangen, maar die kwamen nauwelijks. In plaats daarvan ontving hij allemaal kunstenaars die veel sneller de potentie zagen van zo’n makersplek.’’

    Peter Troxler

    Een bescheiden begin

    ‘’Alle locaties van HR bereik je vrij makkelijk’’, zegt docent Manon Mostert- van der Sar. ‘’Maar die van ons toen niet. Het lag midden in een ambassadewijk en het kwam met regelmaat voor dat we op maandagochtend een dakloze tegenkwamen die in één van de kamers sliep. Het voordeel daarentegen zat in de vrijheid. We mochten het zelf inrichten en kregen de ruimte om te experimenteren. We hadden bijvoorbeeld een slot op de deur die je openmaakte met je telefoon. Dat klinkt nu heel normaal, maar tien jaar geleden bestond dat eigenlijk niet. Via een open source bouwden we dat systeem na en dat deden we met veel meer dingen. Daar ontstond eigenlijk heel organisch de kernwaarde van ons lab: kennisoverdracht. Er ontstond een gemeenschap van studenten die leerden van open source en elkaar. Die houding vind je nog steeds terug in onze oude en nieuwe studenten. Inmiddels zitten we aan de Wijnhaven.’’

    Van digitaal naar fysiek

    ‘’Een harde eis toen we hieraan begonnen was het werken met sensoren’’, zegt Manon. ‘’Dat kwam goed uit want het onderwijs was digitaal georiënteerd. Sensoren zorgen ervoor dat je de digitale wereld verbindt met de fysieke. Als ik iets invoer, beweegt er iets. Daarmee creëer je enthousiasme. Alleen kwamen we toen bij het volgende vraagstuk: Hoe stop je dat in het onderwijs? Als je iemand een taal leert, heb je daar een manier voor. Maar als je met sensoren werkt, heb je miljoenen mogelijkheden. Dat past niet in vier jaar, dus moet je keuzes maken. Je kan niet tegen studenten zeggen: zo meet je bewegingen. Want dat doe je met twintig verschillende sensoren, technieken en protocollen. We begonnen met keuzevakken die ook evolueerden. Daarna probeerden we het met een minor, maar die paste niet bij de rest van het onderwijs. Nu gebruiken we modules en dat werkt. Je merkt dat ons lab een deel van het onwijs heeft hervormd. De successen zitten vooral in de verhalen van studenten en wat docenten uit andere onderwijsinstellingen ze leren.’’

    De volgende tien jaar

    3D printers en lasersnijders worden steeds ‘gewoner.’ Hoe blijft het Stadslab innovatief? ‘’We richten ons nu op immersive tech’’, zegt docent Elise van Beurden. ‘’Daarmee bedoel ik artificial intelligence en virtual reality. Eigenlijk is dat vreemd want we besteedden heel veel tijd aan digitaal naar fysiek. Nu gaan we de andere kant op. Je moet VR echt ervaren om je in te leven. Daarom brengen we het naar de studenten via workshops en andere manieren. Het instituut van Gezondheidszorg heeft bijvoorbeeld een immersive room waar ze interactieve video’s projecteren op de muren. Met een windturbine, geurmachine en geluid creëren ze realistische omgeving voor de studenten om te trainen. Die ervaring leert ze impulsief en correct te handelen.’’

    Nalatenschap

    ‘’Het belangrijkste dat we willen behouden is het klimaat van creëren en ontmoeten, toevallig en ongepland’’ zegt Peter. ‘’Dat stimuleren we ook bij onze studenten. Vraag wat de ander maakt. Bij big tech vind je weinig ruimte voor innovatie. Zij bouwen iets dat wij gebruiken zoals zij het willen. Hier werken we andersom. Daar krijg je de ruimte voor. Dus help elkaar en wie weet wat we samen kunnen maken.’’

    Iets maken in het Stadslab

    Het Stadslab vind je op Wijnhaven 99 en is voor iedere student van HR open. Niet-studenten zijn welkom op dinsdag en donderdag en betalen daarvoor met hun kennis. Ken jij de beste instellingen om glas te graveren? Laat het achter voor de volgende.