Menu
    English

    Ambassadeurs Diversiteit & Inclusie: ‘Het schuurt soms, en dat mag ook’

    Het thema Diversiteit & Inclusie staat hoog op de agenda bij Hogeschool Rotterdam. Om dit meer handen en voeten te geven, hebben drie directeuren de rol van ambassadeur op dit gebied op zich genomen. “We moeten met elkaar in gesprek blijven, juist als het schuurt en knettert.”

    Niet alleen binnen onze hogeschool, maar in de hele maatschappij zijn het gevoelige onderwerpen: diversiteit en inclusie. Voor de een kan er niet genoeg aan worden gedaan en voor de ander is het ‘allemaal een beetje overdreven’. En daar tussenin zitten ook nog talloze meningen. Maar hoe je het ook wendt of keert; bij Hogeschool Rotterdam willen we een leer- en werkomgeving zijn waar iedereen zich welkom, veilig en gehoord voelt. Dus is het thema Diversiteit & Inclusie een belangrijk onderdeel van onze visie.

    Om dit – als vervolg op het actieplan Racisme en Discriminatie – nog meer kracht bij te zetten, hebben naast Heleen Elferink (instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie) nog twee directeuren de rol van ambassadeur op zich genomen. Zij nemen het stokje over van Jeroen Chabot, die al veel werk heeft verricht op dit vlak. Mariska Wit (Rotterdam Business School) en Richelle Faulborn (dienst Onderwijs en Ontwikkeling) gaan net als Heleen medewerkers en studenten handvatten aanreiken om over deze onderwerpen met elkaar in gesprek te gaan en te blijven.

    Daarbij staan vijf thema’s centraal:

    • Inclusieve cultuur en werkomgeving
    • Inclusieve leeromgeving
    • Inclusief leiderschap
    • Inclusieve communicatie
    • Inclusieve werving en selectie

    Inmiddels hebben de drie ambassadeurs alle instituutsdirecteuren voorgesteld om op deze gebieden een plan van aanpak te maken. Dat idee is omarmd. Daarbij worden zij ondersteund door experts binnen de hogeschool die op dit gebied kunnen helpen.

    “Er gebeurt al veel op het gebied van diversiteit en inclusie binnen de hogeschool, maar we zijn er zeker nog niet”, aldus bestuursvoorzitter Ron Bormans. “De verschillende initiatieven hebben ons weer laten zien dat nog niet iedereen zich in voldoende mate thuis, welkom, veilig of gehoord voelt binnen de muren van onze gebouwen. Terwijl dat is wat we willen: dat letterlijk iedereen zich in gelijke mate onderdeel voelt van onze gemeenschap. Daarom zijn we als College van Bestuur blij dat de drie ambassadeurs nu extra aandacht geven aan deze onderwerpen, zodat we sneller stappen zullen zetten in de juiste richting.”

    Heleen Elferink is al jaren een voorvechter van diversiteit en inclusie, ook binnen de hogeschool als ambassadeur van dit thema. Nu bouwt ze samen met de twee andere ambassadeurs verder op wat de afgelopen tijd al is neergezet. “Omdat ik vind dat iedereen een eerlijke kans verdient en omdat ik me realiseer dat je nu eenmaal oneerlijk veel meer kansen hebt als je ‘zeven vinkjes’ hebt. Maar nog veel meer omdat ik echt geloof in de kracht van het verschil. De wereld wordt veel rijker als je hem vanuit verschillende perspectieven bekijkt. “

    Afgelopen weken kreeg ze het voor het eerst benauwd, toen het ging over diversiteit en inclusie. “Ik merkte dat het voor mensen uit gemarginaliseerde groepen echt niet snel genoeg gaat met het inclusiever worden van onze maatschappij en onze hogeschool. En vanuit dat perspectief begrijp ik dat. Daarnaast merkte ik dat de ontwikkelingen voor mensen aan de andere kant van het spectrum juist te snel gaan. Ze moeten wennen aan de gedachte dat bepaalde taal niet meer gebruikt mag worden of dat iets wat ze van huis uit hebben meegekregen ineens fout blijkt te zijn. Dat is ongemakkelijk. En mag ook ongemakkelijk zijn. Daarom moeten we met elkaar in gesprek gaan en blijven. Een individu komt vaak door vooroordelen of eerdere ervaringen tot een boude stelling. Maar een groep komt met elkaar bijna altijd tot een verstandig gezamenlijk standpunt. Dus het belangrijkste wat ons te doen staat in een gepolariseerde samenleving is elkaar opzoeken. Durven te vertrouwen op het feit dat we er samen uit gaan komen. En elkaar de ruimte geven om de gedachten van de ander te doorgronden. Dat doet pijn. Dat is af en toe ellendig en verdrietig. Ook ik heb daar lang niet altijd zin in en ik maak er niet altijd tijd voor. Maar het levert altijd iets op. In de nuance ligt het begrip. Ligt de verbinding. En ligt de gezamenlijke ontdekking van een nieuw normaal. Samen worden we elke dag wijzer. Zo heeft taal zich altijd ontwikkeld, zo hebben normen en waarden zich altijd ontwikkeld, zo kan dat nu ook. Een fijn vooruitzicht.”

    Mariska Wit herkent de ongemakkelijkheid waar haar mede-ambassadeur het over heeft. Dat het gesprek niet altijd (in één keer) goed gaat. “Ook dat is een zoek- en leerproces, waarbij je soms zomaar in een knetterend gesprek terechtkomt, daar soms zelf de oorzaak van bent. Of soms zelfs niet eens begrijpt hoe je daar kwam en al helemaal niet hoe je er weer gezamenlijk uitkomt. Dat leidt er soms toe dat er even een ongemakkelijke status quo is, dat je even afstand neemt, rust inbouwt, tijd neemt om geïrriteerd, boos, gefrustreerd, verward, verwonderd of wat dan ook te zijn. Om hopelijk daarna weer tot elkaar te komen."

    "Dat start met vertrouwen in elkaar, maar nog meer met vertrouwen dat dit proces zo werkt. Nabij en afstand zijn dan twee kanten van het proces die elkaar kunnen afwisselen, waarbij beide nodig zijn om uiteindelijk tot elkaar te komen, elkaar te begrijpen, in verbinding te zijn en stappen voorwaarts te maken. Dat betekent niet dat je daar geen verantwoordelijkheid in hebt om met elkaar aan te werken. Dat is soms zelfs heel hard werken. Echter, het is goed om te realiseren dat het soms kan gebeuren dat men er niet zomaar in één keer uitkomt en dat is ook prima. Zolang we maar in gesprek blijven. Dat vind ik zelf soms ook lastig. Lastig om een gesprek te starten, lastig op de momenten dat het knettert, lastig om weer tot elkaar te komen als het heeft geknetterd. Maar dat is nu eenmaal nodig om verder te komen.”

    Richelle Faulborn beaamt dat je zonder wrijving geen glans krijgt. “Gesprekken zijn de momenten waarop het schuurt, waar emoties een rol spelen. Dat vraagt dus iets van de manier waarop zo’n gesprek wordt gefaciliteerd. Wij zorgen dat er expertise beschikbaar is voor onderwijsteams en dat er handvatten zijn om zulke gesprekken op te zetten en te voeren. En om na te denken over bijvoorbeeld een inclusief curriculum en inclusief leiderschap."

    "Daarbij moeten we voorkomen dat we in een overtuigingsmodus komen te staan. Want ieder mens heeft recht op een eigen mening en een eigen manier van in het leven staan. Maar we doen onze studenten en medewerkers als hogeschool nu eenmaal een belofte: we zijn een inclusieve hogeschool. Dat mag niet ter discussie staan. Er hoeft uiteindelijk geen volledig begrip te zijn voor elkaar, maar we moeten wel overeenstemming bereiken over hoe we met z’n allen een hogeschool willen vormen. Het is mooi dat we dit hoog op de agenda hebben staan, maar we hebben wel nog een lange weg af te leggen. Toch geloof ik erin dat we er op een gegeven moment samen uit gaan komen. En als we op dat punt zijn aanbeland, kunnen we niet achteroverleunen en niets meer doen. Nee, dan moeten we het gesprek blijven aangaan om te onderhouden wat we hebben bereikt. Daar gaan we voor.”