“De commissie vindt de focus in het voorstel goed onderbouwd met een sterke integrale benadering van Vitaliteit. Het consortium is groot en goed doordacht, met een aanzienlijke expertise.”
AnneLoes van Staa slaakte een kreet van blijdschap toen ze op 16 oktober deze regels las: de subsidieaanvraag van Vitale Delta is gehonoreerd. “Ik dacht: wat een geweldige erkenning! Maar tegelijkertijd: o jee, nu moeten we het waarmaken.”
Ruim vijftien jaar is AnneLoes nu werkzaam aan Hogeschool Rotterdam. Als lector heeft ze zich de afgelopen jaren met haar onderzoeksteam bezig gehouden met projecten over zorginnovaties rond het stimuleren van zelfmanagement en patiëntparticipatie. “Toen we begonnen was onderzoek in het hbo nog onbekend, nu hebben we een excellent kenniscentrum. We hebben veel expertise in huis, krijgen veel externe subsidies en doen veel projecten met de beroepspraktijk.”
Toen het Regieorgaan SIA in februari de Sprong-call openstelde, waarin maximaal vijf subsidies beschikbaar worden gesteld aan krachtige onderzoeksgroepen, ontstond het idee om de krachten van verschillende hogescholen te bundelen. “Dat leek me kansrijk. Ik had nauwelijks contact met collega’s van andere hogescholen, daar is vaak geen tijd voor. Terwijl we allemaal met vergelijkbare thema’s bezig zijn.”
Ging dat makkelijk?
“De concurrentie was fel dus we moesten goed voor de dag komen. Eerst moesten we onderling aftasten en ideeën uitwisselen. We hadden discussies over: wat wordt de focus? Wie wordt de voortrekker? Hoe gaan we het geld verdelen? En we moesten de bestuurders overtuigen, want er moet ook geïnvesteerd worden. Maar we werden gedreven door de inhoud. We werden heel enthousiast toen we zagen dat we veel gemeenschappelijke interesses hadden en samenhangende onderzoekslijnen gingen ontdekken. Zo hebben we in paar weken een overtuigende aanvraag kunnen schrijven. Iedereen kreeg twee dagen om op de volgende concepttekst te reageren. Hoe minder tijd, hoe beter, leek het wel.”
Hoe ziet jullie plan er concreet uit?
We hebben de subsidie gekregen omdat de commissie vond dat we werkelijk iets vernieuwends gaan doen: echt samenwerken en samen leren tussen hogescholen. Er wordt aan een onderzoekstructuur gebouwd in vier werkpakketten, waarin aan een specifiek thema rond vitaliteit en gezondheid wordt gewerkt. Elk werkpakket wordt niet door één hogeschool geleid, maar door een combi. Maar alle hogescholen zijn wel vertegenwoordigd.
Zo hebben lectoren van onze hogeschool de leiding in de werkpakketten Zelf Vitaal en Ondersteund Vitaal, maar we hebben geen trekkersrol bij de werkpakketten Fysiek Vitaal en Sociaal Vitaal. Toch zijn lectoren van Kenniscentrum Zorginnovatie en Kenniscentrum Talentontwikkeling wel nauw daarbij betrokken. Op die manier doe je recht aan ieders deskundigheid. De Haagse Hogeschool heeft een sportcampus en een onderzoeksprogramma over jeugd en sport; dat is een prachtige aanvulling op wat wij in Rotterdam en Leiden aan onderzoek naar beweeginterventies doen.”
Beschouw je het als jouw kindje?
“Ik ben de programmaleider en heb veel tijd geïnvesteerd in het schrijven. Maar ik wil benadrukken dat ik dit niet in mijn eentje heb bereikt. De sleutel van het succes is de gemeenschappelijke inspanning en de inhoudelijke gedrevenheid. Natuurlijk speelt wel mee dat ons kenniscentrum al veel heeft bereikt: door die goede reputatie werd Hogeschool Rotterdam penvoerder.”
Waar verheug je je het meest op?
“Ik werk al veel samen met Erasmus MC, maar leer nu ook andere partners beter kennen, bijvoorbeeld in Medical Delta, een regionaal samenwerkingsverband voor medische technologie. Tegelijk wordt samenwerking met zoveel partijen en het betrekken van gebruikers een hele kluif. Ook lijkt het me leuk om gezamenlijke onderwijsprogramma’s en personele uitwisseling tussen de vier hogescholen te realiseren. Dat wordt spannend, want dat zijn we niet gewend in het hbo.”
Wanneer ben je tevreden?
“Als we niet meer op onze eigen eilandjes zitten, maar er echt duurzame samenwerkingsrelaties tot stand komen, in onderzoeksprogramma’s en door personeelsuitwisseling. En natuurlijk als er echt iets verandert in de wijken en in de zorg de komende acht jaar.”
Wat merken de studenten en docenten ervan?
“In allerlei projecten zullen ze met onderzoek, praktijkpartners, andere disciplines en hogescholen te maken krijgen. Samen een project uitvoeren, al helemaal met andere hogescholen samen, is een nieuwe ervaring. Al bouwen we voort op wat we al doen: voor Fysiek Vitaal draaien we nu al het project ‘Bewegen naar Beter’, waarbij fysiotherapiestudenten en –docenten zijn betrokken, samen met zorgverleners in gezondheidscentra en patiënten zelf.”
Krijg je er ook nieuwe collega’s bij?
“Dat is in de begroting vastgelegd, ja. We zullen in elk werkpakket een aanjager nodig hebben die het onderzoeksprogramma gaat leiden. En vooral: onderzoekers. Daar ligt een spanningsveld, want bij Hogeschool Rotterdam ben je nooit alleen onderzoeker; je bent ook docent. We hopen dat met deze subsidie docenten meer tijd en ruimte voor onderzoek krijgen. Daar worden ze volgens mij betere docenten van. Door onderzoek zie ik collega’s echt groeien.”
Kortom: we gaan veel lachende gezichten op Hogeschool Rotterdam zien?
“Dat is al zo! Uit het medewerker-onderzoek blijkt dat er op ons kenniscentrum een hoge werktevredenheid heerst. Logisch, want praktijkgericht onderzoek is leuk!”
Bijdragen aan de vitale stad
Het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam is trots op het resultaat dat door de samenwerkende partijen is behaald. Collegelid Angelien Sanderman: “Vitaliteit is in Rotterdam een belangrijk vraagstuk. De levensverwachting neemt weliswaar toe, maar de verschillen tussen de wijken in de stad zijn groot. Met de Nota ‘Rotterdam Vitale Stad’ wil de gemeente de gezondheid en vitaliteit van alle Rotterdammers bevorderen en stimuleren. We zien het ook als onze verantwoordelijkheid om daar een bijdrage aan te leveren. De toekenning van de subsidie stelt ons in de gelegenheid om daar, samen met de andere hogescholen, stevig werk van te maken."
Door Bram de Graaf