Dat onze samenleving complex is en steeds complexer wordt is een open deur. In de publieke opinie lijkt het minder voor de hand te liggen dat hogescholen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van oplossingsstrategieën. Het traditionele gedachtegoed is dat hogescholen professionals afleveren en dat universiteiten de slimme oplossingen bedenken voor problemen in de samenleving. De kerntaak van universiteiten is immers het doen van onderzoek, terwijl het hbo zich richt op de professionele ontwikkeling van studenten. Slimme vwo-ers gaan naar de universiteit; voor havisten en mbo-ers is het hbo al uitdagend genoeg. De inschrijvingen bij de universiteiten zijn groter dan de beschikbare capaciteit; er moet iets gebeuren. Bijvoorbeeld méér universiteiten, zoals Frans Leijnse stelt in de Volkskrant (9 mei 2022). Maar er zijn meer strategieën denkbaar.
Beeldvorming over hoger onderwijs moet kantelen
Het wordt hoog tijd dat de beeldvorming over het hoger onderwijs kantelt. De verschillen tussen universiteiten en hogescholen worden kleiner. Met name binnen hogescholen is er de laatste decennia veel veranderd. Naast het opleiden van professionals is het opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek een belangrijke kerntaak van hogescholen geworden. Praktijkgericht onderzoek is een aparte tak van sport. Vraagstukken poppen op in de maatschappij, gecompliceerd zoals ze zijn. Methoden uit toegepast onderzoek sluiten vaak beter aan bij analyse en oplossingsstrategieën van deze maatschappelijke problemen in vergelijking met traditionele onderzoeksmethoden. Het opzetten, uitvoeren, analyseren en implementeren van toegepast onderzoek is beslist niet minder complex dan traditionele onderzoeksmethoden. Het is anders en vraagt om een specifieke deskundigheid.
Een andere belangrijke ontwikkeling in het hbo is dat studenten steeds meer transitievaardigheden leren. Vakmanschap is en blijft belangrijk. Je vak verstaan is echter onvoldoende. Er wordt meer gevraagd van de hoog opgeleide professional. De professional wordt voortdurend uitgedaagd om nieuwe en geavanceerde oplossingen te bedenken en wordt gedwongen tot het aangaan van complexe samenwerkingsverbanden. Bovendien gaat de burger van nu steeds meer uit van de professional in de rol van dienstverlener, waarbij de burger de aard en de route van de dienstverlening zelf wil bepalen. Het je voortdurend kunnen aanpassen aan wisselende contexten en omstandigheden vraagt om specifieke competenties, transitievaardigheden dus.
Hogescholen hebben deze ontwikkelingen zien aankomen en zijn gestaag bezig met het aanpassen van curricula en het inbedden van onderzoek in het onderwijs. De samenwerking tussen onderzoeksafdelingen op hogescholen (lectoraten en kenniscentra) en de opleidingen wordt hechter. Er zijn ook nog uitdagingen.
Uitdagingen voor het hbo
Een belangrijke uitdaging ligt in de bekostigingssystematiek. Het hbo krijgt minder overheidsgeld dan de universiteiten, omdat tot op heden het hbo geacht wordt slechts op beperkte schaal onderzoek te doen. De overheid zal over de brug moeten komen om praktijkgericht onderzoek een serieuze kans te geven. Een andere uitdaging is verandering van de beeldvorming onder middelbare scholieren en hun ouders of verzorgers. Hogescholen leiden op voor professionals die methodisch kunnen werken, transitievaardigheden bezitten en vakmanschap beheersen en die terecht komen op relevante eindposities in de samenleving. Dat is ook interessant voor de vwo-er die deze uitdaging zoekt. Het kiezen voor een hbo opleiding is beslist niet minderwaardig, en daarmee ook niet minder waard dan een universitaire opleiding. Het is een aantrekkelijk perspectief.
Een volgende uitdaging is het aantal en het type masteropleidingen bij hogescholen. Naast de bekende professionele masters is er ruimte voor science gerichte masteropleidingen. Daarin staat het ontwikkelen en toepassen van praktijkgericht onderzoek centraal. Wetenschappelijk en inhoudelijk uitdagende massteropleidingen die niet onderdoen voor universitaire masters en waarin een groep studenten zeker de uitdaging vindt die ze zoekt.
Tot slot; de onderzoeksinfrastructuur voor praktijkgericht onderzoek is na twintig jaar lectoraten en kenniscentra toe aan volgende (samenhangende) stappen: een doorlopende opleidingslijn van AD tot aan PD en PhD, en meer samenwerking met zowel het mbo als de universiteiten. Daarnaast is een hele nauwe en evidente verbinding tussen het onderzoek en de inhoud van de masteropleidingen, PD en PhD trajecten en het praktijkgerichte onderzoek van de hogescholen; onderzoeks of graduatescholen nodig.
De grootste uitdaging ligt echter op het gebied van samenwerking tussen hogescholen. Hogescholen zijn nu voor een groot deel elkaars concurrenten. Dat verandert als hogescholen een speerpuntenbeleid gaan hanteren, en hun krachten zowel in de infrastructuur als op thema’s gaan bundelen en daarmee krachtige allianties smeden samen met de praktijkpartners en burgers in een quadruple helix. Dat leidt tot meer focus én impact op het gebied van onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken. En tot een verdere doorontwikkeling en specialisatie. Hierdoor krijgen studenten wat te kiezen en de verenigde hogescholen tonen daarmee hun waarde voor de samenleving.
Naar de webpagina van Kenniscentrum Zorginnovatie.