Menu
    English

    Ontmoeting 110 | over grote en kleine verhalen

    Tweewekelijkse blog van Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur

    Je moet er voor waken om altijd zo bezig te zijn met het grote verhaal, de stip op de horizon, de beleidspraat en dat je vervolgens niet meer ziet wat zich binnen handbereik afspeelt. Dit was een week van grote verhalen, die eindigde met een klein verhaal. Het enige verhaal dat er uiteindelijk toe doet. Beter gezegd: het grote verhaal wordt pas betekenisvol als het zijn weg vindt naar het kleine, voor ons mensen betekenisvolle. En soms heeft het sneller die weg gevonden dan we aan de vergadertafel geneigd zijn te denken.

    "Wir basteln immerzu am Ego und viel zu selten an Wir." (Die Zeit, 2017)

    Het begin van mijn werkweek stond in het teken van een opiniestuk van mijn hand in NRC Handelsblad. In het artikel probeer ik politici – niet alleen die op de flanken, maar bij uitstek degene die vinden dat ze het politieke midden bezetten – de spiegel voor te houden dat ook zij meer en meer identiteitspolitiek bedrijven, waardoor mensen zich meer koesteren in hun eigen 'identiteit-silootje' en zich minder verbonden voelen met elkaar. Ik laat die oproep gepaard gaan met een opdracht voor het onderwijs om dat in ieder geval niet in de klas te laten gebeuren: de grote wereld mag dan wel versplinteren, laten we in de klas de verbinding blijven zoeken.

    De boel aan de kant, krant op tafel

    Fascinerend wat dan gebeurt. Vanaf dinsdagochtend kwamen reacties bij me binnen op het artikel. Veel instemming. Een enkel gemopper vanuit het establishment, dat ik niet alle politieke partijen zo op een hoop mag gooien. En vanuit het onderwijs hoor ik dat de opdracht die ik het onderwijs meegeef, wat pretentieus is. Maar over het algemeen is veel steun voor mijn betoog. Klaarblijkelijk is er behoefte aan een 'wij-verhaal'. Tegen klokslag half 8 intensiveert de hoeveelheid reacties. In een tijd dat alles lijkt te verlopen via de sociale media, laat dat het belang van de 'gewone' krant nog eens zien. Tenminste, dat beeld roept het bij me op. Eten, opruimen, kinderen van tafel of naar bed en vader en moeder klappen de avondkrant open. De mooiste reactie komt in de vorm van een citaat van mijn oude baas Ferdinand Mertens, liefhebber van de Duitse taal en iemand die de gewoonte heeft betekenisvolle knipsels een tijd op zijn prikbord te laten hangen:

    "Anstand ist eine Sache jedes Einzelnen und damit eine Sache von uns allen. Menschen können nur im Zussamenleben mit anderen existieren. Unsere Gesellschaft tendiert dazu, das zu vergessen. Wir ziehen uns in die Sicherheit der eigenen sozialen Schicht zurück. Verlieren uns in der Arbeit an der eigenen Performance. Wir basteln immerzu am Ego und viel zu selten an Wir." (Die Zeit, 2017)

    De stilteruimte

    Terwijl het grote verhaal landelijk instemming krijgt, gaat er vlakbij iets mis. Hogeschool Rotterdam heeft sinds een aantal jaren een tweetal stilteruimtes. Ze voorzien in de behoefte van onze studenten en medewerkers om zich even in stilte terug te kunnen trekken om tot bezinning te komen, rouw te verwerken of te bidden. Deze ruimtes hebben wij ingericht vanuit diezelfde wens ruimte te geven aan het 'ik' met respect voor het 'wij'. Dus hebben die ruimtes een neutraal karakter. Het is dus niet de bedoeling dat er religieuze symbolen achtergelaten worden. Mensen moeten er daadwerkelijk stil zijn en toestaan dat er in diezelfde ruimte mensen zijn met een verschillend geloof, geslacht en verschillende identiteit. Ruimte creëren voor het 'ik', respect tonen én organiseren voor het 'wij'.

    Dat zijnde het verhaal van Hogeschool Rotterdam, gaat het fout doordat naast de twee officiële ruimten een derde stilteruimte is gedoogd op een van onze locaties. Bovendien gaat het niet om een stilteruimte, maar eerder een gebedsruimte, met regels die zich niet goed verhouden tot bovenstaande spelregels. Die ruimte wordt gesloten. Terecht. In de communicatie er omheen echter wordt de verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie bij de betrokken studenten gelegd. Terwijl even later blijkt dat de kern van het probleem in de onduidelijkheid zit die ontstaat als je als organisatie, naast je officiële beleid, situaties gedoogt die deels in tegenspraak zijn met dat beleid. Dan schaadt je, met de beste bedoelingen vaak, het 'wij' en bevorder je wat boven zo fraai omschreven is in het Duits van Die Zeit: "Wir ziehen uns in die Sicherheit der eigenen sozialen Schicht zurück."

    Ik ga op dinsdag 10 april met de betrokken studenten in gesprek om te horen hoe zij dit beleefd hebben. En om te kijken of en hoe we vanuit wederzijds begrip het 'wij' weer een stapje verder kunnen brengen.

    Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken

    Grote verhalen, ook aan het einde van de week. De voorzitters van alle hogescholen zijn bijeen en vergaderen over de grote vraagstukken. Een groot deel van de vergadering staat in het teken van de zogeheten kwaliteitsafspraken (de opvolgers van de vermaledijde prestatieafspraken) die met de overheid zijn gemaakt. Mijn buurvrouw herinnert me aan het grote contrast met de vergadering van zeven jaar geleden over diezelfde prestatieafspraken. Ik stemde toen na een felle vergadering tegen. Pikant detail: ik was toen lid van het bestuur van de Verenging Hogescholen.

    Nu hoor ik mezelf pleiten voor een positievere toon in de communicatie rondom de vormgeving van het akkoord. Ook complimenteer ik - oprecht - de voorzitter en secretaris van het bestuur en de mensen van ons bureau die hier hard aan gewerkt hebben. Ik snap de terughoudendheid, want het schip met goud vaart nu niet bepaald binnen (onze financiële meer-jarenreeks zal eerder vlak qua karakter zijn). Maar de wijze waarop we nu de verhouding overheid en instelling gaan vormgeven, is niets minder dan een trendbreuk, met dank ook aan de opstelling van de nieuwe minister. En daar mag je best blij mee zijn. Er is een tijd om te mopperen en een tijd om te complimenteren. Het akkoord straalt vertrouwen uit. Het legt de verantwoordelijkheid voor de koers bij de instelling zelf en rekent niet eenzijdig af op basis van kwantitatieve indicatoren. Het nodigt daarnaast het bestuur uit om zelf de koers te bepalen met goede en stevige betrokkenheid van de eigen gemeenschap, in het bijzonder de Medezeggenschapsraad.

    Visie op internationalisering

    Het lunchgesprek gaat over internationalisering. Het traditionele broodje kroket is helaas koud geworden, doordat de vergadering is uitgelopen. Mijn enthousiasme ebt weer wat weg: het thema vliegt hoog over, zoekt verbinding met de alledaagse werkelijkheid en voelt ook wat ongemakkelijk. Ik heb vaak de neiging dit thema wat klein, tastbaar te willen maken. Ik denk namelijk dat de betekenis niet ontstaat als gevolg van grote, nationale visies, maar in de gerichte verbinding met opleidingen. Het voelt ook ongemakkelijk. Ik zie dat met name universiteiten positie kiezen voor de hantering van het Nederlands versus het Engels – waar ik het gewoon niet mee eens ben. Ik ben kritisch ten opzichte van het verengelsen van het hoger onderwijs. Ik vind dat we de Nederlandse taal moeten koesteren binnen hogescholen en universiteiten. Veel van mijn collega's delen die mening, maar tegelijkertijd willen we heel graag komen tot een HO-brede visie op het vraagstuk. Ik vraag me meer en meer af of dat wel kan.

    Van glucose naar fructose naar HMF

    Als ik eerlijk ben, voelt het gesprek ook wat ongemakkelijk omdat ik een beetje op hete kolen zit. Ik moet namelijk weg, want ik ben gevraagd om een groep tweedejaars studenten Chemische Technologie toe te spreken. Vandaag presenteren ze hun onderzoek naar de omzetting van glucose naar fructose en uiteindelijk HMF. Onze voertaal is nadrukkelijk Nederlands, maar deze bijeenkomst is in het Engels. Een onderzoeker van die prachtige University of Warwick is aanwezig. De relatie is tot stand gebracht doordat hij en een van onze docenten ooit in Eindhoven collega's waren en de relatie zou wel eens kunnen uitgroeien tot een meer structurele.

    Terwijl ik tegenover een heel divers samengestelde studentengroep sta, probeer ik duidelijk te maken hoe mooi ik het vind dat ik vandaag getuige mag zijn van een doorvertaling van onze grote verhalen naar de werkelijkheid van onze opleiding Chemische Technologie. De opleiding nestelt zich in het grote vraagstuk van de transitie van een olie-gedomineerde industrie naar een groene industrie. Het brengt die actuele context naar de opleiding toe en doet dat door onderzoek 'klein' en hanteerbaar te maken voor tweedejaarsstudenten. De studenten zijn nagegaan welke katalysatoren op de beste manier die getrapte omzetting van glucose in HMF bevorderen. In gewone mensentaal: als we dat goed aan de praat krijgen, hebben we met dit organisch materiaal een mooi alternatief voor olie als energiebron én als grondstof voor allerlei producten. Noem dat maar eens geen contextrijk onderwijs...

    Internationalisering is teruggebracht tot de kansrijke relatie met een van de betere universiteiten op dit gebied in Groot-Brittannië . Diversiteit in de studentpopulatie is geen onderwerp van gesprek, maar krijgt vorm in de groepjes studenten die samen aan opdrachten werken.

    Ik praat na met studenten. Een van hen is Shivendra Ramkhelawan. Hij is een half jaar in Warwick is geweest. Een zelfbewuste man, die nadenkt hoe hij zijn verhaal groter gaat maken. Wat zijn volgende stap is, weet hij nog niet precies. Het onderzoek waar we hier getuige van zijn, zou wel eens heel interessant kunnen zijn. Hij denkt aan een eigen bedrijf.

    Ik daag hem uit zijn nu nog kleine verhaal, groot te maken.

    Ron Bormans in gesprek met studenten Chemische Technologie.

    Over de auteur

    Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

    Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

    Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.