Vrijdag 10 november: op bezoek op het RDM-terrein
De week loopt ten einde. Het is vrijdagmiddag. De man waarmee de vriendschap 56 jaar geleden begon in Zuid-Limburg, komt bij me op bezoek. Ik laat hem delen van de hogeschool en van Rotterdam zien. Ons beider dames zijn erbij. Al wandelend over het RDM-terrein, wisselen het Limburgs en het Nederlands elkaar af. Later in de week zou ik een column publiceren met een pleidooi voor zorgvuldige en een beetje strenge omgang met het Nederlands in het onderwijs. Laat jonge mensen vrij zijn in hun keuzes in hun private domein maar wees streng waar het gaat om het publieke domein. Slecht onderwijs in het Nederlands vermindert hun kansen in de samenleving, aangezien het Nederlands de taal is van ons publieke domein. Dieper: door slordig te zijn in de hantering van onze taal, laten we kansen liggen in het verbinden van mensen.
Welk dramatisch effect dat kan hebben illustreert socioloog Ilias El Hadioui met verwijzing naar Frankrijk: “Dertig jaar geleden is er in de Franse grootstedelijke omgeving een afslag genomen, die ertoe heeft geleid dat er op dit moment in de banlieues grote groepen jongeren zijn die geen enkele taal meer correct beheersen”. Met alle gevolgen van dien.
Mijn vriend en ik keuvelen tijdens de rondleiding door de imposante panden op het RDM-terrein gezellig in het Limburgs. We kunnen niet anders. Die taal, dat dialect verbindt ons. Als we stilstaan bij al dat mooie onderwijs dat daar verzorgd wordt, de bedrijven die daar tot wasdom komen, schakelen we met het grootste gemak over op het Nederlands. Ook dat is vanzelfsprekend, zeker als we in gesprek raken met mensen die ons een glimp gunnen van de nieuwe bedrijvigheid die zich daar aan het ontwikkelen is. De man die ons met veel passie rondleidt, verontschuldigt zich een beetje voor de rust in de immense hal: “Het is vrijdagmiddag, hè ”. Mijn vriend en ik hebben net in het Limburgs tegen elkaar gezegd dat we het nog zo druk vinden, ondanks dat we richting vrijdagavond bewegen ……
Zaterdag 11 november: open dag
Met dezelfde ontspanning wandel ik de dag erna door onze gebouwen om te genieten van onze open dag. Mijn ontspanning staat overigens in schril contrast met het harde werken van veel collega’s om die meer dan 10.000 jonge mensen (en vaak hun ouders) goed duidelijk te maken waar de opleiding voor staat, wat je er mee kunt, wat er van je verwacht wordt. Ik probeer op die open dag altijd een beetje op te gaan in de massa (geen pak met das, maar nette vrijetijdskleding), om daarmee een scherp beeld te krijgen van hoe mensen naar ons kijken, met welke verwachtingen jonge mensen komen.
Het mooiste vind ik steeds de wisselwerking tussen de toekomstige studenten en hun ouders. Ouders zijn heel belangrijk in het keuzeproces van hun kinderen, maar moeten hun interventies zorgvuldig plegen. Ik weet dat als vader van drie zonen als geen ander en weet ook niet goed of het mij altijd lukt. Goed doseren en timen zijn van groot belang. Ik vang flarden van gesprekjes op die dat illustreren: “Nee, mam, daar ga ik echt niet naar kijken”. Of dat prachtige beeld van die net iets te enthousiaste vader of moeder in gesprek met een collega: “Mooi, hè, Erik, kijk hoe dat werkt”. Aan de puberaal-afwezige blik van Erik zie ik dat het deze opleiding niet gaan worden. En toch is ook dit gesprekje belangrijk, als het Erik tenminste aanzet net wat beter na te denken hoe hij zijn toekomst ziet en welke keuzes hij dan moet maken.
Zondag 12 november: Rotterdam International Case Competition
In ons mooie nieuwe gebouw aan de Kralingse Zoom verzamelen 16 teams van steeds 4 studenten met hun coaches zich. Studenten die heel goed weten wat ze willen. Het zijn 16 teams uit verschillende landen (van Thailand tot de Verenigde Staten, van Duitsland tot Ierland) die tegen elkaar gaan strijden om de eer. De studenten gaan zich buigen over een echte casus uit het bedrijfsleven, geschreven door onze docenten in samenwerking met mensen uit het bedrijfsleven, die de casus veelal ook zelf presenteren. In een tijdinterval van 3,5 tot 6 uur moeten de studenten zonder telefoon, internet of welke verbinding dan ook met de buitenwereld, met een beperkt aantal boeken ter beschikking, een presentatie voor een strenge jury voorbereiden.
Het optimisme van de bedrijvenhal op RDM gaan we de komende week ook voelen tijdens de Rotterdam International Case Competition (RICC). In een wereld die een nieuwe dynamiek te zien geeft van een zoektocht naar nieuwe bedrijfsmodellen, andere vormen van samenwerking, inclusiviteit en nieuwe uitdagingen, waarin duurzaamheid vaak centraal staat, laten deze jonge mensen hun denkkracht en onbevangenheid zien en presenteren ze verrassende oplossingen. Een ode aan de jeugd, optimisme en toekomst.
Dat is meteen ook de rode draad van mijn openingsspeech hier: nieuwe vragen vragen om nieuwe antwoorden. Ik benadruk de kracht om dat in een competitie te doen, met verwijzing naar sportmetaforen. In het Engels. Het denken over taal in termen van het onderscheid tussen het private en publieke domein leert ons dat ook het publieke domein een gelaagdheid kent. Voor veel bedrijvigheid en zeker ook het maatschappelijke verkeer is het publieke domein gebaat met een goede beheersing van het Nederlands. Maar datzelfde Nederlands verbindt uiteraard niet op dat grotere publieke podium, te weten de wereld. In mijn bijdrage voor Scienceguide, als een van de ‘opwarmers’ voor het landelijke taalsymposium dat Hogeschool Rotterdam 29 november samen met het blad organiseert, schrijf ik:
“Nederland is een klein land, dat omgeven wordt door een veel grotere publieke ruimte waarin het Engels de taal is. Om verbinding te kunnen maken met dat deel van het publieke domein, is het doceren van Engels een must en moet je ook toejuichen dat een deel van het onderwijs in het Engels verzorgd wordt. Maar dat moet niet de norm of gewoonte worden. In dat geval zal het hoger onderwijs, nog meer dan nu het geval is, elitair van karakter zijn en mensen eerder isoleren dan integreren.”
Dat internationale domein heeft ook een plek in onze hogeschool, we hosten namelijk een heel bijzonder evenement waar universiteiten uit de hele wereld aan meedoen.
Vrijdagavond: galadiner op het SS Rotterdam
Het diner ter afsluiting van de RICC vindt plaats op een iconische plek in Rotterdam: het SS Rotterdam, definitief aangemeerd op Katendrecht. De studenten zien er perfect uit. De heren in pak, met das of strik. De dames elegant, al dan niet in lange jurk. Jonge mensen, die op het grensvlak van jeugd en volwassenheid doorgroeien naar het laatste. Het team van de hogeschool neemt zijn verlies, ondanks dat ze de jury-waardering niet altijd begrepen hebben. Aan de sfeer aan hun tafel kun je aflezen dat hun blik alweer op de toekomst gericht is. De jury geeft twee individuele prijzen aan een Thaise student en een studente van de EUR (beste analyticus, beste presentatie). Mijn collega Angelien Sanderman, jury-lid van de finale, maakt het winnende team bekend: het team van Concordia University uit Montreal, Canada. We klappen onze handen stuk die avond.
Met het team van HR en hun coaches
De meest indringende staande ovatie van de studenten is voor de collega’s Hans van Opheusden en Gerard van der Star. Ik mag hen bedanken en noem ze rolmodellen. Omdat ze als geen ander invulling geven aan ons adagium ‘Exceed Expectations’. Ze hadden en hebben een droom: het verbinden van wat zij noemen ‘business onderwijs’ met sport, interdisciplinair, ingebed in de vraagstukken van nu en de toekomst. Zij laten zien dat de moderne uitdagingen niet alleen de (grote) bedrijven uitdagen, maar ook een hogeschool als de onze. En ze laten ook zien hoe dat kan. Met een professionele houding en kwaliteit waar je ‘u’ tegen mag zeggen.
In de traditie van de Thaise delegatie buig ik voor ze.
Over de auteur
Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.
Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.