Lapzwansen
Soms hoor je een woord dat een beetje verdwenen is. Een woord dat meer een echo van het verleden is. Kan gênant zijn, omdat degene die het woord gebruikt klaarblijkelijk de teloorgang van het woord gemist heeft. Het kan ook een glimlach oproepen, doordat het een positieve echo vanuit het verleden is. Zo’n woord kan dan een hoge attentiewaarde hebben. In een gesprek met collega’s van onze kunstacademie, de Willem de Kooning Academie, viel op enig moment zo’n woord. Het probleem van de huidige tijd zou zijn dat studenten geen ruimte meer hebben om te ‘lapzwansen’, klinkt het; we zijn de kwaliteit van ‘het nietsdoen’ kwijtgeraakt. Ik moest glimlachen want het was niet best als mijn vader in mijn jeugd iemand een ‘lapzwans’ noemde...
Dinsdag 18 juni: over psychisch kwetsbare studenten
De laatste tijd verschijnen er nog al eens berichten over de psychische kwetsbaarheid van een deel van onze studenten. Ons eigen blad Profielen heeft in 2016 een onderzoek laten uitvoeren - het grote HR (on)geluksonderzoek -, waaruit bleek dat 7,1 procent van de studenten zichzelf depressief vindt. Voor een kleine, maar te grote groep studenten, is suïcide zelfs een optie. We hebben het hier overigens niet over een uniek Rotterdams vraagstuk. Recent onderzoek, uitgevoerd op de Zwolse Hogeschool Windesheim, leert dat een kwart van de studenten burn-outklachten heeft.
We bespreken dit vraagstuk met betrekking tot onze studenten van de Willem de Kooning Academie. Om scherp te krijgen in welke mate het speelt, om te kijken hoe we als school met dit vraagstuk moeten omgaan én of we goed aangesloten zijn tot de professionele netwerken. Het is immers altijd een kwestie van balans. Je mag de verantwoordelijkheid als school nooit te klein maken, maar er is ook altijd een risico dat je die té groot maakt. En dat je een verantwoordelijkheid op je neemt die te groot is.
Intercollegiaal overleg
Ik ben tijdens het gesprek onder de indruk van de zorgvuldigheid waarmee onze decanen dit vraagstuk benaderen: open naar elkaar toe, zodat je in intercollegiaal overleg kunt kijken hoe ver te gaan. En vooral: wat te doen, gebruik makend van de complementaire kwaliteiten die decanen hebben en elkaar steunend bij lastige situaties. Want die zijn er. Naast de werkelijkheid van de statistieken, zijn onze decanen elke dag met de studenten in gesprek.
Het gesprek dwarrelt op enig moment richting de vraag: hoe komt het dat zo veel jonge mensen kwetsbaar zijn? Is de druk van de moderne tijd te hoog? Het moet steeds sneller en beter, waarbij studenten aan de kunstacademie ook nog eens vatbaar zijn voor een streven naar perfectie en uitmuntendheid.
Jonge mensen voelen druk
We moeten meer ruimte geven voor ‘gelapzwans’, zegt een studieloopbaancoach op enig moment. Er zit te weinig rust in het systeem, te weinig ruimte om niets te doen. De lapzwans is de nietsnut, hetgeen niet bepaald een aanbeveling is. Maar je kunt er ook positief naar kijken: geef net wat meer ruimte om eens even niets nuttigs te doen.
In de moderne hijgerigheid, zoals velen van hen de druk ervaren, is de ervaring dat veel studenten meer tijd nodig hebben om af te studeren. Als we weten dat dát het probleem is, waarom programmeren we daar dan niet op en creëren we daarmee wellicht net iets meer ruimte voor hen om even niets nuttigs te doen? Ik denk dat sommige studenten dat verdienen. En dat we daarmee de kwaliteit van hun bestaan en ons onderwijs hoger kunnen maken. Hier moeten we na de zomer nog maar eens heel goed over doordenken.
Donderdag 28 juni: Studenten laten ons een gemengd maar hoopvol beeld zien
De cijfers van de NSE worden vandaag gepubliceerd. Het is een maand later dan we gewend zijn omdat bij Studiekeuze 123 de nieuwe privacywetgeving vertraging opleverde. Voor ons is de NSE een belangrijke indicator. De NSE is niet de kwaliteit van ons onderwijs, maar de NSE indiceert die wel.
Studenten houden ons dit jaar een spiegel voor met een gemengd resultaat, waar we gemengde gevoelens bij hebben. Mijn algemene beeld is dat we stappen vooruit maken op de belangrijkste thema’s.
De algemene tevredenheid daalt, na een jarenlange stijgende lijn, net als vorig jaa met 0,06: van 3,79 naar 3,73. Een lichte daling, maar deze had ik liever niet gezien. Tevreden ben ik omdat we op de thema’s docenten en onderwijs goed scoren. Onze studenten zijn meer tevreden dan vorig jaar over de kwaliteit van docenten: over hun bereikbaarheid, betrokkenheid en deskundigheid. Ook studiebegeleiding scoort hoog in vergelijking met andere hogescholen. En ook de thema’s roostering, studiefaciliteiten, studielast, informatievoorziening, kwaliteitszorg en de wijze waarop de opleiding omgaat met de stage scoren significant hoger dan vorig jaar. Al met al een resultaat waar we als hogeschool tevreden over mogen zijn.
Hard werken en hard lachen
Zo’n algemeen getal zegt iets, maar zeker niet alles. Het wordt betekenisvol als je inzoomt op individuele opleidingen. En dan zie je het resultaat van hardwerkende collega’s die, terwijl ze geconfronteerd worden met grote uitdagingen, hun studenten het best denkbare onderwijs bieden. Er zijn er behoorlijk wat. Onze opleidingen die verbonden zijn in het Rotterdam Mainport Institute (RMI) zetten een enorme stap voorwaarts; met dank aan docenten én ondersteuners die geholpen hebben een prachtige school neer te zetten in het iconische gebouw van STC aan de Maas.
Of wat te denken van de opleiding Vastgoed en Makelaardij? Zij maakten afgelopen jaren een enorme groei door (van 116 naar 284 eerstejaars), zetten hun schouders eronder en scoren op de 5-puntsschaal een 4,2. Formule? Hun onderwijsmanager zegt het als volgt: “Hoge ambities, grote betrokkenheid, strak georganiseerd, goede ondersteuning, hard werken en hard lachen.”
Woensdag 4 juli: 10 geboden als kompas in een harde wereld
Studenten van de tweejarige Ad-opleiding Arts & Crafts presenteren hun afstudeerwerk, variërend van een relatiegeschenk, ontworpen voor de hogeschool zelf (in de vorm van sieraden gebaseerd op onze gebouwen); maar ook een jonge vrouw die prachtige kasten ontwerpt die geen schroeven of wat dan ook nodig hebben om stevig te zijn. Indruk maakt ook de jongeman die zichzelf met zijn eigen tien geboden houvast geeft in een wereld die uitdaagt, hard is en verwarrend wat betreft zijn normativiteit.
Tekst gaat onder de foto verder.De Arts & Crafts graduation show
“Ik heb iets nodig om positie te kunnen innemen in de wereld van het ontwerpen van kleding,” zegt hij, gevraagd naar het waarom van zijn zelf opgestelde tien geboden. Hij wil onderdeel zijn van die wereld, maar zich er niet in verliezen, omdat die wereld met zijn harde commercialiteit ook schaduwzijden heeft. Dus laat hij kleding zien die dit tot uitdrukking brengt: een jas die past rondom een vuilnisbak, daarmee de cyclus van de wegwerpmaatschappij letterlijk kortsluitend.
Ik mag nooit stoppen
Hij heeft zijn eigen Dekaloog opgesteld, zijn eigen tien geboden. En heeft zich daarmee een kompas verschaft in die wereld. “Ik stel ieder individu gelijk en in staat zijn/haar identiteit uit te dragen.” Of: “De uitvoering is slechts een weerspiegeling van de idee.” Zijn laatste gebod fascineert mij het meest: “Ik mag nooit stoppen...”
Ik vraag hem naar het waarom. Hij glimlacht. En verwijst slechts naar het feit dat hij de punt niet meteen na het woord ‘stoppen’ geplaatst heeft. Is dat zijn eigen zoektocht naar balans?
We gaan even stoppen met z’n allen. De zomer gaat beginnen; tenminste, voor de meeste van onze collega’s en studenten. Het is iedereen gegund. Los van de vraag of we ons dagelijks leven niet met meer rust en reflectie moeten larderen, is de zomer in ieder geval een mooi moment voor die rust, ook al beleeft een enkeling die buitengewoon actief.
Ik ga met een gevoel van dankbaarheid de zomer in. Dankbaar dat we dit werk voor al die studenten mogen doen. Dankbaar voor al die collega’s die zich elke dag weer realiseren hoe belangrijk dat werk is. Dankbaar voor die collega’s die de zomer doorwerken en ervoor gaan zorgen dat we in augustus weer een mooie, nieuwe frisse start kunnen maken.
Het heerlijke nietsdoen gaat bijna beginnen.
Over de auteur
Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.
Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.