Ik was een paar jaar geleden met mijn vrouw in Parijs, onze favoriete stad. De week daarvoor wierpen twee voorspellingen hun schaduw vooruit: het weer zou mooi worden, de stad onrustig. De voorspelling van het mooie weer kwam uit, dus Parijs toonde zich aan ons in al haar elegantie en grandeur. De onrust bleef op afstand, maar fladderde soms ons hotel, restaurant, museum binnen, in de vorm van gedempt geluid van sirenes. Het kwam niet echt binnen, maar was wel aanwezig.
Zulke weken hebben we achter de rug. Binnen Hogeschool Rotterdam werken we gestaag door aan de kwaliteit. Met toewijding en rust. Buiten is het onrustig, wordt gestaakt en wordt gemopperd op het beleid, de minister, het rendementsdenken, de lumpsum, het lerarentekort, de verkeerde prioriteiten van besturen, de kilheid van managers, de grilligheid van politiek en gebrek aan representatie van vakbonden. Buiten worden akkoorden gesloten en gebroken, lopen mensen met spandoeken op straat die dat bij grote voorkeur niet doen. Zij willen de samenleving iets duidelijk maken, iets wat klaarblijkelijk met een incidenteel half miljard niet te verhelpen is. Dat op zich al, zegt iets.
Dinsdag 29 oktober, 9.00 – 13.30 uur: De eerste 100 dagen
Bij onze collega’s van Inholland in Den Haag puilt de zaal uit. De bijeenkomst gaat over het belang van de eerste 100 dagen op een hogeschool voor het studiesucces van eerstejaarsstudenten. De belangstelling van docenten, deskundigen en een enkele bestuurder voor het thema is groot. De organisatie heeft rekening gehouden met het gebruikelijke fenomeen van 15% ‘no show’ bij dit soort bijeenkomsten, maar de ‘no show’ komt opdagen. Resultaat: net binnen de marge van wat van de brandweer mag, zitten mensen op de trap.
Kennisdelen
De hogescholen in de Randstad leggen zich niet neer bij de hoge uitvalpercentages die ook nog eens scheef verdeeld zijn over categorieën studenten. De inspirerende keynote van mijn Inholland-collega Jet de Ranitz maakt dat nog eens duidelijk. Meer en meer snappen we waar dat vandaan komt en wat ons te doen staat. En meer en meer lukt het ons die kennis te delen. We delen de ervaringen die wij in Rotterdam opdoen met wat we noemen inclusieve pedagogiek. Amsterdam heeft initiatieven ontwikkeld hoe we eerste generatiestudenten een betere start kunnen geven. Inholland helpt studenten een stevig netwerk te ontwikkelen in het begin van hun opleiding, Leiden deelt de ervaringen met nieuwe vormen van studiebegeleiding, Den Haag hoe zij jongens extra aandacht geven en Utrecht met welke analysemethodes we greep kunnen krijgen op studieuitval.
Durven vertrouwen op de expertise van onze professionals, studenten en mensen uit de staf, stimuleren van het delen van kennis, durven erkennen van wat ingewikkeld is én waar we een weg te gaan hebben. Dat zijn de grondslagen van het moderne hbo.
Woensdag 30 oktober, 11.00 – 12.00 uur: Verkenning Economisch domein
Onze jaaropening in september stond in het teken van een klassiek thema: onze relatie met de arbeidsmarkt. Is het moderne hbo klaar voor de toekomst in de zin van: bereiden we onze studenten voor op een toekomst die we nauwelijks kennen, maar waarvan we wel vermoeden dat die wezenlijk anders is dan hoe het heden zich aan hen presenteert? Vandaag gaat het hier ook over. Centraal stond de vraag – tijdens een bijeenkomst onder leiding van mijn collega Zakia Guernina - hoe we met name het onderwijs in (wat wij noemen) het economische domein klaarstomen voor de toekomst.
Kwaliteit en kwantiteit
De vragen zijn kwalitatief van aard: zoeken we voldoende de zogenoemde ‘cross-overs’ op, zijn de opleidingen voldoende verrijkt met moderne thema’s als ICT, data-analyse en de oprukkende algoritmes? Maar ook de vraag vanuit welke waarden die opleidingen zijn ontworpen. Is dat louter vanuit een (neo-)liberaal perspectief of ook met een maatschappelijke inslag, voorzien van ethische vraagstukken, het vraagstuk van circulariteit in de bedrijfsmodellen, et cetera. De discussie heeft een venijnig randje gekregen waar de vraag zich ook uit in kwantitatieve termen: leiden we in het hbo niet te veel mensen op in het economische domein?
In Rotterdam hebben betrokken hogescholen en ROC’s besloten die vraag eens aan een denktank voor te leggen. Deze woensdag spreken de bestuurders van die hogescholen met een denktank bestaande uit topondernemers, een wethouder en een hoogleraar over dit vraagstuk. Het gesprek is informerend, omdat de denktank haar gedachten nog aan het ontwikkelen is. Eerste resultaten mogen we begin volgend jaar verwachten.
Maatschappelijk wenselijk, bedrijfseconomisch realistisch
Best spannend wat hier uit gaat komen. Het zou wel eens een stevige ontwikkelopdracht kunnen inhouden, niet alleen overigens voor het Rotterdamse hbo. Maar wellicht worden er ook uitspraken gedaan over het wenselijke volume. Dan kunnen we op een spannend snijvlak terechtkomen. In mijn lessen ‘Strategy’ zou ik het een paradox noemen. Een snijvlak van maatschappelijke wenselijkheid en bedrijfseconomische realiteit. Dan zal het niet lang duren voordat het woord ‘rendementsdenken’ valt. Maar zoals het gaat met paradoxen, de gemakkelijke oplossing is er niet. Als er maatschappelijk een aanleiding is om een bepaalde opleiding kleiner te maken, dan heeft dat consequenties in termen van geld, levensvatbaarheid en... mensen.
We wachten af waar de denktank mee gaat komen. Ik heb namens Hogeschool Rotterdam verklaard de aanbevelingen te gaan gebruiken als uitgangspunten voor ons beleid, uiteraard als we daarbij tot samenwerking weten te komen met collega-hogescholen en de ROC’s.
Donderdag 31 oktober, 10.00 – 12.00 uur: Op bezoek bij onze pabo
We hebben een prima pabo. Die staat hoog genoteerd in de Keuzegids, had bij de vorige accreditatie het predicaat ‘goed’, leunt op de pijlers degelijke kennis, gevoel voor pedagogiek én grootstedelijke oriëntatie, maar zou meer instroom kunnen gebruiken. Scholen schreeuwen om leerkrachten. In dat spanningsveld is de druk om te leveren groot en de druk kan te groot worden als die druk uitnodigt om concessies te doen in de kwaliteit.
Kwaliteit staat op één
Op weg naar de volgende accreditatie laat de pabo mij zien waar ze staan. Ik toon me onder de indruk van hun kwaliteitsbesef. Dat is geen ‘managementding’. Dat is een cultuur. En juist omdat het een cultuur is, is het hanteerbaar. De pabo weet als geen ander waarom we meer mensen moeten willen opleiden, maar zal dat altijd doen aan de goede kant van de kwaliteitsstreep.
Het mag eigenlijk niet omdat ik dat nooit zeker weet. Maar ik spreek het toch uit. Onze pabo gaat die accreditatie op een mooie wijze doorstaan.
Woensdag 6 november, 11.30 – 13.00 uur: Uitvoeringsplan en financiële implicaties huisvesting
We hebben een stevige agenda wat betreft onze huisvesting. Onze visie op huisvesting – we willen midden in en verbonden met de stad blijven – maar ook aflopende en duurder wordende huurcontracten (Rotterdam zit in alle opzichten in de lift), de wens naar Zuid te gaan, de noodzaak te werken aan de klimaatbeheersing van de vaak oude, monumentale panden en een toenemende behoefte aan ruimte, zorgen voor die agenda.
In een bijeenkomst – onder leiding van mijn collega Wijnand van den Brink, met een hoofdrol voor onze directeur Financiën, Ron van Kints – bespreekt het College van Bestuur met de Raad van Toezicht verschillende scenario’s hoe die grote huisvestingsopgave is te financieren. Binnen het programma van eisen van een financieel gezonde hogeschool (wat voor het lange termijn perspectief heel belangrijk is en zich uitdrukt in kil klinkende, maar o zo belangrijke parameters als solvabiliteit en current ratio) komen verschillende scenario’s voorbij.
We hebben de wens om de exploitatie voor huisvesting op 7 á 8 procent te houden ten opzichte van het totaal. We willen ons geld immers vooral uitgeven aan docenten en mensen die het onderwijs ondersteunen, maar wat veel belangrijker is: we willen huisvesting hebben die voldoet aan de moderne eisen van hoger onderwijs, met prima ict-voorzieningen én een gezond leefklimaat. Regulier hebben we de komende jaren 100 miljoen euro nodig om de bestaande gebouwen up-to-date te houden, een kleine 50 miljoen om een nieuw gebouw neer te zetten op de Kralingse Zoom en nog eens ruim 100 miljoen om de rest van onze ambities te verwezenlijken.
Bestuur, medezeggenschap, toezicht
Er worden vandaag geen besluiten genomen. Maar we delen wel het meerjarig perspectief waarbinnen de komende jaren concrete investeringsbeslissingen genomen gaan worden. Met een Raad van Toezicht in een goede positie om toezicht te houden en een medezeggenschapsraad die eveneens de vinger aan de pols houdt werken we aan het gewenste resultaat: een gebouwenbestand dat een aangenaam, mooi en vooral functioneel thuis biedt aan ons onderwijs en onderzoek.
Het voelt een beetje ongemakkelijk, in Parijs naar het museum, terwijl je die vlaag van een sirene hoort. Weliswaar ver weg, in een andere buurt, maar toch. En het geeft te denken.
Wat er in het onderwijs gaande is, komt ook bij ons binnen. Niet op de directe manier waarop het zich manifesteert in het basisonderwijs of op onze universiteiten, ook bij ons klinken signalen door. Net wat meer gedempt, zoals de sirenes in Parijs. Dat geeft opnieuw te denken. Signalen moet je altijd goed willen horen. Oplossingen die in de hitte van de straat geformuleerd worden, nog eens goed doordenken.
In die sectoren waar de onrust groot is, hoor ik soms oplossingen doorklinken die mij ruw in de oren klinken als ik ze projecteer op het hbo. Misschien moet ik dat niet doen, maar als mensen het podium krijgen om die ruwe teksten te verspreiden over hoe besturen in de wedstrijd zitten en wat voor verschrikkelijks er gebeurt als gevolg van de lumpsum, hoe weinig erkenning de professional krijgt, etc., dan lukt het me niet om dat op mijn hogeschool te betrekken.
Waarmee niet gezegd is dat we alles goed doen. Of we dat goed doen in het hbo, in Rotterdam, moeten anderen beoordelen. Maar laten we wel beseffen dat sirenes een hele positieve functie hebben om samenlevingen alert te doen zijn, maar soms ook een te omvattende dynamiek kunnen veroorzaken.
Er gaan dingen fout in het onderwijs. Maar er gaan ook zeker heel veel zaken goed in het onderwijs.
Over de auteur
Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.
Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.