Concentreer je op Rotterdam dan ligt de rest van de wereld aan je voeten. Dat is iets wat ik me zelf vaak hoor zeggen. Dat is niet een recent verworven Rotterdams chauvinisme - hoewel ik inmiddels wat besmet ben geraakt met het 010-virus - maar een uitdrukking van onze strategie. Hoger beroepsonderwijs moet sterk verankerd zijn in het hier en nu. Hoger beroepsonderwijs ademt haar omgeving en de dynamiek van de omgeving giert onze scholen binnen. Dat is soms een kwestie van de deuren openzetten, maar soms hoeft dat niet eens: de dynamiek van de samenleving dringt zich aan ons op.
Op hetzelfde moment is hoger beroepsonderwijs grenzen opzoeken, de wereld verkennen, het bestaande ter discussie stellen, ondernemend zijn, het jezelf moeilijk maken. Dat lijkt een onmogelijk opdracht, maar dat is het niet. Als je maar goed in je eigen omgeving om je heen kijkt zie je de rest van de wereld. Als je wat je in je eigen omgeving ziet goed vergelijkt met de rest van de wereld, leer je. Als je niet alleen het gevestigde en het vanzelfsprekende in je omgeving opzoekt, maar ook de randen, het nieuwe en dat wat nog niet helemaal uitgekristalliseerd is, innoveer je. Zeker in zo'n grootstedelijke context die Rotterdam ons biedt. Kijk goed naar Rotterdam en je ziet 'door Rotterdam heen' de wereld.
Maandag 31 maart: aan de wandel met de wijkagent
Ik ben niet in Rotterdam geboren en woon er niet, dus moet ik beter dan anderen mijn best doen de stad te doorgronden. Dat hoort zo als bestuurder. En dus grijp ik elke kans aan om Rotterdam beter te leren kennen. Vandaag wandel ik met wijkagent Wilco Berenschot twee uur door zijn wijk, het Nieuwe Westen. Geen straf. Het voorjaar explodeert bijkans. Wilco vertelt over zijn manieren om contact met de wijk te houden, door elke dag aan te bellen bij buurtbewoners met de vraag of hij zijn boterham daar mag opeten ('Agent bijt hond'). Of door een tafeltje in de wijk neer te zetten in de hoop dat mensen aanschuiven en hun verhaal vertellen ('Mobiele wijktafel'). Door actief te zijn op twitter ('Twittercops'). Het werkt. Mensen groeten hem, vaak vriendelijk, soms licht argwanend en hij kent het verhaal van bijna iedereen. Mooie verhalen van mensen die kansen pakken, spannende verhalen van jongeren die op de grens liggen van participeren in de samenleving versus afhaken. Verhalen die me leren dat het vaak ook een kwestie van een heel lange adem is en uithoudingsvermogen.
Een buurtbewoner in de Hofstedestraat spreekt Wilco aan. Na een grote schoonmaakactie van afgelopen weekeinde zwerft het vuil weer over straat, bij geluidsoverlast komen collega's van Wilco niet onmiddellijk kijken wat speelt. Wilco toont begrip voor de man, maar toont zich ook loyaal naar zijn collega's. Niet altijd eenvoudig, lijkt me als je zo in de eerste lijn staat. Je voelt een zekere spanning tijdens het gesprek. Veel huizen lijken potdicht te zitten en ik vermoed dat daar mensen wonen die meer in zichzelf gekeerd zijn dan naar de buurt toe leven. Soms beweegt het gordijn en gluurt iemand naar buiten. Een lange weg te gaan. Terwijl we de dag begonnen in een haven van optimisme: met koffie en 'superfood' bij Alia Azzouzi van EspressoDates (tevens voorzitter van de ondernemersvereniging Middellandstraat), met een doordringende lentezon op de achtergrond. Een eerdere wandeling door de wijk had ik daar afgesloten.
Woensdag 12 maart: aan de wandel met de gebiedsmanager
'Gebiedsmanager Middelland & het Nieuwe Westen' staat op het visitekaartje van Lot Mertens. We kennen elkaar uit een heel andere context: Lot is de dochter van mijn eerste baas. Toen noemde ik haar Lotje. Grappig om elkaar weer tegen te komen in een heel andere setting. We beginnen onze trip bij Stefano Campailla van La Zia Maria op de Nieuwe Binnenweg: koffie op zijn Italiaans. Daar ontstaat het eerste gesprek. Een man van Bulgaarse afkomst heeft wat te vieren op een schaarse vrije dag en gaat met een indrukwekkende bestelling naar huis.
We drinken koffie bij de bloemenzaak van Ed van der Touw (tevens voorzitter ondernemersvereniging Nieuwe Binnenweg). Een stevige vlag van Sparta siert zijn kantoor. Ed wordt ondersteund door studenten van de hogeschool in zijn pogingen vanuit eenheid verder te werken aan de vitaliteit van de Binnenweg. Met name moet er hard gewerkt worden om allochtone ondernemers te overtuigen van het belang van samenwerking. Niet veel later spreek ik die studenten in de scholingswinkel van het Albeda College: twee zelfbewuste studenten Commerciële Economie die er voor gekozen hebben hun stage in een niet-commerciële omgeving te houden. Ze doen dat wel op een ondernemende manier. Het is pionieren hier en gebaande paden bestaan niet. Een studente van onze opleiding HRM treedt op als directeur P&O van de scholingswinkel. Ook hier hetzelfde verhaal: sommige vraagstukken zijn weerbarstig, maar het is mogelijk met niet-conventionele methoden greep te krijgen op de vraagstukken en een positieve dynamiek te organiseren. Leerzaam is het zonder meer. Op weg naar het normale kantoorleven lopen we nog langs de plek waar een mevrouw ('Betsy') tien jaar dood gelegen heeft in haar huis. Het voelt wat ongemakkelijk 'toeristisch' als we er even stil blijven staan om te analyseren wat daar precies fout gegaan is en waar dat voor staat: anonimiteit, eroderende gemeenschapszin en/of ongemakkelijk toeval?
Het duizelt me wat als ik naar mijn kantoor loop. Dit is de biotoop van onze hogeschool, dit is de werkelijkheid waar een deel van onze studentpopulatie uit voortkomt. Ik heb nog niet te pakken hoe de vertaalslag te maken naar de werkelijkheid die op me wacht op kantoor. Weet wel dat het goed is dat we als hogeschool de samenleving in al zijn complexiteit opzoeken. Daar leren onze studenten van. Daar knapt die samenleving een beetje van op.
Donderdag 3 april: feestelijke opening van Centre of Expertise RDM
De hogeschool heeft in haar strategie gekozen voor een tweetal aandachtsgebieden: we noemen dat Zuid en Haven. Zuid staat voor een programma dat Maatschappelijke Innovatie in het vaandel heeft en waarin de hogeschool de maatschappelijke problematiek opzoekt om daarmee onze studenten in aanraking te brengen met deze problematiek om er van te leren, maar ook om mee te helpen nieuwe oplossingen te ontwikkelen en in praktijk te brengen. Oplossingen overigens die ook in West, Noord, of in andere steden ontwikkeld worden en toepasbaar zijn.
De tweede focus betreft de haven, waarbij allerlei haven gerelateerde vraagstukken - van duurzaamheid tot logistiek, van bewonen van water tot geavanceerde oplossingen voor scheepsbouwvraagstukken - dienen als inspiratie voor onze onderwijs en onderzoek. Het daaraan gekoppelde Centre of Expertise noemen we RDM, aangezien zich veel van onze activiteiten op dit terrein afspelen op de RDM Campus. We zijn in de bevoorrechte positie dat het Rotterdamse havenbedrijf de voormalige scheepswerf RDM ontwikkeld heeft en ons daarmee in de gelegenheid stelt ons onderwijs en onderzoek in een mooie oud industriële omgeving te verbinden met innovatieve bedrijven, veelal haven- of maritiem georiënteerd. Vandaag teken ik de nieuwe huurcontracten en een nieuw samenwerkingscontract met het havenbedrijf, waarmee de condities ook voor de komende 4 jaar weer gecreëerd zijn om ons onderwijs, onderzoek en innovatieve maakindustrie met elkaar te verbinden. Het zindert op RDM, het moet nog veel meer gaan zinderen. Op deze feestelijke dag strooien we met beelden: kraamkamer van innovatie, RDM als de keuken van de haven...
Hoger beroepsonderwijs moet geworteld zijn in bestaande kennis, moet studenten het ambacht leren, maar hen ook uitdagen te vernieuwen, ondernemendheid te vertonen. Onderwijs moet een beetje schuren, moet een beetje ongemakkelijk zijn doordat we studenten dwingen het gebaande pad te verlaten, dat geldt voor onze CE-studenten in West, dat geldt voor veel techniekstudenten op de RDM Campus. Dat geldt eigenlijk voor ons als hogeschool in totaliteit en ik zie het elke dag. Mooi voorbeeld is het contract dat we op 9 april tekenen met Zorgeloosch Junior, waarmee een leerbedrijf start op de Kralingse Zoom waar studenten van allerlei economische disciplines samen leren en werken in een echt bedrijf en daarmee opgeleid worden tot de nieuwe financiële professional. Als ik bij dat feestje studenten zelfbewust hun verhaal hoor vertellen rest niets anders dan trots.
Vrijdag 4 april: van Nederland naar Europa en weer terug naar Rotterdam
De bus vertrekt om 10 voor 8 naar Brussel, hoofdstad van Europa. We (onderwijsdirecteuren, lectoren en een paar mensen van de staf) gaan op bezoek bij Neth-ER, de Nederlandse vooruitgeschoven post in Brussel. Neth-ER volgt Brussel, leert ons de weg in Brussel en laat zien hoe je Brussel zou kunnen beïnvloeden. De belangen zijn groot. Brussel heeft veel onderzoeksgeld te verdelen en de Nederlandse universiteiten zijn heel succesvol in het krijgen van subsidie voor hun hoogwaardig onderzoek. Sommige hogescholen richten zich op Brussel om ook hun onderzoek gesteund te krijgen door Brussel. Ik ben altijd wat sceptisch geweest en heb steeds gevonden dat onze Focus daar (nog) niet moet liggen.
Ik ga mee om nog eens goed te testen of die scepsis wel terecht is. We krijgen inzicht in een Brusselse werkelijkheid waar miljarden in research gestopt worden, waar thema's aan verbonden zijn waar hogescholen zich mee zouden kunnen verbinden. Er wordt echter ook een kwaliteit en vooral een schaal gevraagd die het ons moeilijk maakt. Mijn wat onberedeneerde scepsis raakt beredeneerd. Veel van wat daar gebeurt staat te ver van ons af. Onze Focus hoort dichter bij huis te liggen.
En toch is het goed om er vandaag te zijn. De centrale boodschap is namelijk dat je niet moet kijken naar die ingewikkelde procedures, dat spel van lobbyen en netwerken, maar dat je eerst en vooral je eigen kracht moet ontwikkelen. Brussel bevestigt het fundament van onze strategie: we gaan keuzes maken, we gaan versterken waar we goed in zijn, we brengen Focus aan en vanuit die kracht gaan we ons verbinden met krachtige partijen en worden we op enig moment ontdekt. Zoals de kwaliteit van ons Kenniscentrum Zorginnovatie, dat in stelling begint te komen om wel aan het Brusselse spel te gaan deelnemen.
Het is ook goed om in Brussel weer eens geconfronteerd te worden met het gegeven dat we als land kwetsbaar zijn: we geven in Nederland relatief weinig uit aan R&D en Europa bereidt een studie voor waar uit zal blijken dat er een rechtsreeks correlatie is tussen de uitgaven voor R&D en economische groei. Ik besteed er een tweet aan die behoorlijk in de retweet zal gaan de komende dagen. Het leeft klaarblijkelijk.
Europa, Brussel is voor velen ook de kwade genius en vaak het toneel van demonstraties. Zo ook vandaag. Terwijl wij vergaderen, horen we helikopters overvliegen en blijkt het er achteraf stevig aan toe gegaan te zijn. Direct effect voor ons is dat de catering ons pand niet kan bereiken. Later doet de buschauffeur er lang over om ons op te pikken. Veel later dan de bedoeling is, gaan we terug naar Rotterdam. Alle tijd om nog eens over onze koers te praten. We voelen ons bevestigd in onze keuze van de verbinding met die stad. En door ons te verbinden met de vraagstukken van die stad, verbinden we ons met de wereld.
Over de auteur
Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.
Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.