Menu
    English

    Ontmoeting 37

    Een blogpost over veranderingen. Veranderingen van binnenuit, veranderingen in bedrijfsprocessen, hoe veel en hoe vaak moeten we veranderen in het onderwijs? Ron Bormans vraagt het zich af in deze ontmoeting. Verder aandacht voor roosterproblematiek en voor vrouwen in technische opleidingen.

    Er is een tijd geweest dat we voortdurend tegen elkaar zeiden dat het (hoger) onderwijs moest veranderen. Er bestond een beeld  dat het (hoger) onderwijs klaarblijkelijk niet meer voldeed aan de eisen die samenleving en politiek daaraan stellen. Op congressen viel het woord 'innovatie' zo frequent dat het een soort geloofsbelijdenis leek te zijn. Het beeld van die leuke reclame waarin een goeroe stelt dat 'alles anders wordt'. Misschien vind ik die reclame wel zo leuk omdat de ontnuchtering die volgt me zo aanspreekt. Na het opgeblazen betoog dat alles anders wordt en dat we hopeloos verloren zijn als we niets doen, volgt de ontnuchtering: "Ja, ja, anders nog iets?". 

    Dinsdag 2 september: roosterproblemen

    Op ons intern discussieplatform Yammer stelt een collega de roosterproblematiek bij een bepaalde opleiding aan de orde. De collega werkt bij Webcare, een samengestelde groep collega's die signalen uit de verschillende sociale media oppikt en probeert  bij klachten met name studenten de weg wijzen naar een oplossing.  Werkt erg goed. Soms vangen ze een signaal op dat bredere aandacht behoeft, zoals nu. Hoe kan het dat bij deze opleiding het rooster veel te laat wordt gepubliceerd?

    Er ontstaat een debat op Yammer, variërend van de basale vraag of we überhaupt met klassieke roosters moeten blijven werken, tot verklaringen hoe zo iets kan gebeuren. Ik meng me in het gesprek en vraag aandacht voor het feit dat we soms te vaak en te veel en met te hoge frequentie dingen overhoop halen. Er zijn opleidingen die te veelvuldig en te snel naar het instrument van het aanpassen van het curriculum grijpen en dan regelmatig  ook nog eens op zo'n manier dat er eigenlijk sprake is van een voortdurend instabiel bedrijfsproces. De ervaring leert dat dat een desastreus effect kan hebben op het op zich ingewikkelde ketenproces dat roosteren in de kern is.

    We veranderen soms te vaak, te indringend en met een te hoge frequentie zodat basale bedrijfsprocessen instabiel blijven.Dit is niet alleen een pleidooi om minder te veranderen. Het is ook een pleidooi om preciezer te zijn in watmoet veranderen. Soms wordt naar het instrument van het curriculum gegrepen, terwijl de onderliggende oorzaak van de problematiek ergens anders ligt: bij de professionaliteit in het team, de interne gerichtheid, de gebrekkige samenwerking of bij basale bedrijfsprocessen die niet op orde zijn. Veranderen an sich moeten we niet in de ban willen doen, maar we moeten veranderen zodanig doseren dat onze bedrijfsprocessen stabiel blijven en we moeten durven nadenken over wat echt aan de orde is en niet te snel naar aanpassing van het curriculum willen grijpen. 

    Woensdag 10 september: het invasieteam op bezoek

    Het kwaliteitsprogramma van de hogeschool heet Focus en heeft als kerngedachte: prioriteit voor de kwaliteit van het bacheloronderwijs. Onderliggend idee is dat we, zoals we het intern wel eens zeggen, 'de pyramide gaan kantelen'. Oftewel, meer zeggenschap voor teams van professionals, waarbij zij tegelijkertijd de verantwoordelijkheid accepteren om het beste onderwijs te leveren dat denkbaar is.  Daarmee hebben we wel een verandering te pakken.....

    Aan tafel zitten docenten, lectoren en onderzoekers die de handschoen willen oppakken, zelf initiatieven willen ontwikkelen op het gebied van onderwijsontwikkeling, zelf verantwoordelijkheid willen nemen etc. en bereid zijn die te delen met andere collega's. Zij hebben zich getooid met de naam 'invasieteam'. 

    Zij rekenen op enthousiasme, ik stel hen wat teleur. Zij vragen financiële steun voor hun plannen, plannen die 100% passen in de doelstellingen van ons Focus-programma en toch ga ik er niet in mee. Een dilemma manifesteert zich. Als we meer zeggenschap diep in de organisatie willen, moet dan de hoogste baas het begin van die beweging 'sponsoren' of hoort dan niet eerder dat gesprek over facilitering diep in de organisatie zelf gevoerd te worden? Het antwoord is natuurlijk 'ja'. Het dilemma bestaat daaruit dat diep in de organisatie deuren niet altijd als vanzelf open gaan. Daar kan het schuren tussen oud en nieuw, iets wat noodzakelijk, in ieder geval onvermijdelijk is. Door als bestuurder als hoofdsponsor te gaan optreden, lopen we het risico dat het invasie-element in de verdrukking komt.

    Een veel gebruikte veranderaanpak in het onderwijs  is om de vernieuwing wat buiten de bestaande orde te plaatsen, daar het nieuwe in de meer pure vorm te laten ontstaan en dan hopen dat zich dat 'als vanzelf' verspreidt naar de rest van de organisatie. Dat werkt maar ten dele. Ik geloof in de meer directe confrontatie van oud en nieuw, in het gesprek dat gevoerd wordt in de docentenkamer en niet in de bestuurskamer, in de louterende, dynamiserende kracht van schurende perspectieven. Met hier en daar een zetje in de rug vanuit het bestuur, het publiek steun uitspreken voor het initiatief en helpen in het vieren van het gesprek, ook diep in de organisatie.....Dat is precies wat ik te bieden heb. 

    Donderdag 11 september: de lerarenagenda

    "Too much love will kill you", zong Freddy Mercury (Queen) ooit. Een dramatische tekst, als je de levensloop van de man kent.

    Ik krijg - fan van Queen in mijn jonge jaren - het liedje niet uit mijn hoofd als ik op weg ga naar een overleg op het ministerie waar de minister en de staatssecretaris met de onderwijskoepels en de onderwijscoöperatie spreken over de rapportage van de lerarenagenda. De maatschappelijke en politieke aandacht voor deze sector is gigantisch. Dat is begrijpelijk aan de ene kant, maar aan de andere kant is het de kiem voor juist een averechts effect. Het besef hoe belangrijk onderwijs is voor de vitaliteit van een samenleving  is de afgelopen jaren enorm gegroeid.

    Dat is heel goed,  evenals dat het de aandacht richt op de lerarenopleidingen, met name waar het gaat om kwaliteit en niveau. Waar het fout gaat is de bestuurlijke drukte die we dan met zijn allen weten te organiseren. We maken afspraken, wetten, scherpen toezicht aan, organiseren kennisdeling, zetten docenten in het zonnetje, sluiten convenanten, schrijven het allemaal nog eens op..... En daar omheen vergaderen we, nodigen we onze directeuren uit om met elkaar te vergaderen, halen docenten uit de klas om met elkaar te gaan vergaderen, kortom: creëren een bestuurlijke drukte die overweldigend is.

    En dan dreigt het averechtse effect. Er zijn terechte vragen te stellen over onze lerarenopleidingen, maar we slagen er altijd in die vragen uit de klas te houden, terwijl de meeste van die vragen juist in de klas tot een antwoord moeten komen.  In de klas, in de docentenkamer moet het gesprek gestimuleerd worden over niveau, studiesucces, professionaliteit. En op een gegeven moment is de bestuurlijke drukte daar omheen niet meer en niet minder dan een alibi om het er juist niet over te hebben. Of halen docenten hun schouders op.

    Queen zong ook ooit het bombastische 'We are the champions'. Was niet echt mijn favoriet, moet ik zeggen, maar ik zou het erg toejuichen als het het lijflied zou worden van onze opleidingen, inclusief het daarbij behorende zelfbewustzijn. 

    Donderdag 19 september: Radio Rijnmond

    Vrij naar veranderkundige Jaap Boonstra zou ik zeggen dat elke verandering in het onderwijs begint bij ofwel professionele schaamte ofwel professionele trots, daar waar wij vaak denken dat het begint bij een wet, een kader, een convenant. Wetten, kaders, pacten, convenanten, samenwerkende instituties kunnen helpen, zijn betekenisvol, maar geven uiteindelijk niet de doorslag. Professionals die de handschoen oppakken wel.

    Via Twitter maak ik wereldkundig dat we bij onze hogeschool niet alleen een mooie groei zien in het aantal studenten techniek, maar ook dat die toename voor een heel groot gedeelte het gevolg is van het feit dat de deelname van meisjes / vrouwen spectaculair gegroeid is, namelijk met bijna 30% ten opzichte van vorig jaar. Radio Rijnmond pikt de tweet op en wil graag weten hoe dat komt. Ik mag het om half negen uitleggen.

    Belangrijkste verklaring? In een tijd dat studenten steeds bewuster kiezen, meisjes het goed doen in het onderwijs en meer en meer om het hoekje van de techniekopleidingen kijken om te zien of ze zich daar thuis zouden voelen, zien ze moderne opleidingen, met betrokken docenten, met hoge tevredenheidscores, schone laboratoria. Opleidingen ook die techniek verbinden met maatschappelijke vraagstukken en denken dan: zou techniek dan toch wel iets voor mij zijn?

    Over de auteur

    Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

    Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

    Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.