Menu
    English

    Ontmoeting 72 | twee werelden

    'Op school' en 'thuis' zijn voor studenten steeds vaker heel verschillende werelden 'waarvan de bewoners elkaar zelden ontmoeten'. In deze blog laat Ron Bormans opnieuw het belang zien van verbinding.

    "Hoewel veel Nederlanders tevreden zijn met hun persoonlijke leven, maken steeds meer mensen zich zorgen over spanningen in de samenleving. In één wijk en op één school kunnen twee werelden bestaan, waarvan de bewoners elkaar zelden ontmoeten en eerder tegenover elkaar komen te staan."

    De eerste zinnen uit het rapport van journalist Margalith Kleijwegt, waarin zij beschrijft hoe docenten omgaan met gevoelige maatschappelijke kwesties in de klas. In dat verband heeft zij het hbo, het mbo en het vmbo bezocht. Na een mooie, zorgelijke en soms optimistische rondgang langs die scholen, waarbij direct betrokkenen aan het woord komen, begint zij haar naschrift met:

    "Na alle gesprekken met studenten, docenten en andere professionals is me gebleken hoe belangrijk het is dat er meer aandacht wordt besteed aan wat in het onderwijs de ‘pedagogische relatie’ wordt genoemd. Leerlingen en studenten leven steeds vaker in verschillende werelden die elkaar onvoldoende begrijpen. Dat kan tot spanningen leiden."

    De opdracht van het onderwijs teruggebracht tot de kern. Een kern die niet alleen opgezocht moet worden om excessen en spanningen tegen te gaan die het gevolg kunnen zijn van verschillen in onze samenleving. Pedagogiek verbindt ook het 'normale' verschil. Het zit dieper, simpeler. Pedagogiek is de brug die de boodschap van de docent en de behoeften van de studenten met elkaar verbindt. Doordat je weet hoe jonge mensen in elkaar zitten en je daar op kunt aansluiten.

    Zaterdag 2 april: de Erasmusbrug over

    Ik rij met de secretaris van het College van Bestuur, Ali Akboga, de Erasmusbrug over op weg naar de speeltuin aan de Persoonsdam 133 in de wijk Feijenoord. Met diezelfde collega ben ik een poos geleden op een avond in het buurthuis (ontmoeting 63, laatste item in deze blog) in deze wijk geweest om in gesprek te gaan en heb toen mijn verwondering uitgesproken dat ik steeds zo weinig ouders zie op onze open dagen en dan met name de ouders van kinderen met een niet-westers allochtone achtergrond.

    Ouderbetrokkenheid is van groot belang, ook in het hbo. De pedagogiek thuis is medebepalend voor het succes van kinderen c.q. jonge mensen. En dus moeten mensen weten hoe het gaat bij ons, wat het betekent om te studeren, welke kansen er liggen en heel basaal: dat onze hogeschool er voor iedereen is. Op die avond bood ik aan een bus te regelen om daarmee ouders de gelegenheid te geven een keer bij onze open dag te komen kijken. Vandaag is het zover. De bus staat klaar, een lichtblauwe touringcar van J. L. de Jong. In een omgeving die weliswaar veel tegels kent, maar er verzorgd uit ziet, met zithoekjes en bloemenperkjes. Aan de overkant de fabriek: zonneweringen worden er geproduceerd. Spannend of de ouders er ook zijn.

    Ze zijn er. Zo'n 25 vaders en moeders stappen in. Het heeft de positieve sfeer van een schoolreisje. Op de hogeschool spreek ik de ouders toe, heet hen welkom en nodig hen uit eenmaal terug in de wijk mensen op te roepen naar ons toe te komen; met hun kinderen mee te komen tijdens onze open dagen. Als dat niet gebeurt, staan hun kinderen met 1-0 achter. De groepen worden gesplitst en gaan onder begeleiding van enthousiaste studenten de open dag bekijken. Een groepje dames gaat naar de gezondheidszorgopleidingen. Ik loop met een groep veelal Marokkaanse vaders mee richting techniek. We bekijken een mooie opstelling van een robot bij werktuigbouwkunde, genieten van een student elektrotechniek die ons vertelt over het studentenproject dat intelligente, zelfsturende  karretjes moet opleveren, met als ambitie dat ze ooit op Mars moeten kunnen rondrijden...  

    Bij chemie en biologie krijgen we een eerste les in het scheiden van moleculen. De vaders en moeders - ikzelf incluis - zijn onder de indruk en filmen en fotograferen het geheel voortdurend. Een wat oudere mevrouw, met een mooie goudgele hoofddoek, van Turkse herkomst, trekt aan mijn arm. Waarom ze hier is? Omdat haar zoon 11 jaar geleden bij ons is afgestudeerd als bouwkundig ingenieur en ze wilde zo graag nog eens zien waar hij gestudeerd had. Alleen al daarom ben ik blij die bus geregeld te hebben....

    De dag wordt afgesloten met een verhaal van collega Tülay Dalmis. Ze moet wat improviseren, omdat blijkt dat de kinderen van de ouders in de zaal veelal niet voor de keuze staan welke hbo-opleiding te kiezen, maar meer basaal: welke basisschool, welke vo-school, mbo-school? Dat lukt haar goed.

    Haar slotwoord is wat in de bus terug zou moeten blijven hangen. Hoe kies je een goede school? "Door te weten hoe je kind in elkaar zit".

    Wat een mooie dag.

    Dinsdag 5 april: Het is hier zo onpersoonlijk

    Ton de Vries is docent Nederlands aan het Albeda College in Rotterdam. Zit al een hele poos in het vak. We zijn met elkaar in contact gekomen naar aanleiding van berichten in de media over 'mijn' alarmbel: het gaat niet zo goed met de mbo’er op onze hogeschool. En een van de veronderstellingen is daarbij dat de beheersing van het Nederlands naar een hoger niveau gebracht moet worden. Ton geeft les in mbo-2 en mbo-4. Hij bevestigt mijn veronderstelling, maar doet in het gesprek meer dan dat. Houdt het hbo ook een spiegel voor. Verbreed het vraagstuk. En durft optimistisch te zijn.

    Ton houdt contact met een aantal van zijn studenten die inmiddels op het hbo studeren - met succes! Hij geeft een bloemlezing van hun reacties. “Het is hier zo onpersoonlijk.” En: “De boekentaal is zo moeilijk.” Ton maakt ook duidelijk dat het appèl dat wij doen op de eigen verantwoordelijkheid niet vanzelfsprekend aansluit op de belevingswereld van mbo-studenten, die komen uit een meer gestructureerde omgeving van meer direct geleid en beloond te worden. Ton vat de pedagogische / didactische context samen als: alles moet beloond worden. Het motiveert mij weer in mijn drive om onderwijs binnen de hogeschool aan te bieden waarbij zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid niet het uitgangspunt zijn, maar onze pedagogische opdracht. Studenten zijn niet zelfstandig bij binnenkomst, maar horen dat te zijn als zij met een diploma onze school verlaten.

    Ton is ook optimistisch. De aandacht voor Nederlands in het mbo is stijgende, de eisen worden scherper gesteld. Als ons dat nu eens lukt,  ook dat we kunnen bevorderen dat thuis het Nederlands meer de norm en het gebruik wordt, dan gaan we ergens komen. Soms is het moeilijk, soms is het ook simpel. Als iets ons moet verbinden, is het onze taal: Nederlands.

    Dinsdag 5 april: Ode aan de traditie, ode aan de vernieuwing, ode aan de jeugd

    Die avond dineert het College van Bestuur met de Rotterdamse Kamer van Studentenverenigingen. Een jaarlijks hoogtepunt. Om te beginnen culinair. De studenten schotelen een maaltijd voor (zeven gangen) waar menig restaurant jaloers op zou zijn, voorzien van een uitgebalanceerde keuze aan wijn. Maar wat echt indruk maakt is het talent van onze gesprekspartners. Ingebed in een diepgewortelde traditie van de verenigingen, die onderling eigenlijk heel verschillend zijn maar elkaar toch vinden.

    In zekere zin worden hier ook bruggen gebouwd. Ik zou willen dat meer hbo'ers de weg naar de verenigingen zouden weten te vinden. Het geeft een thuisgevoel in die grote - soms ook wat 'intimiderende' - stad Rotterdam en het bezorgt je een onvergetelijke ervaring, waar je persoonlijk en zakelijk plezier van zult hebben. Een van de tradities op die avond is dat iedereen speecht. Ik mag na het dessert.

    Mijn thema is 'Ode aan de traditie en ode aan de vernieuwing'. De diepe worteling in de traditie van deze verenigingen is hun kracht en zorgt voor verbinding. Het includeert. Maar sluit ook uit omdat niet iedereen automatisch die verbinding met die traditie zal hebben. Traditie is namelijk persoonlijk en raakt je identiteit. De vraag die ik aan de studenten voorleg is welke dynamiek zij voor ogen hebben in de doorontwikkeling van die traditie in een stad waarin geen enkele meerderheid meer bestaat en de minderheid de norm is geworden. In zo'n omgeving zie je meer tradities die zich sluiten en in zichzelf keren. Dat is soms onvermijdelijk, soms een keuze.

    Wat een heerlijke avond. Ik sluit mijn speech dan ook af met een ode aan de jeugd.....

    Vrijdag 8 april: Wat leert de filosofie ons?

    De vrijdag is vaak voorbehouden aan Den Haag. Dat komt vooral omdat ik als bestuurder van de Vereniging Hogescholen regelmatig op vrijdag in Den Haag moet zijn en dan worden andere Haagse afspraken daar omheen georganiseerd. Ik begin de dag samen met mijn collega's van de EUR en Codarts met het bijpraten van het departement over het initiatief RASL (Rotterdam Arts & Sciences Lab) waarin Codarts, de EUR en onze eigen Willem de Koning Academie samenwerken om te komen tot mooie geïntegreerde programma’s, die leiden tot double degrees.

    Daarna het bestuur van de VH, waar we onder leiding van Thom de Graaf vergaderen over een veelheid aan onderwerpen: het deeltijdonderwijs, de prestatieafspraken, onze eigen jaarrekening, het jaarcongres dat we binnenkort in Rotterdam houden, et cetera,  et cetera. De vergaderdag eindigt met bijpraten en het maken van nadere afspraken met de directeur van het programma 10Voordeleraar. Ze is wat ziekjes, en dus doen we dat met een skype-verbinding waardoor  ik vanuit Den Haag verbonden wordt met Rotterdam.....

    Daarvoor spreek ik met een aantal collega's over de vraag: wat betekent ‘Parijs’ voor onze hogescholen. Een initiatief van VH-directeur Ad de Graaf, in het verlengde van de vraagstukken die Margalith Kleijwegt agendeert. We proberen in dat gezelschap scherp te krijgen wat dat betekent voor ons als bestuurders, welke rol is daarbij passend. Een mooi, persoonlijk gesprek waarin het er nu eens een keer niet om gaat meteen conclusies te trekken, maar te reflecteren op de wat dieper liggende vraagstukken. Deze keer inspireert collega Huib de Jong van de HvA ons, door aan de hand van een tekst van filosofe Hannah Arendt, te reflecteren op het vraagstuk van autoriteit.

    Hoe zorgen wij ervoor dat we voldoende autoriteit hebben - en een die als gelegitimeerd wordt ervaren - om onze rol als bestuurder goed te vervullen? In een tijd dat autoriteit niet meer vanzelfsprekend is, zelfs betwist wordt. Maar waarin we wel maatschappelijke instituties te leiden hebben die als zodanig een afspiegeling zijn van de meer en meer gefragmenteerde samenleving, met professionals die daarin meer en meer een eigen rol in willen vervullen. Collega Jet de Ranitz (Inholland) benadrukt nog eens het aanhaken bij professionele normen, de normen van het beroep als uitgangspunt van ons handelen, zoals ze ook eerder gedaan had tijdens een discussieavond over het rapport van Kleiwegt.

    Moeten we niet op zoek gaan naar een hogeschool die veel meer een waardengemeenschap is, vroeg mijn collega Chris van Dijke van de opleiding Maatschappijleer mij deze week, toen we hetzelfde vraagstuk bij de kop hadden. En dan op zoek gaan naar de waarden die ruimte bieden voor verschillen in opvatting. Mijn gedachte van de Grondwet komt weer naar boven, zoals verwoord in ons Reglement. We moeten het daarover durven hebben en ook niet bang zijn dat we soms zullen merken dat het schuurt. Dat is onvermijdelijk en dan kom je vaak ook tot iets.

    Vrijdag 8 april: Feyenoord - AZ: een wat bloedeloze 0-0

    Ik sluit de week af en rij na het dagje Den Haag nog even terug naar Rotterdam voordat ik naar huis ga. Wil nog even Feyenoord A1 zien. Ik volg één van de jongens. Ze moeten tegen AZ. Het multiculturele Feyenoord tegen het wat 'Hollandser' AZ. Feyenoord begint sterk, maar zakt daarna wat weg. Ik vind het allemaal nogal tam en de wedstrijd eindigt ook die op manier:  0-0. Waarmee alles gezegd is. Het had van mij allemaal wat meer mogen schuren.

    Over de auteur

    Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

    Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

    Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.