Onder invloed van introductie van AI (Artificial Intelligence) ontsluit zich een nieuwe perspectief op een kloof in de competenties van werkende bouwprofessionals in Nederland.
Het probleem met werkende bouwprofessionals in Nederland is, dat velen daarvan onvoldoende ontwikkelbare competenties hebben en ontwikkelde competenties hebben om de ontwikkelingen in digitalisering in de bouwindustrie te volgen en er aan bij te dragen.
Gebrek aan hoeveelheid bouwprofessionals
Dit probleem is zichtbaar in het gebrek aan bouwprofessionals op bijna alle posities in de bouworganisatie én als gevolg daarvan een groot te kort aan bouwcapaciteit voor verduurzaming en digitalisering. Daarnaast is het probleem zichtbaar in het mogelijk versneld invoeren van AI in de bouw, daar waar competenties van bouwprofessionals tekort schieten.
Traagheid en onnauwkeurigheid
De samenhang tussen die twee symptomen is bij nader onderzoek zeer interessant. Als AI ter ondersteuning van versnelde invoering van digitalisering ingevoerd wordt, zou dit op het eerste gezicht direct invloed moeten hebben op het verkleinen van gebrek aan bouwcapaciteit. Dat zou zich moeten uiten in:
A snelheid van doorlopen van bouwprocessen, doordat met AI ondersteunde digitale technieken beter en sneller onderdelen van het proces van ontwerpen, aanbesteden, gunnen, bouwvoorbereiden, uitvoeren en beheren zouden moeten kunnen verwerken;
B nauwkeurigheid van doorgelopen bouwprocessen, met optimalisatie in techniek (3D) logistiek (4D) en kosten (5D).
Vanuit digitalisering en AI perspectief is traagheid en onnauwkeurigheid van bouwprocessen dus een gevolg van gebrek aan informatie en eigenlijk zelfs desinformatie ontstaan uit menselijk falen.
Dat laatste is nog het grootste probleem. Bouwprofessionals, ook als deze volledig competent is in taken en rollen, is niet in staat om volledig foutvrij en voor langere tijd gefocussed aan één taak te werken.
Faalkosten zouden vanuit het perspectief van digitalisering en AI rein theoretisch gezien kunnen worden als faaluren, als gevolg van menselijk falen.
Misschien is dat wel waar bouwprofessionals bij digitalisering van de gebouwde omgeving bang voor zijn: onthulling van eigen gebrek aan ontwikkelbare competenties.
Een human capital agenda zou zich dus moeten richten op het overbruggen van de kloof van niet digitaal competente bouwprofessional naar digitaal competente bouwprofessional.
En daar zit de paradox, de schijnbare tegenstelling in de arbeidsmarktvraag: inzet van digitalisering en AI in de bouw, is een onomkeerbaar proces. Iedere kwantitatieve en kwalitatieve analyse zal tonen, dat er veel te weinig bouwprofessionals zullen zijn om ooit de kloof te overbruggen én dat die te weinige bouwprofessionals die er wel zijn, nog onvoldoende gekwalificeerd zullen zijn om met die digitale technieken en AI te kunnen werken. En toch gaat dat gebeuren: bouwprofessionals zullen steeds meer de digitale technieken en AI interacties aansturen en controleren.
En een human capital agenda voor de bouw zou zich dus moeten richten op het wegnemen van angst voor het onthullen van niet ontwikkelde en niet ontwikkelbare competenties in digitalisering bij bouwprofessionals enerzijds én het toch ontwikkelen van competenties bij de weinig beschikbare bouwprofessionals om aan te sluiten bij de onomkeerbare digitalisering met AI in de bouwsector. Daarmee zal de mismatch in het arbeidsvraagstuk in de bouw worden verminderd en zal zo snel als kan en zo goed als kan de bouwcapaciteit kunnen worden vergroot.
Deze blog is niet met AI geschreven. Ook fijn om te weten, toch?