Veel passie en inzet voor vraagstuk studiesucces
De commissie heeft het afgelopen half jaar, in opdracht van het College van Bestuur en de Centrale Medezeggenschapsraad, onderzoek gedaan naar de manier waarop studiesucces kan worden bevorderd en naar de relatie tussen studiesucces en studiesucces bevorderende maatregelen, zoals een hogere BSA-norm. Op basis van gesprekken met medewerkers en studenten constateert de commissie dat Hogeschool Rotterdam in haar beleid veel tijd en aandacht besteedt aan het thema studiesucces. Ook werd duidelijk dat opleidingen hier met veel passie en inzet mee bezig zijn, maar dat de activiteiten tegelijkertijd erg divers zijn. Het viel de commissie op dat de BSA-norm tijdens de gesprekken niet de boventoon voerde. Andere thema’s werden belangrijker gevonden, waarbij de BSA-norm eerder als sluitstuk werd gezien.
Verder viel het de commissie op dat er veel energie wordt gestoken in reparatie, wat het meest treffend wordt geïllustreerd door de aandacht voor de problematiek van langstudeerders. “Het is bemoedigend om te zien dat met gericht beleid de langstudeerdersproblematiek wordt opgelost, maar het roept ook de vraag op of het zo ver had moeten komen”, stelt de commissie in haar rapport. “Uit de onderzoeksliteratuur leren we dat losstaande maatregelen doorgaans niet zo veel effect hebben, maar dat juist een geïntegreerd pakket van samenhangende maatregelen van groot belang is. De ontwikkelingen bij de opleidingen van het instituut voor Commercieel Management (COM) en Industrieel Product Ontwerp (IPO) laten zien dat het concentreren op een integrale aanpak tot een structurele verbetering van het studiesucces leidt.”
Advies: integrale onderwijsaanpak per team
Op basis van haar onderzoek adviseert de commissie Studiesucces om in te zetten op een hogeschoolbrede verbeterslag, waarin iedere opleiding op basis van een integraal plan binnen drie jaar de kwaliteit van het onderwijs optimaliseert door middel van goed onderbouwde onderwijskundige interventies. In lijn met de strategie van de hogeschool wordt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de docententeams gelegd. “Het is van belang dat de vernieuwingsaanpak gedragen en doorleefd wordt door het gehele team, inclusief de organisatieonderdelen die ondersteunend zijn aan het primaire proces”, stelt de commissie. “Dat betekent dat elke medewerker zich verantwoordelijk voelt voor de organisatie en uitvoering, en aanspreekbaar is op het studiesucces en de rendementscijfers.”
De commissie stelt in haar rapport dat de BSA-norm als gevolg van een integrale onderwijsaanpak uiteindelijk kan worden verhoogd naar 60 EC. Het BSA functioneert hierbij als onderdeel en sluitstuk van een breed pakket aan maatregelen, niet als een op zichzelf staande maatregel.
Wetenschap en praktijk mooi verbonden
Collegevoorzitter Ron Bormans complimenteert de commissie met het rapport dat zij vandaag hebben overhandigd. “De commissie heeft mooi werk geleverd. Het rapport verbindt op een heldere manier de wetenschappelijke evidentie met onze ervaringen uit de praktijk en de opvattingen die binnen de hogeschool leven als het gaat om studiesucces. Dat is heel waardevol. Het is bemoedigend om te zien hoe er over dit belangrijke vraagstuk in de organisatie wordt gedacht.”
Het bestuur voelt zich gesteund door het advies van de commissie. “De kwaliteit van het onderwijs staat voorop”, vervolgt Bormans. “Je moet nooit geïsoleerd over het BSA willen praten. Het vraagstuk wordt door de commissie dan ook terecht ingebed in een pakket van onderwijskundige maatregelen.”
Bormans vindt het nog te vroeg om uitspraak te doen over het advies om het BSA uiteindelijk op te schroeven naar 60 EC: “Het bestuur heeft eerder, in het overleg met de CMR, aangegeven de uitkomst van het rapport meer dan serieus te willen nemen. Ook omdat het vrij uniek is dat CvB én CMR samen gefungeerd hebben als opdrachtgever. Dat doen we dus ook. De aanpak zal evenwel per opleiding verschillend kunnen zijn, dus we moeten ook niet uitsluiten dat het BSA per opleiding kan verschillen. Ik vind het in ieder geval prettig om te zien dat er in de gesprekken op een ontspannen manier over het BSA is gesproken en het daarin niet verabsoluteerd wordt.”
“Het rapport schetst een mooi beeld van de hogeschool, waarin op een warme manier over studiesucces wordt gesproken en de student steeds centraal staat in plaats van rendementsdenken. Dat doet me goed: het gaat niet om het getal, maar om de student achter het getal.” Dat is tegelijkertijd een valkuil, stelt Bormans. “De zorgelijke rendementscijfers van onze hogeschool zijn daardoor onvoldoende onderwerp van gesprek binnen teams en de urgentie wordt daardoor nog niet overal gevoeld. We moeten daarbij ook meer van elkaar willen leren. Het zit niet in onze cultuur om gebruik te maken van de ervaringen van anderen. Dat moet echt anders. Ik durf te stellen dat er voor elk probleem waar een team mee worstelt, al eens een oplossing is bedacht of een aanpak is ontwikkeld binnen de hogeschool. Maak daar meer gebruik van, is mijn oproep aan alle collega’s.”
Het College van Bestuur bespreekt het adviesrapport van de commissie Studiesucces binnenkort met de Centrale Medezeggenschapsraad. Op basis daarvan worden de vervolgstappen bepaald.