Onderzoek doen naar een duurzame loopbaan. Waarom is dat vier jaar lang boeiend?
Omdat het maatschappelijk gezien heel interessant is. Mensen krijgen steeds dynamischere loopbanen. Wisselingen van werk. Tijdelijke contracten. Meer bijbanen. Als je in ons economisch domein kijkt, dan zie je dat de ogen van onze studenten vaak gericht zijn op werk, werk, werk. Uit ervaring weet ik hoe belangrijk een duurzame loopbaan kan zijn. Ik begon op mijn 17e al als freelancer, maar dat ging al gauw goed mis. Toen ik 20 was merkte ik dat ik jarenlang had gewerkt op een manier die niet bij me paste. Dus ik weet: het gaat niet alleen over werk. Alleen gaan voor die motivatie van meer geld, daar kan je hard op stuk lopen als je erin doorslaat. Een duurzame loopbaan is een loopbaan waarin de individu zijn werk, geluk en gezondheid beschermt en verbetert door de tijd heen, waarin aandacht is voor bredere contexten in het leven.
Dus werk, geluk en gezonheid. Welke vind je zelf het belangrijkst?
Dat heb ik de studenten natuurlijk ook gevraagd! Ze gaven allemaal aan: gezondheid of geluk. “Dat is het fundament voor het leven en je hebt het nodig om überhaupt te kunnen presteren.” Dat is natuurlijk een mooi antwoord, maar als ik kijk naar mijn eigen leven nu, hoe graag ik ook zou willen zeggen dat gezondheid voor mij de basis is van alles, is mijn handelen er niet altijd naar. Bovendien wordt geluk veelal gemeten op 5 factoren, namelijk life satisfaction, job satisfaction, financial succes, hierarchical succes en interpersonal success. Dan blijkt dat 3 van de 5 gaan over wat je op werk doet. Zo wordt al snel de relatie tussen de geluk en productiviteit extra zichtbaar. Daarom denk ik dat je die factoren ook niet individueel kunt benaderen, omdat ze eigenlijk altijd met elkaar in verband staan.
Zijn ze bij jou in balans?
Dat denk ik wel. Ik maak keuzes, zodat mijn gezondheid stabiel blijft en als ik nadenk over mijn geluk dan zijn mijn partner en mijn werk belangrijk. Ik puzzel zelf ook altijd met de vragen: wat moet ik doen? Waar wil ik heen? En waarom? Ik ga ook aan op proactief gedrag. Mensen die actief zijn, die nadenken over hun toekomst en daarvoor in actie komen, daar krijg ik energie van. Vanmorgen had ik bijvoorbeeld nog een les, waarbij een paar studenten proactief gedrag vertonen. En de rest heeft die energie ook nodig, dus dan vraag ik me af: hoe krijgen we ze daar?
Mensen die actief zijn, die nadenken over hun toekomst en daarvoor in actie komen, daar krijg ik energie van.
Laat je onderzoek ook zien hoe we studenten daar krijgen?
In zekere zin wel. Mijn onderzoek gaat over proactief gedrag van studenten richting een duurzame loopbaan. Proactief gedrag is hierbij essentieel en heeft drie componenten. Het gedrag is toekomstgericht, een verandering van de status quo en geïnitieerd vanuit iemand zelf. Dat laatste gaat dus om je eigen drijfveren; niet die van je baas, je ouders of je partner. Zo wordt snel duidelijk dat proactief gedrag best complex is, omdat er soms wel sprake is van gedrag, maar het is niet per se proactief. Voorbeeldje: veel studenten geven aan bezig te zijn met gezondheid door bijvoorbeeld gezond te eten. Maar als je doorvraagt, dan blijkt dat hun ouders alles in huis halen en koken en dat ze dan hier op de hogeschool in de kantine staan voor friet met een Red Bull in de hand. In hoeverre is dit dan een zuivere, eigen motivatie? Dit is een simpel voorbeeld dat de complexiteit van het zelfgeïnitieerde element van proactief gedrag laat zien. Dat is een van de uitkomsten van het onderzoek. In hoeverre is proactief gedrag mogelijk?
Oke. En wat is dan de rol van het onderwijs daarin?
Ons HBO-onderwijssysteem zou je kunnen vergelijken met een fabriek. Je stapt aan het begin van je studietijd op een lopende band en als je doet wat je verteld wordt dan rol je er na vier jaar af met een diploma. Maar in het volgen van wat je verteld wordt, hoe, wat en wanneer er moet gebeuren, wordt het autonome gedrag van de student niet per se gestimuleerd. Er is weinig ruimte voor proactief gedrag, dus toekomstgericht, veranderingsgeörienteerd en zelf geïnitieerd gedrag. Studenten staan op de lopende band, dus de ze hoeven niet per se heel hard na te denken over hun toekomst. En het is niet veranderingsgeoriënteerd, want dan valt het buiten die band. Met mogelijk het missen van het diploma. Hoe kan dat beter? Daar zijn we mee aan de slag gegaan door tijdens het afstuderen een aantal proactiviteitssessies te organiseren.
Hoe kwam je op het idee om die sessies te organiseren?
Door het onderzoek zelf. We hebben eerst 44 studenten geïnterviewd vóór het afstuderen en met een aanvullende methodiek geprobeerd de context van de studenten in kaart te brengen. Dat deden we in focusgroepen met ouders, docenten en coaches, werkgevers en beleidsmakers. Het ging dan om het CvB van de Hogeschool, Vereniging van Hogescholen en het Ministerie van Onderwijs. Diezelfde studenten hebben we een jaar na het afstuderen nog eens gevraagd om terug te blikken op de school-naar-werk-transitie. Op basis daarvan hebben we bij een nieuwe groep studenten geïntervenieerd, met de vraag hoe we dan het proactieve gedrag stimuleren tijdens het afstuderen. Door dus in te zoomen op de drie aspecten van proactief gedrag ontworpen sessies gericht op future, change en action. Die uitkomsten nemen we mee naar een onderzoek naar het afstudeersysteem. Kunnen we bijvoorbeeld in ons ‘loopband-onderwijssysteem’ het afstuderen zo inrichten dat proactief gedrag op natuurlijke wijze naar boven komt? Hoe laten we studenten nadenken over die duurzame loopbaan? Misschien komen we dan tot hele andere onderwijsmodellen voor het afstuderen.
Kunnen we het afstuderen zo inrichten dat proactief gedrag op natuurlijke wijze naar boven komt? Hoe laten we studenten nadenken over die duurzame loopbaan? Misschien komen we dan tot hele andere onderwijsmodellen voor het afstuderen.
Dus jouw onderzoek draagt mogelijk bij aan een ander onderwijsmodel voor afstuderen?
Dat zou een boeiende uitkomst zijn! Maar ook zonder zulke grote uitkomsten geeft mijn promotieonderzoek inzicht in wat er gebeurt omtrent het gedrag van de studenten tijdens het afstuderen vanuit een breder perspectief. Want dat wisten we tot nu toe eigenlijk helemaal niet! Als we dat weten, kunnen we ons onderwijs beter ontwerpen. Ook leren we meer over die transitie van school naar werk. In de literatuur spreekt men over een soort vloeibare overgang. Er zou geen sprake meer zijn van een harde knip zoals dat vroeger was. Maar mijn onderzoek laat vooral zien dat het afstuderen een negatieve impact op de duurzame loopbaan is. Studenten ervaren de piek van afstuderen vaak als stressvol. Dit roept een boeiende vraag op: bevordert deze aanpak in ons huidige onderwijssysteem de duurzaamheid van de loopbaan op lange termijn? Aan de ene kant kan het afstuderen als een cruciale gebeurtenis in het leven worden beschouwd die een positieve impuls kan geven aan het opbouwen van veerkracht. Aan de andere kant, met de potentiële impact op geluk, gezondheid en productiviteit, is de vraag: hoe kunnen we de school naar werk ervaring optimaliseren voor onze studenten zodat die soepel en succesvol verloopt?
Er komt binnenkort een artikel uit. Wat is de belangrijkste conclusie?
Dat proactief gedrag in hoger onderwijs binnen de huidige definitie extreem lastig te vinden is of mogelijk een eigen definitie nodig heeft. Dus zelf-geïnitieerd, toekomstgericht én veranderingsgeoriënteerd gedrag is bijna niet te definiëren binnen dit systeem. De context is daarin ook belangrijk. Veel studenten wonen thuis en daar wordt nog heel veel voorgeschoteld. Niet alleen thuis, letterlijk, maar ook figuurlijk binnen een onderwijssysteem waarin ze op de lopende band staan. Dat maakt proactief gedrag heel ingewikkeld. En dat heeft dus consequenties voor ons onderwijs. Want we zéggen dat proactief gedrag belangrijk is, ook in onze Strategische Agenda zetten we in op onze studenten als changemakers van de toekomst. Maar hoe moeten we dat dan dóen als ons onderwijs dat nog niet vanzelf stimuleert of faciliteert?
Wat mooi dat het zo linkt aan de praktijk, ook bij ons op de hogeschool! Wat wil je nog meer?
Promoveren is op zichzelf al een mooi doel. Maar een aantal studies lenen zich wel voor een longitudinale studie. Het zou heel waardevol zijn om met dezelfde groep mensen terug te blikken, jaren later. Niet zozeer vanwege het gedrag, maar om te kijken of het gedrag aan het begin van de loopbaan duurzaam is en in hoeverre zich dat dan uiteindelijk vertaalt naar duurzame loopbaan later. En wat de ontwikkelingen zijn geweest, die maken dat iemand uiteindelijk wel of niet duurzaam loopbaan gedrag is gaan vertonen. Maar eerst ligt de nadruk op de publicatie van mijn 4 artikelen, de rest is toekomstmuziek.
Sjoerd Gerritsen doet onderzoek naar het (proactieve) gedrag van afstudeerders naar hun gezondheid, geluk en productiviteit (hun duurzame loopbaan) tijdens de school naar werk transitie. Zijn paper presenteerde hij op de CARCON 24 Conference op 18 april 2024. Voor de zomer verwacht hij zijn eerste publicatie. Meer weten? Neem contact op via s.gerritsen@hr.nl.