Als familiebedrijf dat volgend jaar 100 jaar bestaat is het duidelijk waar Breman voor staat. ‘Wij vinden continuïteit heel belangrijk. Dat staat bijvoorbeeld voor de wereld beter achterlaten dan dat je dieaangetroffen hebt. We willen het goed achterlaten voor de volgende generatie. Dat zit in het dna van het hele bedrijf. Natuurlijk bij de familie en aandeelhouders, maar ook bij onze medewerkers, we geloven in dienend leiderschap’, licht Mark toe.
Breman heeft maar liefst 1600 medewerkers in zowel Nederland als Duitsland. Als installatiebedrijf verzorgen ze verwarmingsinstallaties en ventilatiesystemen, maar bijvoorbeeld ook leidingwerk en riolering voor sanitair. Ze richten zich op nieuwbouw en renovaties van woningen, maar opereren ook binnen de utiliteitsmarkt zoals musea, sportcomplexen en zorgcomplexen. Naast installeren is Breman ook verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud.
Energiepositief
‘We hebben twee belangrijke kernwaarden binnen het bedrijf. Één daarvan is energiepositief. Wij leveren als bedrijf meer energie terug dan dat het kost. Daarbij kun je denken aan klanttevredenheid en medewerkerstevredenheid, maar natuurlijk ook aan ons eigen energieverbruik. Dat trekken we helemaal door, van onze panden tot onze auto’s en zelfs tot de woningen van onze medewerkers’, aldus Mark.
Wij leveren als bedrijf meer energie terug dan dat het kost.
‘Daarnaast ligt de focus op de levenscyclus van een installatie. We willen niet alleen installeren, maar ook meedenken, adviseren, onderhouden en beheren. Is een installatie aan het einde van zijn levensduur? Dan willen we die ook weer komen ophalen en hergebruiken. Daarom kijken we naar een as-a-service model voor onze warmtepompen. Dat doen we nu nog niet, want financieel is deze constructie moeilijk rond te krijgen. Hierover leveren we input aan Hogeschool Rotterdam.’
Verantwoordelijkheid van het product ligt bij de producent
Met product-as-a-service ga je van het verkopen van producten naar het leasen van producten. Zo nemen producenten van producten hun verantwoordelijkheid en dragen bij aan het verduurzamen van de economie. Ze blijven betrokken bij de klant en het product, ook als het stuk gaat. Dat betekent in het geval van Breman dat ze een warmtepomp installeren, onderhouden en beheren bij iemand thuis en dat diegene hier een maandelijkse fee voor betaalt. De warmtepomp blijft dan in eigendom van Breman. Je gaat als klant van hebben naar huren.
‘Wij noemen het Breman-as-a-Service (BaaS) en de focus ligt hierbij op nieuwbouwwoningen. Een warmtepomp is een product met een hoge financiële investering. In het geval van BaaS koop je de warmtepomp niet, maar juist de warmte of de verkoeling. Dit vereist een alternatieve vorm van financiering, aangezien de klant de warmtepomp niet upfront betaalt, maar in plaats daarvan een maandelijks bedrag leaset.
Daarvoor is bankfinanciering nodig en dat blijkt in de praktijk nog best lastig. De risicoanalyse van de bank zorgt voor een hogere rente en dan is het financieel niet meer haalbaar.’
Om ondernemers met een circulaire doelstelling zoveel mogelijk te ondersteunen, doet Hogeschool Rotterdam onderzoek naar de financiering. Waarom is bankfinanciering voor circulaire ondernemingen zo moeilijk? Lector Maaike Lycklama a Nijeholt en onderzoekers Dea Knol-Veldhuizen en Jako van Slooten schetsen op basis van het onderzoek Van Hebben Naar Huren dat de terughoudendheid bij banken een aantal redenen heeft:
- De moeilijk in te schatten risico’s van circulair ondernemen
- De verslechterde financiële ratio’s
- De ketens waarin circulaire mkb-bedrijven dikwijls met elkaar samenwerken maakt financiering ingewikkeld (afhankelijkheid en daarmee extra risico)
- Het is lastig om de restwaarde van producten in te schatten
- Het verschil tussen juridisch en economisch eigendom speelt een rol
De oplossing: banken over de brug?
Het onderzoek Van Hebben Naar Huren kijkt niet alleen naar de moeilijkheden, maar juist ook naar oplossingen. In de volgende fase van het onderzoek worden ondernemers geholpen bij het beter onderbouwen van hun circulaire businesscase. Betere onderbouwing helpt obstakels van banken weg te nemen.
Bij Breman is de oplossing nog niet gevonden. ‘We zijn zoekende om dit idee rond te krijgen in een propositie, zodat het ook voor de klant financieel aantrekkelijk wordt. De uitkomst van het onderzoek bevestigt waar we zelf ook al tegenaan liepen. De oplossing hiervoor ligt niet binnen ons, maar meer in de financiële constructies die beschikbaar zijn. Het risicoprofiel dat de banken hanteren moet veranderen,’ aldus Mark Sprenkels van Breman.
De samenwerking tussen Breman en Hogeschool Rotterdam verloopt goed. ‘We vinden het fijn dat we praktijkvoorbeelden kunnen aanleveren waarmee studenten aan de slag kunnen. Zo krijgen ze een goed beeld over wat er in het werkveld speelt. We vinden het vanuit Breman belangrijk om studenten hierbij te ondersteunen, zij zijn tenslotte de toekomst’, besluit Mark.
Hogeschool Rotterdam gebruikt de Breman casus samen met andere casussen van andere bedrijven met op circulariteit gerichte businessmodellen om in co-creatie met die bedrijven en de banken een investment readiness support te ontwikkelen, dat helpt om de financieringsaanvraag beter te onderbouwen en daarmee de obstakels weg te nemen die nu de toegang tot bankfinanciering bemoeilijken. Het betreft een door regieorgaan SIA gesubsidieerd onderzoek waarin Hogeschool Rotterdam samenwerkt met Hogeschool Saxion, Hogeschool NHL Stenden en het Groene Brein.