Foto: Stephan Keereweer
In haar onderzoek betrok Marlon 194 docenten en 994 leerlingen uit de groepen 7 en 8 van het primair onderwijs. Minorstudenten pabo hielpen bij het ontwikkelen van de vragenlijsten en het afnemen hiervan bij de leerlingen. Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten uit het primair onderwijs niet positief tegenover leesbevordering staat. Ook ervaren ze dat ze er te weinig mogelijkheden voor hebben. “Ongeveer vijf procent van de leerkrachten heeft geen positieve houding tegenover lezen. En twintig procent zegt te weinig tijd of kennis te hebben om leerlingen passende teksten aan te raden of geeft aan dat ze niet voldoende materialen hebben”, aldus Marlon. Daarnaast vinden leerkrachten het bevorderen van non-fictie nuttiger, maar fictie vinden ze leuker, moreel noodzakelijker en makkelijker om te doen.
Marlon adviseert om aandacht te besteden aan zowel fictie als non-fictie. “Het onderscheiden van dit soort leesmateriaal en het aandacht geven aan beide typen tekst kan een verschil maken voor het leesplezier van verschillende typen leerlingen.”
“Ongeveer vijf procent van de leerkrachten heeft geen positieve houding tegenover lezen."