Menu
    English

    Stadswandeling interdisciplinair onderwijs

    26 juni 2024

    Met de huidige Strategische Agenda (Hogeschool Rotterdam, 2023) staat discipline overstijgende samenwerking vol in de aandacht. De maatschappelijke opgaven die we onszelf stellen zijn complex en vereisen hiermee een andere aanpak dan we mogelijk gewend zijn. De maatschappelijke opgaven doen een beroep op onze verbeeldingskracht en dagen ons uit om een nieuwe aanpak te construeren. Binnen Hogeschool Rotterdam heeft dit gevolgen voor ons onderwijs, ons onderzoek en onze partners en belanghebbenden. Deze uitdaging inspireerde Marjolijn Schouten, David ter Avest en Peter van Waart om een diverse groep collega's, vanuit verschillende instituten en disciplines, samen te brengen met een stadswandeling. Tijdens deze wandeling werd een beroep gedaan op ieders verbeeldingskracht en werd nagedacht over de kansen van discipline overstijgende samenwerking in maatschappelijke opgaven en wat hiervoor nodig is.

    Discipline Overstijgend Samenwerken

    We ontmoetten elkaar bij metrohalte Marconiplein op een miezerige woensdag in juni, een dag die eerder als een herfstdag aanvoelde. Het weer vormde een vanzelfsprekend onderwerp van gesprek voorafgaand aan onze buitenactiviteit. Ongeveer 25 opleiders en andere onderwijsprofessionals uit verschillende instituten, disciplines en afdelingen hadden zich verzameld. De deelnemers werden verdeeld over vijf divers samengestelde groepen met als doel om sociale, digitale en fysieke domeinen samen te brengen. Elke groep kon kiezen uit verschillende wandelroutes, die allemaal eindigden bij Kunst & Complex, een nieuwe satellietlocatie van Hogeschool Rotterdam in M4H.

    Elke groep kreeg de opdracht om verschillende locaties langs de route te verkennen. Bij elke locatie oefenden de deelnemers om vanuit diverse perspectieven waarden en belangen te onderzoeken. Eerst verkenden deelnemers uit verschillende disciplines, die elkaar binnen de hogeschool niet vaak tegenkomen, de grenzen van hun vakgebied. Vervolgens werden in een participatief proces deze grenzen overbrugd door elkaars perspectieven te begrijpen en inzichten te benutten. Door de ontmoeting buiten de hogeschool plaats te laten vinden, werd de maatschappelijke complexiteit zichtbaar. Deze confrontatie fungeerde als een belangrijke motor om, samen met maatschappelijke partners, bewoners, gebruikers en ervaringsdeskundigen, kansen voor co-creatieve kennisontwikkeling te verkennen.

    Schiedamseweg

    Een van de groepen verkende de Schiedamseweg. Deze groep bestond uit docenten en onderzoekers van de instituten IGO, WdKA, ISO en CMI. Al lopend via de Bospoldervos bezochten zij Bouwkeet, een sociale makerspace voor jonge wijkbewoners van Bospolder-Tussendijken, Spangen, Schiemond en Oud-Mathenesse. Kinderen kunnen hier in verschillende werkplaatsen hun ideeën realiseren en door middel van cursussen leren werken met elektronica, hout, metaal, textiel, en meer.

    Bij binnenkomst vielen de verschillende perspectieven in gesprekken direct op. De docenten van WdKA en IGO spraken over de noodzaak van zichtbaarheid en toegankelijkheid van ambacht en maken in de stad. Omdat maakwerkplaatsen en industrieën steeds meer uit het centrum worden verdreven, vormt dit steeds minder een zichtbaar onderdeel van onze cultuur. Cultuur wordt per slot van rekening gevormd door de dingen die gemaakt worden (Anderson, 2012, pp. 23-25). Toegankelijkheid van deze wereld in de stad is waardevol omdat het kinderen kansen biedt om zich creatief te uiten, te maken en te repareren, wat bijdraagt aan hun identiteit, veerkracht en zelfstandigheid.

    Collega’s van CMI en ISO spraken over de sociale problematiek die in Bouwkeet samenkomt. Bouwkeet biedt kinderen een veilige ruimte buiten huis waar zij met elkaar kunnen praten en werken, en in dialoog met werkplaatsmedewerkers verschillende onderwerpen kunnen bespreken. Thema’s als inclusiviteit, identiteit en veiligheid worden hier dagelijks verkend.

    Maatschappelijke uitdagingen die tijdens deze wandeling werden verkend, worden vaak aangeduid met termen zoals multiproblematiek, polycrisis of systeemcrisis (WEF, 2024, p. 17). Deze complexe vraagstukken bestaan uit meerdere, gelijktijdige problemen die ons dagelijks leven beïnvloeden.

    Bouwkeet is een voorbeeld van een antwoord op uitdagingen zoals kansengelijkheid, kennistekorten, gezondheid en welzijn. Lokale jongeren ontwikkelen hier op sociale wijze kennis en vaardigheden in maken en bouwen, samenwerken, communiceren en het oplossen van problemen. Deze maatschappelijke opgaven vallen bijvoorbeeld onder het thema ‘Vitale Gemeenschap’ (Hogeschool Rotterdam, 2023). Met andere woorden, deze ontwikkelingen bestrijken gebieden zoals gezondheid, economie, ongelijkheid, samenleving en de infrastructuur die deze aspecten verbindt.

    In maatschappelijke opgaven zijn verschillende gebieden met elkaar verweven. Hiermee hebben kansen en uitdagingen in het ene gebied een sterke invloed op de andere, en omgekeerd. Dit betekent dat deze problemen niet door één enkele discipline of instituut kunnen worden opgelost. Zoals de gesprekken tijdens de stadswandeling illustreren is een discipline-overstijgend perspectief daarom zeer waardevol en vaak zelfs noodzakelij

    In de context van discipline-overstijgend werk worden termen zoals cross-disciplinair, interdisciplinair en transdisciplinair vaak door elkaar gebruikt. Deze termen geven aan dat meerdere disciplines betrokken zijn, maar de aard en onderlinge verhoudingen van deze samenwerkingen kunnen variëren.

    Tijdens deze stadswandeling werden kansen en uitdagingen voor interdisciplinair onderwijs verkend. Om deze ambitie goed te kunnen kaderen, is het essentieel te begrijpen wat interdisciplinariteit in onderzoek en onderwijs inhoudt en welke voorwaarden daarvoor nodig zijn. Hierom volgend definities van mono-, multi-, inter-, en transdisciplinaire samenwerking die in onderzoek en onderwijs gebruikt worden (Cummings et al., z.d.; Greef et al., 2017, pp. 28-32).

    Een monodisciplinaire aanpak richt zich op problemen binnen één enkele discipline. Deze methode is geschikt voor vraagstukken die beperkt verweven zijn met andere disciplines en vanuit één perspectief opgelost kunnen worden.

    Bij een multidisciplinaire aanpak wordt gebruikgemaakt van inzichten uit meerdere disciplines. Deze methode is bedoeld voor complexere vraagstukken, waarbij de disciplines naast elkaar werken zonder elkaars werkvelden te betreden.

    In een interdisciplinaire samenwerking vindt integratie plaats. Hierbij worden complexe vraagstukken aangepakt die een nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines vereisen. Het is in deze samenwerking cruciaal om elkaars perspectieven te begrijpen en te benutten. Voor onze maatschappelijke opgaven betekent dit samenwerking tussen instituten en het betreden van elkaars werkvelden om verschillende perspectieven te kunnen combineren.

    Tot slot spreken we van transdisciplinaire samenwerking wanneer ook niet-academische kennis wordt betrokken. Dit betekent dat bij maatschappelijke opgaven bijvoorbeeld perspectieven van bewoners, gebruikers en ervaringsdeskundigen worden geïntegreerd.

    Onderwijs in Transitie

    De andere groepen liepen ieder een andere route. Een andere context bracht per groep andere confrontaties, gesprekken en uitdagingen. Een van deze groepen kwam zo op een gesprek over biodiversiteit, met als voorbeeld de niet-menselijke bewoners van onze stad. Tijdens een wandeling door Bospolder deelden zij hun ervaring van een ontmoeting met een groep meeuwen die vuilnisbakken doorzocht op zoek naar voedsel en zo de openbare ruimte bevuilde. Zij gaven aan dat dit gedrag vaak als hinderlijk wordt ervaren. Docenten van CMI introduceerde hier thema’s als framing en een ontwerpende houding in het benaderen van dit probleem. Meeuwen hebben immers ook hun plek nodig in de stad. Hoe kunnen we een situatie ontwerpen waarin meeuwen in de stad kunnen verblijven, voedsel hebben en tegelijkertijd de prullenbakken met rust laten?

    Samenwerking met buurtinitiatieven

    Andere groepen hebben mogelijkheden verkend voor samenwerking met buurtinitiatieven. Er werd gesproken over problemen en uitdagingen rond waterhuishouding en veiligheid die met diverse belanghebbenden zoals bewoners, buurthuizen en politie verkend kunnen worden, om zo kansen te identificeren voor samenwerking met Hogeschool Rotterdam. Hier werd benadrukt dat het essentieel is om in maatschappelijke opgaven een duurzame relatie en verbinding tot stand te brengen. Nabijheid, wederkerigheid, gelijkwaardigheid en continuïteit, als eerder geïntroduceerd in Samenleren met de Rotterdam (Peek et al., 2022), werden hier benadrukt: belanghebbenden moeten het gevoel hebben dat hun actieve bijdrage volwaardig is en over een langere tijd bijdragen aan het oplossen van lokale problemen.

    Tot slot stond veiligheid op zowel micro- als macroniveau centraal. Op microniveau werd de staat van de infrastructuur in deze omgeving besproken in relatie tot de ambitieuze gebiedsontwikkelingsplannen. In omgevingen gedomineerd door auto's en vrachtwagens voelen voetgangers en fietsers zich vaak onveilig. De groene oases van een binnentuin van de semi-gated communities in de wijk Le Midi kunnen dan een heel aanlokkelijk alternatief zijn voor de mensen die dit zich kunnen permitteren. Op macroniveau waren er duidelijke geopolitieke uitdagingen merkbaar: aan de horizon was een schip zichtbaar dat honderden vluchtelingen huisvestte. Mensen van ver kwamen naar Rotterdam op zoek naar onderkomen en veiligheid.

    Zoals geïllustreerd tijdens stadswandelingen, reiken maatschappelijke opgaven verder dan samenwerking tussen disciplines. Deze opgaven brengen actoren en belanghebbenden uit alle delen van de samenleving samen, niet enkel uit het werkveld. Hierbij vereist het werken aan maatschappelijke opgaven enerzijds een cultuurverandering op het gebied van samenwerkend leren. Hierbij zullen alle betrokken actoren zich ontwikkelen tot kennisdragers die kunnen bijdragen aan maatschappelijke transities en vorm kunnen geven aan de wereld van morgen (Vereniging Hogescholen, 2019). Hierin wordt onderwijs benaderd als een gemeenschap waarin samenwerkend leren centraal staat.

    Anderzijds vragen deze opgaven om een professionele ontwikkeling waarin kennisgeneratie plaatsvindt in een relationeel en co-creatief proces. De noodzaak tot effectieve samenwerking vereist het stimuleren van een participatieve leer- en samenwerkingscultuur tussen alle betrokken actoren. Dit betekent dat er niet alleen contact moet zijn met ons team, instituut of de hogeschool, maar ook met het werkveld en de maatschappij. Op een dieper niveau heeft dit impact op de structuur van onze organisatie, de technologie die we gebruiken, en op ons als medewerkers en de cultuur waarin we samenwerken (Witte & Jonker, 2019, pp. 152-153).

    Om een beeld te geven van de uitdagingen binnen onze hogeschool op zowel breed als diep niveau, wordt in veranderprocessen gesproken van verschillende ordes. De eerste orde betreft verbeteringen. Dit zijn veranderingen op individueel en teamniveau, waarbij de nadruk ligt op de verbetering van structuur en technologie. Deze veranderingen kunnen vaak monodisciplinair binnen het instituut worden uitgevoerd. Veranderingen van de tweede orde vragen om transformatie. Deze veranderingen spelen zich af op institutioneel en hogeschoolniveau en vereisen professionalisering van medewerkers en een multi- of interdisciplinaire aanpak. Tot slot leiden veranderingen van de derde orde tot transitie. Hierbij zijn het werkveld en de maatschappij betrokken, wat een verandering in cultuur en een transdisciplinaire aanpak noodzakelijk maakt.

    De stadswandelingen illustreren de noodzaak tot transitie en inter- en transdisciplinaire samenwerking. Gesteund door onze strategische agenda (Hogeschool Rotterdam, 2023) zullen ambities van de derde orde binnen ons onderzoek en onderwijs dan ook in toenemende mate aandacht krijgen. Dit houdt in dat we niet alleen samenwerken met andere instituten, het werkveld en maatschappelijke organisaties, maar ook nadenken over de noodzakelijke professionalisering en een ondersteunende cultuur. Kortom, genoeg onderwerpen om nog vele stadswandelingen aan te wijden.

    Conclusie

    De stadswandeling georganiseerd door Marjolijn Schouten, David ter Avest en Peter van Waart illustreert een vernieuwende benadering binnen Hogeschool Rotterdam om complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Door diverse disciplines en instituten samen te brengen, werd niet alleen gekeken naar monodisciplinaire of multidisciplinaire oplossingen, maar werd actief ingezet op interdisciplinaire en zelfs transdisciplinaire samenwerkingen. Dit is essentieel gezien de aard van moderne problemen en onze maatschappelijke opgaven, die zich niet laten beperken tot één vakgebied maar om integratie van diverse perspectieven vragen.

    De wandeling benadrukte niet alleen de noodzaak van interdisciplinariteit, maar ook de waarde van inclusiviteit door samenwerking met buurtinitiatieven en stakeholders uit de gemeenschap. Door vanuit verschillende invalshoeken te kijken naar biodiversiteit, veiligheid, en sociale inclusie, ontstaan innovatieve ideeën die bijdragen aan een veerkrachtige en duurzame samenleving. Deze informele ontmoeting maakt het mogelijk om met elkaar, in dialoog met de stad, verbindingen te laten ontstaan waarin gezamenlijke leerervaringen opgedaan kunnen worden. Door samen ervaringen op te doen en na te denken over complexe zaken, kunnen in een proces van wederzijds leren nieuwe beelden ontstaan voor de toekomst.

    Deze aanpak weerspiegelt de ambitie van Hogeschool Rotterdam om niet alleen te verbeteren en te transformeren, maar om daadwerkelijk bij te dragen aan transitie op maatschappelijk niveau. Dit vraagt een nieuwe rol van de hogeschool, om van grotere waarde te kúnnen zijn voor de stad en haar omgeving. Geformuleerde principes als nabijheid, wederkerigheid, gelijkwaardigheid en continuïteit helpen om de stad onderdeel te maken van onze leerprocessen in onderwijs en onderzoek en andersom.

    In essentie laat de stadswandeling zien dat het aanpakken van hedendaagse systeemproblemen vraagt om een holistische benadering waarbij disciplines en gemeenschappen elkaar versterken. Dit biedt niet alleen nieuwe inzichten voor onderwijs en onderzoek, maar draagt ook bij aan de ontwikkeling van een inclusieve, duurzame toekomst voor Rotterdam en daarbuiten.

    Wandelingen en Vergezichten

    Na de zomer van 2024 zal een tweede wandeling vanuit een andere satellietlocatie van Hogeschool Rotterdam georganiseerd worden. Tijdens deze wandeling zullen uitdagingen van zogenoemde Wicked Problems verkend worden aan de hand van de Boundary Crossing theorie.