Project KANS
Hoewel er veel minder aandacht is voor het onderwerp, is de kennis over RSI en de behandeling van de symptomen de afgelopen jaren toegenomen. Zo werd de term KANS (Klachten aan Arm, Nek en Schouders) geïntroduceerd om de behandeling te verbeteren, maar vooral ook om deze overal in Nederland gelijk te trekken.
Op 2 en 3 november 2012 vond in het MECC het Landelijk congres fysiotherapie plaats. Op de 2e congresdag heeft Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam op verzoek van KNGF een dagprogramma verzorgd over de ontwikkelde Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke Arm, Nek en/of Schouderklachten (aspecifieke KANS). Het brede dagprogramma bestond uit een presentatie over de totstandkoming en inhoud van de richtlijn door lector Harald Miedema en dr. Anita Feleus, betrokken bij de totstandkoming van de richtlijn.
Klachten RSI
Dat er minder klachten zijn, komt volgens Speklé deels door verbeteringen op de werkplek. ''De verstelbaarheid van het meubilair is de afgelopen twintig jaar toegenomen.’’ Ook kwamen er meer hulpmiddelen rond het toetsenbord. En werd EU-wetgeving opgesteld voor de computerbril. Aan de andere kant stijgt het computerwerk waardoor meer mensen worden blootgesteld aan de gevaren van RSI. ''Ook privé gebruiken we vaker computers, tablets en smartphones.’’
De huidige radiostilte rondom de ‘muisarm’ levert volgens voorzitter Alberts van de RSI-vereniging zowel voordelen als nadelen op. Werknemers die een pijntje voelen, dachten al snel dat ze RSI hebben. Dat gebeurt nu niet meer. Aan de andere kant neemt de aandacht die bedrijven hebben voor RSI-klachten van personeel ook af. Alberts: ''Ongeveer 38 procent van de werkgevers ziet RSI-klachten, terecht, als arbeidsrisico. Maar dat aantal neemt af, terwijl veel ziektegevallen door gezonde werkomstandigheden kunnen worden voorkomen.’’