Over de regionale consortia
De geboortezorg in Nederland is georganiseerd in verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV's) en Integrale Geboortezorg Organisaties (IGO’s), waarbinnen onder meer verloskundigen, medisch specialisten (gynaecologen en kinderartsen) en kraamzorgorganisaties samenwerken. Er zijn 71 VSV’s en IGO’s, dus de regio van een regionaal consortium omvat meerdere van deze VSV’s en IGO’s. Elk consortium houdt zich bezig met het verzamelen van onderzoeksvragen, het verspreiden van kennis, het verbinden van onderzoek, praktijk en beleid. In de afgelopen tijd is de onderlinge afstemming tussen de regio's versterkt door de vorming van het Netwerk Regionale Consortia Geboortezorg (NRCG). Door regelmatig overleg en nauwe samenwerking tussen de coördinatoren van de regionale consortia is het gemakkelijker om gezamenlijk onderzoeksprojecten uit te voeren en nieuwe kennis in de regio's te verspreiden en te implementeren.
Hanneke Torij, Lector Verloskunde en Geboortezorg en voorzitter NRCG aan het woord
De regionale consortia werken lokaal, in de regio en landelijk samen aan het genereren en implementeren van kennis en tools. Hanneke Torij, voorzitter van het NCRG: 'Het gaat om onderzoek waarin alle betrokken partijen veelal al vanaf de opzet van het onderzoek met elkaar samenwerken: aanstaande ouders, professionals, onderzoekers, maar bijvoorbeeld ook studenten of gemeentelijke coalities voor Kansrijke Start. Door die samenwerking is het implementeren van onderzoeksresultaten ook veel leuker en succesvoller.’
De consortia staan in de regio in verbinding met geboortezorgprofessionals, kennisinstellingen, organisaties zoals gemeenten, Regionale Ondersteunings Structuren, jeugdgezondheidszorg en Veilig Thuis en met aanstaande ouders. Daarbij wordt continu gekeken wat de kennisbehoefte is en werkt men voortdurend samen aan nieuwe kennisontwikkeling. De regionale consortia ontwikkelen ook gereedschappen om kennis in de praktijk te laten landen. Verspreiding en implementatie van kennis en tools gebeurt bijvoorbeeld via webinars, richtlijnontwikkeling en filmpjes. Torij, die ook lector verloskunde en geboortezorg is bij Hogeschool Rotterdam: ‘Het gaat erom dat je zorgt dat kennis leidt tot kwaliteitsverbetering in de praktijk. Ook het proces van gezamenlijke kennisontwikkeling draagt al sterk bij aan inzicht en kwaliteit. Daarom is het zo belangrijk om vanaf het begin de professionals uit de praktijk en de (aanstaande) ouders nauw te betrekken.
Torij: ’Het gaat ook om het netwerk dat je met elkaar hebt lokaal en in de regio. Dat je elkaar en elkaars expertise kent en weet te vinden. Juist bij het verbinden van lokale en regionale netwerken, samenwerken aan kennisontwikkeling en het verspreiden en implementeren van kennis en tools, spelen de regionale consortia een sleutelrol. En de brug van en naar landelijk is nu goed geborgd binnen het NRCG.'