In het nieuwe strategische publiek-privaat partnerschap (PPP) Kansrijke Start komen kennisinstellingen, het bedrijfsleven, de overheid en de burger samen. Gezamenlijk werken ze toe naar hetzelfde doel: het stimuleren van een kansrijke start voor alle in Nederland geboren kinderen en bevordering van de zelfredzaamheid van (aanstaande) ouders door digitalisering van zorg.
Succes begint bij vroege start
Hogeschool Rotterdam en Erasmus MC zijn initiatiefnemers van het PPP. Zij zijn trots dat Kansrijke Start zich voegt bij de Topsectoren, gebieden waarin het Nederlandse bedrijfsleven en onderzoekscentra wereldwijd uitblinken. Eric Steegers, gynaecoloog en hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie aan het Erasmus MC: “Heel mooi dat nu ook vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gezien wordt dat maatschappelijk succes begint bij de vroege start van het leven. De gezondheid van aanstaande ouders en de eerste 1000 dagen van het kind bepalen de gezondheidsverschillen en sociaaleconomische ongelijkheid later in het leven. Preventie in deze vroege levensloop, gericht op een gezonde start, biedt enorme kansen om latere medische en maatschappelijke problemen het hoofd te bieden.”
Zwangerschapszorg op afstand
Het eerste project van het nieuwe PPP Kansrijke Start draait om digitale medische zwangerschapszorg-op-afstand. De partners gaan onderzoeken of en hoe deze zorg (kosten)effectief is, en meerwaarde heeft voor zwangere vrouwen en hun families, zorgmedewerkers, wetenschappers, bedrijfsleven, zorgverzekeraars en de capaciteit van de regionale geboortezorg. Prof. dr. Mireille Bekker (UMC Utrecht), lector Hanneke Torij (Hogeschool Rotterdam) en prof. dr. Arie Franx (Erasmus MC) leiden dit zogeheten Kickstarter project, waarvoor 750.000 euro is gereserveerd.
Uit een recente studie van Bekker en Franx bleek al dat telemonitoring van gecompliceerde zwangerschappen even veilig is als ziekenhuisopname. Het scheelt ligdagen en dus kosten.
Schuldhulpverleners
Het PPP Kansrijke Start bouwt voort op het gelijknamige actieprogramma in 285 gemeenten, vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daarin worden – naar Rotterdams voorbeeld – medische partijen samengebracht met partijen uit het sociale domein. Denk bijvoorbeeld aan verloskundigen, schuldhulpverleners, jeugdhulp en maatschappelijk werkers. In het PPP komt daar het bedrijfsleven bij.
Steegers: ‘Om onze ambitie te realiseren zijn samenwerkingen op het gebied van zorg, onderzoek, onderwijs, technologie en innovatie tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven, overheid en burger essentieel.’