Aansluiten bij leefomgeving
40 procent van de mensen die start met een fysiotherapeutisch behandeltraject valt binnen drie maanden weer terug in hun oude beweegpatroon. Zij vinden het lastig om de oefeningen en de actieve leefstijl vol te houden. Het is dus belangrijk om goed aan te sluiten bij de cliënt in zijn leefomgeving. Dat kan daarbij gaan om wonen, werken en vrije tijd.
Hogeschool Rotterdam voerde in samenwerking met Erasmus MC, Hogeschool Leiden en LUMC een onderzoeksproject uit, gericht op het optimaliseren van het begeleidingstraject. Hierbij werd ingestoken op persoonsgerichte begeleiding en aandacht voor het integreren van beweegadviezen in de eigen leefomgeving – oftewel: zelfmanagementondersteuning.
“Als fysiotherapeut geloof ik heel erg in zelfmanagement. Met name bij chronische aandoeningen is het heel belangrijk dat de cliënt eigenlijk zelf de regie kan blijven houden.”
Aanleiding onderzoek
In Nederland groeit het aantal mensen met artrose naar verwachting naar 2,28 miljoen in 2040, het is de meest voorkomende chronische aandoening. Jaarlijks bezoekt de helft van de mensen met artrose vanwege langdurige of terugkerende pijn- en stijfheidsklachten en beperkingen in functioneren een fysiotherapeut. In de praktijk blijken het onvoldoende duurzaam toepassen van oefeningen en een inactieve leefstijl (gezond beweeggedrag) behandeleffecten echter te beperken.
Dit project valt onder het consortium Vitale Delta.