Vanuit zijn rol als lector Next Strategy en programmadirecteur van Kenniscentrum Business Innovation heeft Arjen van Klink verschillende bijdragen geleverd aan de bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’, die is samengesteld door lectoren en (hoofd)docenten van Hogeschool Rotterdam. Naast de inleiding nam hij de hoofdstukken over de Rotterdamse economie (samen met Edith Jacobs van gemeente Rotterdam) en de betekeniseconomie (samen met collega Kees Klomp) voor zijn rekening. De centrale vragen: wat kunnen we op die gebieden verwachten de komende jaren en welke rol speelt Hogeschool Rotterdam daarin? De antwoorden hebben toekomstverkenningen en -scenario’s opgeleverd.
2030 klinkt ver weg, maar dat is al over 9 jaar.
“Dat betekent voor grote organisaties zoals onze hogeschool dat we nu moeten beginnen om de supertanker in beweging te krijgen, zodat we een andere koers kunnen gaan varen. Als je vroeg begint heb je aan een paar graden koersverandering vaak genoeg om veel te bereiken. Al merk je wel dat door de corona de nadruk vaak komt te liggen op crisismanagement in plaats van keuzes voor de lange termijn. Aan de andere kant kun je zeggen dat de coronacrisis juist voor een versnelling zorgt. Denk alleen al maar aan blended learning en digitale tools. Een interessant spanningsveld.”
Was het moeilijk om vanuit economisch oogpunt vooruit te kijken naar 2030?
“Dat is bijna onmogelijk als je kijkt naar hoe een economie wordt beïnvloed door externe omstandigheden, die niemand kan bedenken. Corona is het meest actuele voorbeeld van zo’n ‘black swan’. Tegelijkertijd zijn er allerlei veranderingen gaande in zo’n economie waar bedrijven op inspelen, en het verloop daarvan kun je wel al redelijk uittekenen. Neem de zwaardere milieueisen, de nieuwe digitale mogelijkheden, de schaarste aan grondstoffen of knelpunten op de arbeidsmarkt. Daar kun je een redelijke inschatting van maken hoe bedrijven, werknemers en studenten daardoor geraakt gaan worden.”
Had je 10 jaar geleden gedacht dat de economische wereld eruit zou zien zoals die er nu uitziet, corona buiten beschouwing gelaten?
“De snelheid van veranderingen is lastig in te schatten. Tien jaar geleden waren er ook online marktplaatsen en werden er elektronisch gegevens uitgewisseld. Maar dat bedrijven vandaag de dag hun bedrijfsprocessen puur op geautomatiseerde data-uitwisseling voeren, dat hadden we 10 jaar geleden niet kunnen voorspellen. De beweging an sich kun je wel zien aankomen, maar de snelheid en impact ervan kan nog wel eens verrassend zijn. Toen Amazon begon met de online verkoop van boeken begon, vond iedereen dat maar vreemd. Nu vinden we het doodnormaal.”
Over snelheid gesproken: er verschijnen steeds vaker berichten over dat het streven om Nederland in 2050 circulair te laten draaien niet haalbaar is.
“Circulaire economie is nu nog een kwestie van een aantal maatschappelijke ondernemers en goedwillende bedrijven. Mainstream bedrijven willen daar nog niet aan. Maar als de wetgeving strenger wordt en wij als consumenten strengere eisen gaan stellen aan wat bedrijven verkopen, dan kan het snel gaan. Stel dat Albert Heijn per direct geen plastic meer gebruikt op de groente- en fruitafdeling, dan heeft dat grote impact. Dan kan het heel snel gaan met het wel bereiken van de circulaire doelstellingen.”
Waar verheug je je op als het om toekomstscenario’s gaat?
“Op nieuwe vakgebieden en nieuwe banen. Door digitalisering verdwijnen ongetwijfeld een hoop banen, maar er zullen ook heel veel nieuwe banen ontstaan. Het is intrigerend om dat te volgen en om te kijken hoe we daar op in kunnen spelen. Want dat heeft uiteraard invloed op het onderwijs. En vanuit het oogpunt van de circulaire economie ben ik benieuwd naar welke nieuwe businessmodellen er ontstaan. Nu koop je een stoel in een winkel, klaar. Maar straks huur je er een en breng je ‘m terug als je een andere wilt. Dat zijn interessante dingen om over na te denken.”
Dat geldt ook voor studenten, want er komen heel veel nieuwe kansen aan, lijkt me?
“Dat bedoel ik met onderwijs dat breed is opgezet, zoals het in de bundel wordt omschreven. De toekomstige kansen kun je vooral pakken als je je heel breed oriënteert in plaats van dat je je in één aspect specialiseert. Dat is niet alleen een oproep aan het adres van studenten, maar ook aan dat van de hogeschool. We moeten nadenken over hoe ons assortiment aan opleidingen eruit moet zien. Denk na over de verhouding tussen vakinhoud en vaardigheden.”
Is dat een moeilijke omslag?
“Dat kan soms best lastig zijn, omdat we al járen dingen doen zoals we ze doen. We komen uit een situatie waarin marktwerking belangrijk is. Wij willen de nieuwe student binnenhalen. Dat doen we door ons te profileren met opleidingen. Maar is het niet beter om een stapje terug te doen om oog te hebben wat er in de regio gebeurt. Waar heeft Rotterdam behoefte aan en hoe kunnen we samenwerken met andere instellingen en bedrijven om mensen kansen te bieden op het gebied van een leven lang leren? Is Hogeschool Rotterdam een algemene onderwijsinstelling die toevallig in Rotterdam staat of is Hogeschool Rotterdam een kennisinstelling die bijdraagt aan de ontwikkelingen die de regio vooruit helpen? Dat is een strategisch vraagstuk. Veel dingen overkomen je en daar moet je op in zien te spelen. Maar voor sommige dingen kun je juist zelf kiezen.”
De bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’ is omvangrijk. Heb je tips voor mensen die ‘m willen gaan lezen?
“Lees om te beginnen vooral de hoofdstukken waar je zelf niet in thuis bent. Ben je econoom? Lees dan de hoofdstukken van onze collega’s uit het technische, creatieve of sociale domein. Laat je inspireren door dingen die je nog niet kent. Blader verder door de scenario’s achterin het boek. Dan merk je dat er veel veranderingen gaande zijn, die grote invloed zouden kunnen gaan hebben op de hogeschool.”
In de volgende aflevering gaan we met lector Ben van Lier in op de digitalisering van de samenleving.
Suggesties
Dit zijn hoofdstukken van de bundel die raakvlakken hebben met het onderwerp economie.
- De economie van Rotterdam (Arjen van Klink en Edith Jacobs)
- Transitie naar een duurzame economie (Koen Dittrich)
- De ontwikkeling van een inclusieve arbeidsmarkt in digitale tijden (Paul van der Aa)
- Op weg naar de betekeniseconomie (Arjen van Klink en Kees Klomp)
- Scenarios for Co-creation of the Future with Effectuation (Arie de Wild en Phillipp Hakvoort)
- Ondernemerschap in onderwijs (Martijn Priem, Matthijs Smits en Amber van der Zouwen)
De bundel
De omgeving van het hoger beroepsonderwijs is volop in beweging. Veranderingen in de maatschappij, het werkveld en het onderwijsstelsel volgen elkaar niet alleen in hoog tempo op, maar versnellen en versterken elkaar ook steeds vaker. Dat is voelbaar in de klas, in de docentenkamer en aan de bestuurstafel. En het dwingt hogescholen om zich gedegen voor te bereiden op wat de toekomst (mogelijk) nog meer van hen verwacht.
Daarom heeft Hogeschool Rotterdam haar lectoren gevraagd om over het hoger beroepsonderwijs in 2030 na te denken, met deze bundel als resultaat. Met maar liefst 26 toekomstverkenningen en -visies van lectoren rondom de thema’s ‘maatschappelijke opgaven en transities’, ‘voorbereiden op een veranderend werkveld’ en ‘doel en functie van het onderwijs’ worden de belangrijkste ontwikkelingen, bezien vanuit alle domeinen die Hogeschool Rotterdam rijk is, in kaart gebracht. In het laatste deel worden deze bijdragen samengevat in vier overkoepelende scenario’s die schetsen hoe het hbo er in 2030 uit zou kunnen zien. Daarmee beoogt deze bundel iedereen die aan de toekomst van het hoger beroepsonderwijs werkt te bewegen tot en te inspireren bij een goede voorbereiding. Maar nodigt hij vooral uit om daarover in gesprek te gaan en zo de toekomst samen vorm te geven.
De bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’ lees je hier.