Een cultuurshock, anders kan Franklin Seute het niet noemen. Toen hij in 2015 van Aruba naar Nederland verhuisde, moest hij enorm wennen aan zijn nieuwe leefomgeving. Alles was anders. “Om te beginnen het weer”, lacht hij in het Atrium van locatie Museumpark waar de workshop wordt georganiseerd. “De cultuur is hier in Nederland heel anders dan op Aruba. Daar was ik gewend om alles samen met anderen te doen, maar hier is iedereen veel zelfstandiger ingesteld. Ik moest echt alles zelf uitzoeken en regelen toen ik hier net was.”
Ook de taal was voor hem een obstakel. “Op Aruba leerden we uiteraard Nederlands op school en ik dacht echt dat ik de taal goed beheerste. Maar eenmaal hier kwam ik erachter dat er heel veel woorden worden gebruikt waar ik nog nooit van had gehoord”, aldus Franklin, die in Breda op Avans Hogeschool Mechatronica studeert. “Ik ben vandaag naar Rotterdam gekomen, omdat dit soort bijeenkomsten heel belangrijk voor mij zijn. Ten eerste leer ik nieuwe mensen kennen die dezelfde achtergrond hebben en ten tweede leer ik hoe ik nog beter kan netwerken. Dat is heel belangrijk in Nederland, waar veel mooie carrièremogelijkheden zijn. Maar dan moet je wel de juiste wegen weten te bewandelen.”
Lage verwachtingen
Jorleijdi Roosberg herkent zich in het verhaal van Franklin. Ook zij had het gevoel dat ze al met 1-0 achter stond toen ze in 2017 vanaf Curaçao naar Nederland verhuisde. “Alleen al op basis van mijn accent hadden mensen lage verwachtingen van mij. Ze dachten dat ik hier niet zou kunnen presteren”, aldus de student Gezondheidszorgtechnologie, die afgelopen zomer afstudeerde en inmiddels aan haar premaster is begonnen.
Dat Jorleijdi het tegendeel van haar criticasters heeft bewezen, is mede te danken aan het mentoraat Antuba van Hogeschool Rotterdam voor Caribische studenten. “Toen ik nog maar net in Nederland was, heb ik me daar gelijk bij aangesloten. Er was elke maand een bijeenkomst, waar ik veel mensen heb leren kennen. Het is fijn als je op elkaar kunt terugvallen als je ergens even niet uitkomt. Daarom ben ik ook naar deze workshop gekomen. Het is een nieuwe kans om andere Caribische studenten te leren kennen en nieuwe kennis op te doen. Straks moet ik weer een stageplek zien te regelen en uiteindelijk wil ik natuurlijk een baan vinden. Dan is het erg handig om te weten op welke manier je je netwerk kunt uitbreiden en moet inzetten. Dit soort workshops vergroten mijn studiesucces.”
De kennis en ervaring die ze afgelopen jaren heeft opgedaan, deelt ze graag met anderen. Zo was ze afgelopen zomer betrokken bij de Rotterdam Summer School in de rol van peercoach voor studenten van de Caribische eilanden. “Ik kan vertellen hoe ze een kamer kunnen vinden, bij wie ze moeten zijn als ze problemen ondervinden tijdens hun studie, noem maar op.”
Sociaal kapitaal
Zelf is ze te bescheiden om het zo te noemen, maar Jorleijdi is een rolmodel. En daar is grote behoefte aan, weet ook Garreling Michel (foto hieronder) van de afdeling Studentenwelzijn van Hogeschool Rotterdam. “Ze moeten elkaar inspireren, zodat ze het gevoel krijgen dat ze hier inderdaad een CEO van een mooi bedrijf kunnen worden. Het is natuurlijk leuk dat ze elkaar leren kennen, maar het gaat dieper dan dat. Deze studenten moeten zich ervan bewust worden dat zij extra inzet moeten tonen om een goed netwerk op te bouwen in Nederland. Dat is hun sociale kapitaal. Rolmodellen kunnen vertellen dat het niet gemakkelijk is, maar ook dat het niet onmogelijk is om hier te slagen. Die bewustwording moet op de eilanden zelf ook al groter worden, niet pas als de studenten hier in Nederland zijn gearriveerd.”
Daarin speelt Stichting WeConnect een belangrijke rol door de afstand tussen het onderwijs in het Caribisch gebied en studeren in Nederland te verkleinen. Ook ontfermen ze zich over studenten die al aan de slag zijn in Nederland, bijvoorbeeld door samen met Hogeschool Rotterdam een gratis workshop netwerken te organiseren.
“We bieden skills aan waarmee ze sneller uit hun Caribische bubbel kunnen komen”, vertelt Supharmy Lard van WeConnect. “Vanwege de taalbarrière bouwen ze vaak minder snel een netwerk op. Vanwege de cultuurverschillen weten ze zelfs niet wat ze moeten zeggen tijdens een borrel. Toen ik in 2016 van Curaçao naar Nederland kwam, heb ik mezelf gelijk aangemeld bij een toneelvereniging. Dat was voor mij een laagdrempelige manier om nieuwe mensen te leren kennen en meer te weten te komen over de Nederlandse cultuur. Door Caribische studenten dit soort skills te leren, weet ik zeker dat we hun studiesucces kunnen vergroten.”
Dat is nodig, want een te groot deel van de Caribische studenten maakt hun studie in Nederland niet af. Recente rapporten van de Ombudsman en ResearchNed laten zien dat veel bureaucratisch gedoe een obstakel is en dat de overgang voor veel studenten niet soepel verloopt, ondanks allerlei initiatieven die op de eilanden zelf én in Nederland ontplooid worden.
“Begin maart komen de ministers van de eilanden naar Nederland en kan ik al samen met Nicole Spellen van de Hogeschool van Amsterdam, die als projectleider optreedt, een groot pakket van maatregelen aan hen presenteren”, aldus Ron Bormans, die naast bestuursvoorzitter van Hogeschool Rotterdam ook voorzitter is van de regiegroep, die sturing geeft aan de ontwikkeling en uitvoering van een goed georganiseerd plan van aanpak waarin een goede aansluiting voor Caribische studenten in Nederland centraal staat.
Meer samenhang
Hij is uiteraard blij met evenementen die worden georganiseerd om bij te dragen aan het studiesucces van studenten uit het Caribisch gebied. Net als met de mededeling van de nieuwe Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf dat Caribische studenten sneller een burgerservicenummer zullen krijgen, zodat zij gemakkelijker zaken zoals verzekeringen kunnen regelen. “Maar we moeten veel meer doen dan deze fantastische initiatieven en moeten het veel meer in samenhang gaan doen. Het is geen Nederlands probleem of een probleem van de eilanden. De samenhang ontbreekt.”
Vanuit de regiegroep zal, met name in de eerste fase van het project, ingezet worden op de thema’s Voorbereiding en Studiekeuze, Opvang en Begeleiding, Studiecultuur en Taal en Integrale Informatievoorziening. “Het is belangrijk dat we deze jonge mensen ook helpen met andere bureaucratische ellende waar ze in Nederland tegenaanlopen”, aldus Ron Bormans. “Verder zouden we het mooi vinden als we in de laatste fase van het onderwijs op de eilanden al aanwezig zijn om onder andere aan taalbeheersing te werken en indringend over studiekeuze te kunnen praten. Dat zijn wezenlijke onderdelen om het studiesucces te vergroten.”