Menu
    English

    Terugblik Ron Bormans op 2019: Uitstekend kwaliteitsjaar, maar geen polonaise

    We zijn al aardig gewend aan het jaartal 2020, maar het College van Bestuur kijkt nog één keer achterom naar 2019. Wat voor jaar was het voor Hogeschool Rotterdam? Voorzitter Ron Bormans trapt dit drieluik af met een interview over kwaliteit.

    Zullen we filosofisch beginnen? Wat is kwaliteit eigenlijk?
    “Een ongrijpbaar begrip. Wanneer je iets leert, kun je daar een diploma aan verbinden. Dat is tastbaar. Maar als je een persoonlijkheidsgroei doormaakt, is dat lastig te documenteren of te certificeren. Kwaliteit wordt uiteindelijk door mensen bepaald. Onderwijs is in die zin een soort jurysport. Dus als onze eigen mensen zeggen dat een opleiding goed is, zegt dat iets. De mening van onze medewerkers komt in het Medewerkerstevredenheidsonderzoek naar voren. Die van studenten in de Nationale Studenten Enquête (NSE). Deskundigen namens de Nederlandse-Vlaamse Accrediteringsorganisatie (NVAO). Het werkveld en alumni in de HBO-monitor. Als die vier jury’s zeggen dat het goed is en we leveren voldoende mensen af – studiesucces – dan kun je zeggen dan zal de  opleiding wel goed zijn, voldoende kwaliteit hebben. Daarmee maak je het ongrijpbare toch redelijk tastbaar, dichterbij kom je niet. Het blijft lastig om kwaliteit te vangen. Onderwijs heeft mij vertrouwen gegeven, de ontwikkeling naar volwassenheid een zetje gegeven, geholpen mijn carrière op te bouwen, noem maar op. Zonder onderwijs had ik nu niet op deze stoel gezeten. Die werkelijkheid is en blijft heel moeilijk te vangen.”

    Maar wel héél belangrijk.
    “Extréém belangrijk. Ik heb de transfer gemaakt van het Limburg uit de jaren 60 en 70 naar het Rotterdam van nu. Dat heeft het onderwijs niet alleen gedaan, maar mij wel de belangrijkste zetjes in de rug gegeven. Ik hoop dat iedereen onderwijs op die manier verder brengt.”

    Wat waren in 2019 dé gebeurtenissen binnen de hogeschool op het gebied van kwaliteit?
    “We hebben een goed jaar achter de rug. We hebben het certificaat ontvangen voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK), dat is heel belangrijk. We zijn decentraal gaan werken en sommigen vroegen zich daarbij af of dat ten koste zou gaan van ons collectieve verhaal en onze scherpte op het gebied van kwaliteit. De commissie zei juist dat we dat op een fantastische manier doen. Wij hebben een verhaal en een visie. Missen we wel eens een afslag? Ja. Laten we het daarbij? Nee. Verder was het een belangrijk jaar waarin we bij twee opleidingen een hersteltraject hadden lopen. De NVAO gaf ons weliswaar de accreditaties, maar we moesten bepaalde dingen beter gaan doen. Dat hebben we gecorrigeerd. In de maand december rondden we de een na de andere accreditatie glansrijk af. Niet onbelangrijk. We hebben een jaar moeten missen rondom de NSE, waar we uit zijn gestapt, omdat de meting rommelig en onverantwoord verliep . Dat betreur ik, want we hebben minder scherp kunnen laten hoe onze kwaliteit zich ontwikkelt. Uiteraard hebben we niet stil gezeten op dit gebied en opleidingen zélf een dergelijke meting laten uitvoeren. Wel wil ik zo snel mogelijk weer meedoen met de NSE.”

    Ook afgelopen jaar was Hogeschool Rotterdam weer de beste hogeschool van de Randstad.
    “Ten opzichte van de andere hogescholen doen we het dus goed, dat is een natuurlijke referentie. Ooit ben ik hier met het focusprogramma begonnen om wellicht ooit de beste van de Randstad te worden en dat zijn we nu, blijkbaar. Maar zoals je weet nuanceer ik dat soort lijstjes altijd.”

    Er is geen Ron Bormans die thuis met een gebalde vuist en taart dat nieuws viert?
    “Nee, omdat ik het niet goed genoeg vind.”

    Waarom niet?
    “Het is een lijstje dat over de Randstad gaat. Maar waarom zouden we onszelf niet vergelijken met hogescholen buiten de Randstad? We hebben drie topopleidingen in de Keuzegids staan, die kunnen wedijveren met de rest van het land. Maar hoe zit het met de rest? Daarom mogen we nog niet tevreden zijn. Zeker als het gaat om het onderwerp studiesucces. Een ingewikkeld vraagstuk, waar moeilijk grip op is te krijgen. Afgelopen jaar zijn we weliswaar een stapje vooruitgegaan, maar dat kan en moet nog veel beter. Vandaar dat we starten met het programma Grip op Studiesucces waarin we veertien opleidingen onder de loep gaan leggen. Dan klimmen we ook wat dat betreft weer op de ladder.”

    Dus het nuanceren van zo’n Randstad-lijstje is geen valse bescheidenheid?
    “Zeker niet. Zolang er studenten zijn die uitvallen, vind ik een jubelstemming ongepast. Daarom loop ik niet elke dag met mijn duim omhoog. Maar ik zal af en toe proberen iets vaker trots te zijn op de hogeschool, die dat ook zeker verdiend.”

    Het is een utopie om te denken dat er een dag komt dat níemand meer uitvalt, toch?
    “Dat gaat nooit gebeuren. Maar als je niet blijft streven naar die perfectie, bereik je die zéker niet. Je moet het wel willen. Als je op voorhand al zegt dat je zeker weet dat niet de hele klas over gaat, dan begin je met de verkeerde energie aan de wedstrijd.”

    Kun je tot slot nog iets benoemen dat niet met grote overkoepelende vraagstukken te maken heeft, maar wel voor kwaliteit staat?
    “Afgelopen jaar publiceerden we op onze website een verhaal over docentonderzoekers die samen met studenten van rotte appels medicijnen en energie maken. Dat ís de hogeschool. In de proceshal waar die onderzoeken plaatsvinden loopt Jan Herselman rond. Hij werkt al 43 jaar bij ons en heeft die hal gebouwd van afgedankt materiaal. Studenten lopen met hem weg. Jan is een voorbeeld van onze microkwaliteit. Hij ís Hogeschool Rotterdam.”