RBS-directeur Fred Feuerstake wijst schuin omhoog. Een combinatie van houten trappen, groene beplanting en veel lichtinval prikkelt de zintuigen. “Dit vind ik het meest inspirerende deel van het gebouw. Het straalt uit dat we bezig zijn met modern onderwijs. Dankzij bijvoorbeeld de onderwijspleinen en projectruimten zie je dat we veel meer doen dan alleen lesgeven in een klas. We gebruiken een variëteit aan werkvormen om studenten te laten leren. Dat komt hier allemaal in terug.”
Het doet hem wat, nu het eindelijk zover is. Vier jaar geleden begonnen de plannen om Instituut voor Bedrijfskunde (IBK), Instituut voor Financieel Management (IFM), het instituut voor Commercieel Management (COM) en Rotterdam Business School (RBS) samen te voegen tot één instituut. “Formeel zijn we sinds 1 september al Rotterdam Business School, bestaande uit die vier instituten, en nu staat het er ook in fysieke zin. We maken sinds het begin van het nieuwe hogeschooljaar gebruik van het nieuwe gebouw en dan vóél ik de energie van deze plek stromen. Ik vind het echt een eer om hier te mogen werken.”
De fusie van de vier instituten werd ingegeven door de vragen die vanuit het bedrijfsleven op de opleidingen afkomen. Fred: “Met elkaar kunnen we die vraagstukken veel beter oppakken dan afzonderlijk van elkaar. We focussen ze ons op vier belangrijke thema’s: betekeniseconomie, digitale economie, circulaire economie en leiderschap. Rondom deze onderwerpen geven we programma’s vorm en dat kunnen we echt alleen sámen doen. Dat is de grote winst van het weghalen van schotten die tussen de instituten stonden. Dit is een historisch moment in de geschiedenis van Hogeschool Rotterdam.”
Hij kijkt nog maar eens trots rond in het gebouw, waarin duurzaamheid voorop staat. Bij de bouw en inrichting is zo veel mogelijk gebruikgemaakt van gerecyclede en hernieuwbare materialen. Het houtwerk heeft bijvoorbeeld een duurzame (Europese) herkomst, kan lang mee en kan na gebruik een nieuwe bestemming krijgen en de banken en stoelen zijn bekleed met gerecyclede stoffen. Verder zitten er buizen van 245 meter diep in de grond om dankzij een warmtepompsysteem het gebouw te verwarmen en te koelen.
Dit tot grote tevredenheid van bestuurslid Wijnand van den Brink, die de vastgoedportefeuille beheert. “Dit is het gebouw voor de toekomst van economisch onderwijs, waarbij de deuren uiteraard ook open staan voor andere domeinen zoals zorg en techniek. Hier kunnen studenten van verschillende opleidingen samen aan impactvolle projecten werken. We kunnen hier onderzoek en onderwijs nog beter laten samensmelten en we gaan aan de slag met de Strategische Agenda om impact te maken op de samenleving. Dat alles blijft hopelijk nog járen plaatsvinden in dit prachtige gebouw.”