Wie zich verder wilde bekwamen in het wetenschappelijk onderzoek moest tot voor kort naar de universiteit om daar te promoveren. Die promotiefase is na bachelor en master de laatste stap in het universitaire opleidingssysteem. Na een aantal jaren onderzoek en een succesvolle verdediging van je proefschrift, mag je dan ‘PhD’ achter je naam zetten, als teken dat je bent opgenomen in de wetenschappelijke gemeenschap en je zelfstandig onderzoek kan doen.
De hogescholen kenden zo’n laatste, zogenoemde doctoraatsfase in hun leerlijn nog niet. En die is wel nodig. De hogescholen zijn in 2023 daarom begonnen met een pilot die niet opleidt tot ‘PhD’ (Doctor of Philosophy) maar tot ‘PD’, Professional Doctorate. Het praktijkgericht onderzoek heeft immers een eigenstandig karakter en vraagt van onderzoekers meer dan alleen onderzoeksvaardigheden. Je zult bijvoorbeeld ook moeten leren samenwerken met professionals in de praktijk, hoe je met nieuwe kennis de praktijk verandert en verbetert en hoe je dat ook in onderwijs versleutelt.
Een wereld te winnen
Conny van Oudheusden, met een onderbreking van twee jaar, al 23 jaar verbonden aan onze hogeschool als docent, docent-onderzoeker en projectleider, is kortgeleden begonnen als een van de zes landelijke PD-kandidaten in het domein Gezondheid & Welzijn. Ze onderzoekt hoe de ervaringskennis van mensen bekend met een licht verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel, naast de kennis van zorgprofessionals of beleidsmakers en wetenschappelijke kennis een bijdrage levert in de dagelijkse zorg- en ondersteuningspraktijk. Daarin is nog een wereld te winnen.
Conny: “De waarde van ervaringskennis voor de kwaliteit van de zorg wordt op papier - bijvoorbeeld in kennis- en onderzoeksagenda’s - steeds meer erkent. Maar in de dagelijkse gang van zaken in zorgorganisaties blijkt het lastig die kennis te ontginnen en duurzaam te borgen. Er is nog veel ruis en handelingsverlegenheid hoe je dit kunt doen en hoe de benodigde samenwerking er dan uit ziet. Daaraan wil ik met dit professional doctorate-traject graag iets bijdragen.”
‘Veranderen’, ‘samen’ en ‘vertrouwen’ zegt Conny, zijn daarin sleutelwoorden. “Anders dan bij een klassiek universitair promotietraject, doe ik niet eerst onderzoek naar ervaringsdeskundigheid en -deskundigen en probeer ik de uitkomsten dan eventueel in de praktijk toe te passen. De uitdaging is juist met participatieve onderzoeksmethoden samen met ervaringsdeskundigen, professionals, managers en beleidsmakers in de instellingen waar ik nu rondloop te onderzoeken welke rol ervaringsdeskundigheid zou kunnen hebben. Wat verandert er om te komen waar je wil zijn en hoe doe je dat dan samen. Je leert van elkaar. ”
De invulling van het Professional Doctorate-traject spreekt haar daarom erg aan: “Ik ben eraan toe om me verder te ontwikkelen in de vier verschillende maatschappelijke rollen die in de opleiding centraal staan. Als geschoold Professional Doctor wordt er van je verwacht dat je naast een goede onderzoeker straks ook Professional, Innovator en Change Agent bent. Dat vraagt ook een didactische visie in het onderwijs. Daarom vind ik deze co-creatie waardevol. Er is een eerste begeleider uit het gezondheid/zorgdomein (Dr. Mieke Cardol, lectoraat binnen KC Zorginnovatie) en een tweede begeleider uit het sociale/welzijnsdomein (Dr. Leonie le Sage vanuit KC Talentontwikkeling) betrokken, want bijzonder aan dit traject is dat het om een cross over gaat tussen de domeinen.
Change agent
Ze is nog maar net bezig, maar Conny merkt nu al de waarde van die verschillende rollen. Een voorbeeld: “Het begint er al mee dat ik voor mensen in die organisatie ‘de onderzoeker’ ben. Daar zit een heel beeld achter, vaak impliciet. Die van buitenstaander bijvoorbeeld. Zo hebben ze ook beelden van elkaar en van wat de rol van ervaringsdeskundige is of kan zijn. Het is belangrijk om die beelden heel precies expliciet te maken en met elkaar te bespreken. Pas daarna kun je werken aan veranderingen en samenwerking die blijvend is in een organisatie en tussen mensen. Je zit dan als praktijkonderzoeker in de rol van change agent. En dat is lastiger dan je denkt: actie en reflecteren is in zo’n situatie natuurlijk hartstikke belangrijk. Maar voor je het weet doe je dat te snel, neem je te veel afstand, zie je dingen over het hoofd of kun je mensen kwijtraken.”
Het vierjarige PD-programma wordt niet afgesloten met een proefschrift, maar met een collectie van leeropbrengsten die duidelijk maken of de kandidaat zich in het traject voldoende heeft ontwikkeld. “In ieder geval moet er een wetenschappelijk artikel en een artikel in een Vaktijdschrift zijn. De rest is vrij. Dat hangt natuurlijk ook af van je specifieke onderzoek. In mijn onderzoek gaat het uiteindelijk om een interventie, bijvoorbeeld om een samenwerkingsmethodiek of handvatten voor ervaringsdeskundigen en andere medewerkers als ze samen aan het werk zijn. Ik hoop tegen die tijd in ieder geval te laten zien dat ik niet alleen in staat ben om als onderzoekende professional bruggen te bouwen, maar ook kan zorgen dat mensen eroverheen lopen. Dat is voor mij toch de essentie van praktijkgericht onderzoek.”