Esther Nijhuis moet af en toe best even slikken. Bijvoorbeeld als een ondernemer te horen heeft gekregen dat er een deurwaarder langskomt om beslag te leggen op zijn spullen. Of dat hij (of zij) zelfs uit huis gezet dreigt te worden. Tot februari maakte de student Accountancy dat geregeld mee als stagiaire van De Rotterdamse Zaak, waar ze vervolgens als peercoach aan de slag ging om andere studenten te begeleiden bij het ondersteunen van zelfstandigen.
De Rotterdamse Zaak is een samenwerkingsverband tussen Stichting Ondernemersklankbord, de gemeente en Hogeschool Rotterdam. Noodlijdende ondernemers en zzp’ers kunnen er terecht voor gratis hulp en advies. Zowel ervaren (ex-)ondernemers als jonge studenten van de Hogeschool Rotterdam Business School staan voor hen klaar. Sinds het uitbreken van de coronacrisis is het een stuk drukker bij De Rotterdamse Zaak.
“Veel ondernemers en zzp’ers hebben door het coronavirus veel minder inkomen”, vertelt Esther. “Sommigen komen daardoor ernstig in de problemen. Ik heb een aantal klanten die te maken hebben met deurwaarders. Dat motiveert me enorm om zo goed en snel mogelijk mijn werk te doen. Bijvoorbeeld door hun boekhouding van de afgelopen drie jaar op orde te krijgen en op te sturen naar de gemeente, zodat ze een beroep kunnen doen op een bijstandsuitkering voor zelfstandigen. Daarmee kunnen ze hun schulden aflossen, zodat ze bijvoorbeeld in hun huis kunnen blijven wonen. In plaats van twintig verschillende schuldeisers hebben ze dan alleen nog een krediet lopen bij de gemeente.”
Het geeft de derdejaars Accountancy enorm veel voldoening als dat lukt. “Het is mijn manier om in deze tijd iets bij te dragen aan de maatschappij. Al kan ik maar één zzp’er uit de problemen helpen, dan is dat voor mij al meer dan de moeite waard. Daarom ben ik na mijn stage aangebleven als peercoach. Ik wilde trajecten die ingezet waren blijven volgen. Daarnaast vind ik het heel leuk om medestudenten te begeleiden in het ondersteunen van ondernemers die het niet makkelijk hebben. Voor mij is dit de ideale bijbaan.”
Dat geldt ook voor Ryan Krecke, eveneens student Accountancy, ex-stagiair en huidig peercoach bij De Rotterdamse Zaak. Zijn kennis overdragen vindt hij een van de mooiste dingen om te doen. “Ik ben nog student, dus ik weet echt niet alles van het vak. Maar wat ik wél weet deel ik graag met mensen die dat hard kunnen gebruiken. De ondernemers die bij ons aankloppen weten vaak helemaal niets over boekhouden. Dan is het toch prachtig dat wij die mensen gratis kunnen helpen? Het geeft me een heel goed gevoel om op deze manier iets te kunnen betekenen voor de maatschappij, zeker in de huidige situatie.”
Astrid Smit is apetrots op de studenten die zich met hart en ziel inzetten. In 2011 stond ze namens de hogeschool aan de wieg van De Rotterdamse Zaak. Destijds leefden in Rotterdam zo’n 3500 ondernemers onder de armoedegrens. De gemeente vroeg zich af hoe dat probleem aangepakt kon worden en schakelede de hulp van het onderwijs in. Met Stichting Ondernemersklankbord als derde partner was het plaatje compleet en gingen studenten met een economische opleiding aan de slag voor ondernemers die bijvoorbeeld geen boekhouder of marketeer kunnen betalen.
Europese prijzen
De Rotterdamse Zaak groeide uit tot een begrip. Niet alleen in de stad zelf, maar ook op landelijk niveau. Veel gemeenten namen het voorbeeld over. Zelfs wereldwijd kreeg het initiatief veel lof toegezwaaid. “We hebben verschillende Europese prijzen gewonnen”, zegt Astrid. “En ik sluit niet uit dat vanwege de coronacrisis ons concept in veel meer landen uitgerold gaat worden. Over de hele wereld zijn kleine ondernemers in de problemen gekomen door het virus. Hopelijk kunnen zij ook geholpen worden door studenten, net als bij ons.”
Dat dat nu vooral online en via de telefoon gebeurt, vinden Esther en Ryan soms lastig. Ze missen het persoonlijke contact met de zelfstandig ondernemers. “Het zijn soms emotionele gesprekken die wij voeren”, zegt Esther. “Dan is het prettig om iemand in de ogen aan te kunnen kijken. Daarnaast is taal soms een barrière, waardoor het nog lastiger is om door de telefoon te communiceren in plaats van als je elkaar kunt zien. Daarom hoop ik dat we snel weer de kans krijgen om de ondernemers fysiek te ontmoeten. Voorlopig zullen we met de huidige situatie om moeten gaan en blijven we hen zo goed mogelijk helpen. Dat is het belangrijkst.”