Menu
    English

    Overzicht verantwoording bestuurskosten en declaraties

    Onderstaand zijn de bestuurskosten en declaraties weergegeven van de leden van het College van Bestuur van de hogeschool conform hetgeen is bepaald in artikel 518 van RJ 660.

    Bestuurskosten en declaraties CvB in 2017

    Bedragen in euro

    BormansRoelofSandermanVd BrinkGezamenlijkTotaal
    Reiskosten binnenland

    1.306

    -

    185

    -

    -

    1.491

    Reiskosten buitenland

    -

    -

    -

    -

    -

    -

    Representatie (buiten onkostenvergoeding)

    242

    -

    56

    -

    447

    745

    Overige kosten *

    2.700

    1.800

    2.700

    675

    -

    7.875

    Totaal

    4.248

    1.800

    2.941

    675

    447

    10.111

    * Het bedrag van 2.700 euro onbelaste onkostenvergoeding is verstrekt om de volgende kosten te vergoeden:

    • Kleine persoonlijke uitgaven (zoals bijvoorbeeld koffie, broodje, snacks, kranten, tijdschriften)
    • Parkeer-, veer-, tol-, waskosten, etc. van de leaseauto
    • Representatiekosten (zakelijke lunch, cadeaus)
    • Gebruik privételefoon, computer, randapparatuur en thuisinternetaansluiting
    • Vakliteratuur

    Verslaggeving Helderheid

    In de notitie ‘Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs’ uit 2003 en de aanvullende notitie uit 2004 staat informatie over de interpretatie en het toepassen van de bekostigingsregels. Het gaat daarbij om regels voor de tellingen van de bekostigingsparameters van 1 oktober 2003 en volgende jaren.

    In 2004 is een 'Bekostigingsoverleg' met het hoger onderwijs gevoerd. Het overleg moest duidelijkheid geven over ongewenste neveneffecten en administratieve lasten van de maatregelen. De notitie 'Helderheid' behandelt hoe de bestaande onhelderheid in de bekostiging kan verdwijnen. Deze notitie vult de notitie uit 2003 aan. De notities behandelen deze thema’s waar bij de bekostigingscontrole aandacht aan dient te worden besteed:

    Uitbesteding van onderwijs

    Uitbesteding van onderwijs aan een niet bekostigde instelling, vindt niet plaats. Onder eigen verantwoordelijkheid van de hogeschool vindt verregaande samenwerking plaats met o.a. het Scheepvaart en Transport College (STC) respectievelijk de ROC’s Albeda College en Zadkine. Voorbeelden van samenwerkingen zijn: De samenwerking met het STC betreft specifiek op de haven gerichte opleidingen en valt in het publieke gedeelte van de activiteiten van STC. Met betrekking tot de opleidingen bij de Rotterdam Mainport Institute (RMI) wordt de rijksbijdrage ontvangen door de hogeschool. Kosten van het STC betreffen personele lasten, huisvestingslasten, beheerslasten en afschrijvingen welke worden doorbelast aan de hogeschool.

    Het onderwijscurriculum wordt vastgesteld door de stuurgroep. In deze stuurgroep is een voorzitter / lid van elk College van Bestuur opgenomen. De verzorging van de kern van het onderwijs is de taak van deze stuurgroep. Derhalve kan worden geconcludeerd dat Hogeschool Rotterdam de kern van het onderwijs verzorgt. Het samenwerkingsverband heeft geen apart logo, de student schrijft zich ook in bij Hogeschool Rotterdam.

    Binnen het Instituut voor Sociale Opleidingen (ISO) is Theater en Maatschappij een specialisatie binnen de opleiding CMV. In samenwerking met Hofplein Rotterdam wordt het onderwijs voor deze studenten uitgevoerd. Studiejaar 2017-2018 is het laatste jaar van de samenwerkingsovereenkomst. Het Instituut voor Lerarenopleiding werkt samen met de Erasmus Universiteit aan de Academische PABO. De hogeschool ontvangt de totale baat en compenseert de Erasmus Universiteit voor haar aandeel in de opleiding. Voorts werkt de hogeschool samen met de ROC’s Albeda College en Zadkine met betrekking tot de Ad-opleidingen. Er is hier geen sprake van uitbesteding.

    Investeren van publieke middelen in private activiteiten

    Hogeschool Rotterdam heeft in het Focus-programma aangegeven dat er een keuze is gemaakt voor een publiek profiel en het centraal stellen van voltijd bacheloronderwijs.

    De hogeschool werkt met en binnen het vastgestelde kader privaat. Hiermee wordt zeker gesteld dat alle kosten en investeringen die voor private activiteiten worden gemaakt volledig aan die activiteiten worden toegerekend. Registratie van private cursisten vindt plaats buiten de publieke studentenregistratie, in een aparte cursistenadministratie.

    Het verlenen van vrijstellingen

    De student vraagt vrijstellingen zelf aan. De examencommissie van de opleiding is verantwoordelijk voor het toetsen van de aanvraag en het toekennen hiervan.

    Bekostiging van buitenlandse studenten vindt slechts plaats binnen de daartoe bestemde regels

    Er zijn uitwisselingsovereenkomsten met buitenlandse instellingen gesloten voor Nederlandse studenten die op uitwisseling gaan en vice versa. Voor het overzicht van de uitwisselingsovereenkomsten verwijzen wij naar het betreffende hoofdstuk in dit jaarverslag. De hogeschool bemiddelt voor niet-EER-studenten in de huisvesting. Indien een buitenlandse student bij Hogeschool Rotterdam studeert in het kader van een uitwisselingsprogramma, wordt hij ingeschreven in de aparte cursistenadministratie.

    Collegegeld niet betaald door student zelf

    Hogeschool Rotterdam beschikt over een noodfonds. Het geld uit dit noodfonds komt niet uit publieke middelen. Derhalve compenseert Hogeschool Rotterdam geen studenten voor het collegegeld met publieke middelen.

    Hogeschool Rotterdam heeft tevens een profileringsfonds. Het profileringsfonds biedt studenten financiële ondersteuning bij het niet kunnen behalen van het diploma binnen de termijn van gemengde studiefinanciering, zoals lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie, ziekte, zwangerschap, bijzondere familieomstandigheden etc. Aanvraag en uitkering vinden plaats conform de Uitvoeringsregeling Profileringsfonds Financiële Ondersteuning Studenten. Artikel 4 van de Uitvoeringsregeling over de omvang van de financiële ondersteuning zegt het volgende: “de omvang van de financiële ondersteuning is gelijk aan een basisbedrag vastgesteld door het instellingsbestuur, de aanvullende beurs die betrokkene geniet uit hoofde van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel zou hebben genoten, indien hij daarop aanspraak zou maken of zou hebben mogen maken en indien van toepassing de officieel vastgestelde tegenwaarde van de OV-kaart. Op grond van artikel 7.51g van de WHW heeft het instellingsbestuur – bij de Hogeschool Rotterdam namens dit bestuur derhalve de Beheercommissie Profileringsfonds – de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen te bepalen dat de hoogte van de toe te kennen financiële ondersteuning, door een aanvullende ondersteuning toe te kennen, hoger wordt dan de normen van de studiefinanciering aangeven. Van deze mogelijkheid kan alleen gebruik worden gemaakt in zeer uitzonderlijke omstandigheden, waarbij een belangrijke overweging dient te zijn of het achterwege laten van een aanvullende ondersteuning tot niet acceptabele situaties zou leiden.” Er is dus geen sprake van het betalen van collegegeld.

    In geval een student in Studielink aangeeft dat een derde het collegegeld betaalt verzoekt Hogeschool Rotterdam de student een formulier in te vullen dat hij/zij akkoord gaat dat een derde het collegegeld betaalt.

    In 2017 heeft het profileringsfonds 78 aanvragen ontvangen, waarvan 74 zijn toegekend. Van de overige vier zijn twee nog in behandeling (ontvangen in december 2017) en zijn twee afgewezen. Van de 74 toegekende aanvragen hebben 70 geleid tot uitkering. Het hiermee gemoeide bedrag bedroeg 267 duizend euro voor de gehele (meerjarige) looptijd. Voor de overige vier toegekende aanvragen geldt het volgende:

    • voor één aanvraag is de hoogte van de uitkering nog niet vastgesteld;
    • drie aanvragen hebben geleid tot erkenning zonder uitkering.

    De 74 toegekende aanvragen hadden alle betrekking op EER-studenten. De financiële ondersteuning voor studenten wordt onderverdeeld in drie categorieën, te weten overmacht, bestuur en overige. De gemiddelde hoogte en duur per categorie van de aanvragen in 2017 die tot uitkering hebben geleid, was als volgt:

    Toegekende aanvragen profileringsfonds

    RedenBedragMaandenToekenningen
    Overmacht

    € 4.000,-

    9,4

    61

    Bestuur

    € 2.627,-

    8,8

    8

    Overige

    € 1.500,-

    6,0

    1

    In 2017 is een totaalbedrag van 270 duizend euro uitgekeerd. Dit bedrag omvatte ook de gedane betalingen op een vijftal aanvragen uit 2016 die in 2017 zijn toegekend en uitbetaald (15 duizend euro).

    Studenten volgen modules van opleidingen

    Studenten van buiten Hogeschool Rotterdam die het traject Kies op Maat volgen, kunnen binnen de hogeschool modules volgen (minoren). Indien dit het geval is, vindt inschrijving plaats in de cursistenadministratie.

    De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven

    Het risico hierop is zeer klein, de student schrijft zich immers in via Studielink.

    Bekostiging van maatwerktrajecten

    Voor zoverre er sprake is van bekostiging van maatwerktrajecten vindt dit plaats binnen de private activiteiten. Binnen de uitvoering van de publiek bekostigde opleidingen worden geen maatwerktrajecten uitgevoerd.

    Bekostiging van het kunstonderwijs

    Dit punt uit de notitie helderheid is niet meer van toepassing, de bekostiging van het kunstonderwijs is niet anders dan de bekostiging van het overige onderwijs.

    Aantal voor de bekostiging mee te tellen studenten

    Hogeschool Rotterdam registreert een student die voldoet aan alle inschrijvingsvoorwaarden en waarbij tevens aan alle bekostigingsvoorwaarden is voldaan als bekostigd student in BRONHO. Een met goed gevolg afgelegd examen zal eveneens als bekostigd worden geregistreerd in BRONHO als aan alle bekostigingsvoorwaarden is voldaan.