Menu
    English

    Tijd voor Bedrijfsethiek. Het congres.

    Over hufterigheid, morele grenzen, balans en context

    04 juli 2024

    Het is écht de hoogste tijd voor bedrijfsethiek! De titel van het congres en het nieuwe boek van Jelle van Baardewijk kon niet beter gekozen zijn. De tijdsgeest verandert, waardoor ethische kwesties steeds prangender zijn geworden. In het bedrijfsleven komen we steeds meer in aanraking met morele vraagstukken. Daarom is het belangrijk binnen het hbo hier ook aandacht te geven .

    Lector Jelle van Baardewijk trapt het congres af. Hij bekent dat moraliteit en bedrijfsethiek eigenlijk een beetje voor een klein clubje ‘nerds’ was, maar dat het steeds meer aandacht krijgt, ook in het middelgrote bedrijfsleven. Relativisme heeft plaats gemaakt voor moralisme. Daarom mag bedrijfsethiek uit de schaduw komen en een grote mond hebben. Met de grote maatschappelijke transities en ontwikkelingen, van digitalisering, technologisering en klimaatverandering, vervagen er soms grenzen. En over grenzen moeten we het hebben volgens Jelle. Moraliteit gaat niet alleen over wat goed of slecht is en wat je nastreeft of probeert te voorkomen. Het gaat ook om je mogen kwaad maken om iets, zeker als we in de buurt komen van morele ‘no go areas’, een situatie waar we niet bij in de buurt willen komen. Hoe voorkomen we niet alleen dat het de verkeerde kant op gaat, maar zorgen we ervoor dat het goed gaat? Juist bij innovaties is dit een belangrijke opgave.  

    Daarop reflecteren is ethiek. En dan wel op een manier die gekoppeld is aan de praktijk, daar waar de moraal leeft en tot uiting komt.

    Moreel zijn is moeilijk 

    De reflectie op ethiek komt niet alleen tot leven in de publicatie Tijd voor Bedrijfsethiek, maar juist ook tijdens het congres. Wim Dubbink, hoogleraar bij Tilburg University, doet een oproep tot een realistisch perspectief op moraal. “Ieder mens wil gezien worden als moreel wezen. Men rechtvaardigt zichzelf altijd. Tegelijkertijd is het ook heel moeilijk om moreel te zijn.” Dat komt door tegenstrijdigheden en confrontaties. Een strategie kan zijn om de moraal te verabsoluteren, dat wil zeggen: je spreekt als het ware één heilige plicht af. In het bedrijfsleven kennen we die plicht als winst maken. In de zorg is dat het oplossen van het fysieke of mentale probleem of ongemak. Maar daarmee vaag je het morele gesprek weg. Is er niet een andere plicht voor het bedrijfsleven behalve winst maken? En inmiddels is er geen kapitalistischere sector dan de zorg, maar het gesprek over geld blijft uit. “Kortom, de morele waarde is niet absoluut en moet altijd in de context geplaatst worden Geen enkel moreel principe geldt altijd en overal. Net als in het leven gaat het altijd om afwegingen. Niets is absoluut te stellen.” 


    Waardenconflicten in de financiële sector 

    Ondernemer en onderzoeker Bjorn Kijl vertelt over de rol van waardenconflicten in de financiële sector en ethiek bij hypotheekadvies. ‘We kennen allemaal de hypotheekcrisis van 2008. Er werd veelvuldig gehandeld in rommelhypotheken, met misplaatste financiële prikkels en ethische misstappen.’ Hij presenteert zijn onderzoeksresultaten over de ethische herijking van de financiële sector. Over oprechtheid versus onpartijdigheid, over profileringsdrangeffect en over prestatievergoedingen.    


    Kapitalistisch geweld 

    Tijdens zijn lezing gaf Pancras Pouw aan hoe moeilijk mkb-bedrijven het hebben in het kapitalistische geweld van het grootbedrijf. Dat terwijl zeker de kleinere bedrijven juist een verbinding met buurten en regio’s hebben en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat hij het publiek meegaf: kijk uit met moraliteit zoals dat gecodeerd is voor grotere bedrijven, bijvoorbeeld in termen van SDG-doelstellingen, en let ook op de menselijke maat bij het kleinbedrijf. 

    “Wat zich aandient is de absolute noodzaak tot een moeilijk gesprek tussen mensen die het niet met elkaar eens zijn.”

    Gabriel van den Brink hoogleraar wijsbegeerte aan de VU
    Pleidooi voor beschaving 

    Gabriel van den Brink, hoogleraar wijsbegeerte aan de VU, sluit het plenaire gedeelte af met een bevlogen pleidooi voor beschaving. “Ik pleit voor beschaving, een beschaving waar macht, mark en moraal samen gaan. Want álles heeft uiteindelijk te maken van moraal.” Volgens Van den Brink kunnen die wel samen, maar in het kapitalisme wordt dat lastig. Een markt waarin de geldende moraal is dat de klant koning is, is niets nieuws, maar de kapitalistische markt heeft ervoor gezorgd dat de macht overschaduwd wordt en dat werkt misschien wel hufterigheid in de hand. Terwijl het in het individuele leven geen probleem is: je kunt gewoon veel geld verdienen en toch de moreel hoog houden. 

    Moralisme is tegenwoordig alom tegenwoordig, je komt erin om. De vraag is waarom er sprake lijkt te zijn van meer hufterigheid? Komt het doordat er echt meer hufterigheid is? Of zijn onze normen opgeschoven? “Er is een evident verschil tussen nu en 20 jaar geleden. We lopen tegen de grenzen aan van het kapitalisme. Van het doorklimmen, koste wat kost. Daar geloven we niet meer in. Een beetje bedrijf moet tegenwoordig antwoord hebben op de uitdagingen van deze tijd.”  

    Daarom is het tíjd voor bedrijfsethiek, want bedrijven zullen koers moeten bepalen. Niet alleen door kritiek die van buitenaf komt, maar juist door de kritiek van binnenuit. “Bedrijven zien zich geconfronteerd met dilemma’s. Een dilemma is het een resultaat van een gesprek dat niet gevoerd is. Waarom is dat zo belangrijk? Omdat het in het echte leven nooit gaat over één waarde die absoluut is. Niet in onszelf, niet in de groep. Daarom is het altijd een afweging om balans te voor de dingen die belangrijk zijn. Daar moet je het over hebben en zéker als je daar anders instaat. Dan wordt het gesprek van levensbelang. Wat zich aandient is de absolute noodzaak tot een moeilijk gesprek tussen mensen die het niet met elkaar eens zijn. Hoe zetten we dat om in de praktijk?”