Menu
    English

    Student voice

    In het experiment Student Voice kregen studenten de lead om Hogeschool Rotterdam inclusiever te maken. Docenten van verschillende instituten werkten hierin samen. Zij vroegen de studenten om een interventie te ontwikkelen voor hun docenten of andere stakeholders, waarmee zij een aspect van het onderwijs of leeromgeving op Hogeschool Rotterdam inclusiever zouden maken. Dit vanuit de basisgedachte dat de student de best aangewezen persoon is om te vertellen wat er momenteel nog niet goed gaat en wat er beter kan. De ervaringen van de studenten stonden dus centraal.

    Het experiment bleek een groot succes! Lees hier de quotes van deelnemende studenten. Het experiment was vormgegeven als een keuzevak, waarbij studenten studiepunten konden behalen. Alleen hoofdlijnen voor de invulling van de bijeenkomsten stonden vast. Docenten kozen in het begin heel bewust voor een open houding en participatieve werkvormen, waardoor studenten steeds meer vertrouwen kregen om zelf aan te geven wat ze nodig hadden.

    Na twee jaar experimenteren maakten de docenten en studenten hun opbrengsten zichtbaar in deze visual. Daarna is het keuzevak opgenomen in het reguliere portfolio van Hogeschool Rotterdam, met jaarlijks een Nederlandstalige en Engelstalige editie. Ook hebben na dit experiment steeds meer andere experimenten ook studenten betrokken, waardoor de stem van de student steeds meer ruimte krijgt bij het inclusiever maken van de leeromgeving.

    Tips & tools

    Om de stem van de student beter door te laten klinken in jouw onderwijs

    Blijf je ervan bewust dat leren kwetsbaar maakt en dat we elke keer weer opnieuw in ons onderwijs aan studenten vragen om zichzelf te laten zien. Als je als docent ook aan zelfonthulling doet (dat wil zeggen dat je iets van jezelf laat zien wat je misschien spannend of eng vindt), dan bouw je aan een gelijkwaardige relatie. Wij deden dat bijvoorbeeld door mee te doen aan de startoefening van de eerste bijeenkomst. Dat voelde kwetsbaar, want we lieten ons vooral zien als mens (voorbij onze rol) in relatie tot een thema (in- een uitsluiting, sociale onrechtvaardigheid), wat ongemak oproept. Zo'n begin doet direct wat met de samenwerkingsrelatie; je begint te schuiven met bestaande verhoudingen.

    Laat de studenten bepalen wat belangrijk is. In ons geval ging het over inclusief onderwijs, dus wij zijn gestart met de ‘opdracht inclusieve school’. We lieten de deelnemers een plattegrond van hun ideale inclusieve school tekenen als voorbereiding op een bijeenkomst. In de bijeenkomst vertelden deelnemers in groepjes hierover aan elkaar en bepaalden samen welke thema's voor inclusiviteit belangrijk zijn.

     

    Vraag hoe studenten een bijeenkomst ervaren hebben. Wij hebben een vragenlijst gemaakt om te meten in hoeverre wij de Student Voice in een bijeenkomst naar voren lieten komen. We vroegen de deelnemers om deze lijst na elke bijeenkomst in te vullen. Belangrijk is om, als je dit doet, de volgende bijeenkomst ook te laten weten wat de belangrijkste resultaten waren en wat je daarmee wel of niet doet. Zorg zo voor transparantie en voorkom schijnparticipatie; als een student zichzelf uit en deze krijgt hier vervolgens geen reactie op , kan dit het participatieproces beschadigen.

     

    Maak gebruik van creatieve werkvormen waardoor je elkaar en jezelf op een andere manier kan leren kennen en studenten een gevoel van empowerment kunnen ervaren. Wij hebben ‘het saboteurspel’ gedaan, waarin deelnemers en trainers samen op zoek gingen naar allerlei saboterende gedachten die je kan hebben als je interventie uit wilt gaan voeren. Hierdoor konden we met humor naar onze eigen (destructieve) strategieën kijken en de mindset van studenten en docenten kritisch tegen het licht houden. Inmiddels zijn er ook andere versies van dit spel ontwikkeld, deze staan ook in het linkje naar de opdracht.

     

    Durf ruimte vrij te maken voor (inbreng van) de ander! Dat klinkt makkelijk, maar de praktijk is vaak complexer. Iets met onbewuste automatische processen, maar ook kennis en enthousiasme bij de docent kunnen een valkuil zijn. Wij hebben op verschillende momenten in het begeleidingstraject peers (medestudenten die niet deelnamen aan het keuzevak, maar wel betrokken waren bij het vraagstuk) gevraagd om met de studenten mee te denken over de interventies. Dus niet werken vanuit de complementaire student-docent rol, maar ruimte vrijmaken voor (nieuwe) betekenisvolle interacties, waardoor aanmoedigende boodschappen kunnen doorklinken en gevoelens van competentie, autonomie en verbondenheid worden versterkt. Als docent is het soms lastig om ruimte te bieden aan de ander. Maar echt, als je andere studenten er bewust bij betrekt, wordt dit een stuk makkelijker!

    Contactpersonen: Marjolijn Schouten en Suzanne Fagel