De expertsiekring Werk maken van OnderwijsPedagogiek (WOP)' richt zich op de 'bedoeling' van ons onderwijzend handelen en wil docenten denkgereedschap aanreiken om die bedoeling vanuit verschillende perspectieven te doordenken. Het denkgereedschap dat de pedagogiek aanreikt komt vaak in de vorm van vragen waarin het belang van onze studenten op een kritische manier aan de orde wordt gesteld.
De volgende drie vragen zijn voor onze expertsiekring leidend:
(1) Welke belangen spelen er in deze onderwijspraktijk voor onze studenten?, (2) Hoe wegen we als team deze belangen aan de hand van richtinggevende onderwijspedagogische idealen?, en (3) Welk handelen is passend in deze praktijk in het licht van de pedagogische idealen die we als team voorstaan?
Het is aan docenten en docententeams om zich tot deze vragen te verhouden, onder andere vanuit eigen praktijkervaringen, kennis van de eigen onderwijscontext en opvattingen van opleidingsteams over wat ze de moeite van het onderwijzen waard vinden. De expertisekring schrijft niet voor, maar doet middels een rijkdom aan pedagogische hanrekingingen, inzichten en werkwijzen een beroep op het oordelend vermogen van docenten. Naar onze overtuiging doordenken docenten hun handelen altijd vanuit de vraag, 'Wat is voor deze studenten, met deze dromen, in deze context het meest in hun belang en waarom?'
Uitvoeringsprincipes (werktitel)
van expertisekring OnderwijspedagogiekDe pedagogische opdracht gaat over vraag hoe docenten, studenten kunnen
inleiden in ‘de wereld’ van het beroep en het beroepenveld, ondersteunen om zich in die wereld thuis te voelen, en aanmoedigen om zelf iemand te zijn in die wereld. Het gaat om het vinden van balans tussen inhoudelijke bevlogenheid, het koesteren van docent-student relatie, en het geven van vrijheid aan studenten om zelf op verkenning uit te gaan.
Onderwijzen is bescheiden werk. Docenten voeren hun pedagogische opdracht zo goed mogelijk uit. Voor het slagen van onderwijs zijn wij echter volledig afhankelijk van de inbreng van de student. Deze werkt op basis van wat wij aandragen en doen, altijd mee aan diens eigen toerusting en zelfvorming. Vorming vatten we op als het betrokken zijn op de (beroeps)wereld, met een zekere afstand, om de zaken op waarde te kunnen schatten.
Hbo-docenten zijn pedagogische professionals. Zij kunnen pedagogische vragen stellen over hun onderwijspraktijk en zoeken gezamenlijk naar (voorlopige) antwoorden. Deze vragen hebben betrekking op (1) de belangen van onze studenten in een bepaalde onderwijssituatie, (2) hoe we als team deze belangen wegen in het licht van geëxpliciteerde en gedragen pedagogische idealen, en (3), en welk handelen het beste past bij de idealen die we voor staan.
De hogeschool is niet de klusjesman van de samenleving en hoeft ook niet naar de pijpen van de student te dansen. De hogeschool heeft een eigen opdracht. Zij staat voor en geeft invulling aan de pedagogische uitgangspunten vrijheid, gelijkheid en vorming. Deze uitgangspunten dragen ertoe bij dat studenten zicht krijgen op hun eigen toekomst, waardering opbrengen voor de ander en kritisch denkend in de wereld staan.