Suzanne Fagel is hoofddocent Inclusiviteit en Student Voice bij het Instituut voor Lerarenopleidingen (IvL). Daar is zij docent Pedagogiek & Didactiek, geeft zij les in de IvL-minor Lesgeven in de grote stad en houdt zij zich bezig met docentprofessionalisering op de gebieden Pedagogiek, Inclusiviteit en Didactiek van hoge verwachtingen.
Suzanne is daarnaast mede-oprichter (met o.a. Ank Jansen en Marjolijn Schouten) van de keuzemodule Student Voice, die momenteel in de minorruimte van IvL wordt aangeboden. In die minor ontwikkelen studenten zelf een interventie om een aspect van hun eigen onderwijs op Hogeschool Rotterdam Inclusiever te maken.
Learning community
Suzanne ontwikkelt voor het lectoraat Diversiteit en Inclusiviteit samen met Marjolijn Schouten een nieuwe Learning Community Diversiteit en Inclusie voor Hogeschool Rotterdam. Doel van deze community is het creëren van een vrije (tussen)ruimte waar studenten, docenten, onderwijsadviseurs en andere HR-medewerkers elkaar kunnen ontmoeten, kennis en ervaringen kunnen delen en op participatieve wijze werken aan projecten om de Hogeschool Rotterdam inclusiever te maken. Daarnaast geeft Suzanne trainingen op het gebied van diversiteit en inclusie via de HR Academie, waaronder – samen met Erfan Pourmohammedi – de leergang Meerwaarde uit Diversiteit.
Opleiding en werkervaring
Suzanne heeft Nederlandse Taal en Cultuur en Filosofie gestudeerd in Leiden en is aan de Universiteit Leiden gepromoveerd in Nederlandse taal en cultuur. Zij werkt sinds 2013 bij Hogeschool Rotterdam, eerst als docent en later hoofddocent Pedagogiek en Didactiek bij de Engelstalige opleiding International Business van de Rotterdam Business School, en sinds 2023 als hoofddocent Inclusiviteit en Student Voice bij de Lerarenopleiding (cluster Talen en cluster Mens & Maatschappij).
Promotie
Suzanne promoveerde op 27 januari 2015 aan de Universiteit Leiden met het proefschrift De stijl van gewoon proza. In haar promotieonderzoek combineerde ze twee vakgebieden die niet vaak samengaan: moderne taalkunde en moderne letterkunde. Ze analyseerde met taalkundige middelen als zinslengte, zinsvolgorde en werkwoordgebruik het taalgebruik van een aantal auteurs die ‘doodnormaal’ proza schrijven, dat wil zeggen: proza zonder bijzondere stijlfiguren, en kon met taalkundige tools laten zien hoe stijl en thematiek met elkaar samenhingen.
Portretfoto: Deniece Brouwer