Ien van der Woerdt-Eltink is na de verpleegkunde en verloskunde opleiding, sinds 1989 werkzaam geweest als verloskundige in de eerste lijn. In 2003 heeft zij de overstap gemaakt naar de 2e/3e lijns verloskundige zorg in het Universitair Medisch Centrum in Utrecht om daar als klinisch verloskundige te gaan werken.
In 2013 heeft Ien de Master Verloskunde/Evidence Based Practice aan de Universiteit van Amsterdam afgerond met de masterthesis: Severe adverse neonatal outcome after shoulder dystocia in secondary care in the Netherlands. Retrospective population based cohort study.
Vanaf 2015 is Ien werkzaam als docent bij de Masteropleiding Physician Assistant. Zij is vooral werkzaam binnen de professionele leerlijn. Hierbij zijn kwaliteitszorg, patiëntveiligheid en de kwetsbare patiënt haar aandachtsgebied. Daarnaast begeleid zij studenten bij hun wetenschappelijke ontwikkeling (opzet en uitvoering van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek) en is zij studieloopbaancoach.
Vanaf 2019 is Ien als promovenda betrokken bij het ACTion2 project, een onderzoek naar de landelijke implementatie van verbeteringen die voortkomen uit de perinatale audits. Een project van Perined, een koepelorganisatie van alle beroepsorganisaties die zich bezig houden met de geboortezorg, in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Promotieonderzoek
Als promovenda onderzoekt Ien van der Woerdt-Eltink of met behulp van de ACTion-methodiek verbeteringen kunnen worden doorgevoerd in de geboortezorg die zorgen voor betere perinatale uitkomsten: Nationwide implementation of ACTion: Audit generated changes in perinatal care using "Tailored" implementation strategies.
Veranderingen invoeren in reguliere werkprocessen blijkt moeilijk, ook als deze de zorg verbeteren. In een perinatale audit worden ongunstige uitkomsten van de geboortezorg multidisciplinair besproken en eventuele verbeterpunten geformuleerd. In Noord-Nederland is in 2013 een succesvolle methode ontwikkeld voor implementatie van deze verbeterpunten (ACTion-methodiek). De methode behelst het multidisciplinair analyseren van een casus, identificeren van verbeterpunten en mogelijke factoren die het implementatieproces kunnen beïnvloeden, kiezen van een implementatiestrategie en het opstellen van een verbeterplan, waarna evaluatie en borging van de verbetering volgt. Onderzocht wordt of deze methode in heel Nederland kan worden geïmplementeerd met als doel meer doorgevoerde verbeterpunten en betere zorguitkomsten voor de pasgeborene.