Als zestienjarig meisje fietste Netta regelmatig door de stad om twee eenzame ouderen te bezoeken. Ze kregen dankzij de komst van Netta een fijne middag. En daar draaide het om. ‘’Ik bezocht ze omdat ik het interessant vond om meer te weten te komen over hun leven. We dronken thee en we kletsen wat”, zegt Netta.
Ze vond het erg leuk om de bezoekjes af te leggen, maar een toekomst in de ouderenzorg zag ze niet zitten. ‘’Tijdens mijn opleiding Ergotherapie heb ik verschillende stages gelopen, waarvan één bij een revalidatiecentrum. Daar ging een wereld voor me open. Ik vond het werk daar erg leuk en interessant om te doen.’’ Nadat ze haar opleiding had afgerond, ging ze dan ook een jaar, op steeds tijdelijke contracten, aan de slag bij een revalidatiecentrum.
Het vak ingerold
Uiteindelijk heeft Netta haar loopbaan verder vormgegeven in de ouderenzorg. Waarom de omslag? ‘’In de jaren ’80 was er, net zoals nu, een crisis aan de gang. Er was weinig werk te vinden en tijdelijke contracten werden niet verlengd. Uiteindelijk kwam ik in een psychogeriatrische verpleeghuis terecht. Ik had verwacht dat de ouderenzorg niet voor mij was weggelegd, maar bij dit verpleeghuis voelde ik me echt thuis. Ik vind het contact met de ouderen waardevol.’’ Later is ze aan het werk gegaan bij een gecombineerd verpleeghuis met verzorgingsthuis en thuisbehandeling. Sinds 2008 heeft zij een kleine, vrijgevestigde praktijk Ergotherapie voor Ouderen in Schiedam.
Kenniscentrum Zorginnovatie: een inspirerende plek
In 1994 is Netta begonnen als docent Ergotherapie aan Hogeschool Rotterdam. Negen jaar later ging ze ook meewerken aan projecten en onderzoeken van het kenniscentrum. ‘’Na mijn masterstudie European MSc in Occupational Therapy heb ik gesolliciteerd als onderzoeker bij kenniskring Transities in Zorg, één van de voorlopers van Kenniscentrum Zorginnovatie. De samenwerking met lectoren sprak me erg aan. En mijn verwachting klopte. Ik word steeds door mijn collega’s aan het denken gezet. Het kenniscentrum is echt een inspirerende plek om te werken.’’
De volgende stap voor Netta was een promotietraject. Het onderzoek is gestart in 2010. Ze richt zich op de aansluiting van drie programma’s voor thuiswonende ouderen (met dementie) en hun mantelzorgers op hun behoeften en persoonlijke situatie. ‘’Vanuit het kenniscentrum waren we al betrokken bij de programma’s Ergotherapie aan huis, Plezierige activiteitenmethode en Bewegen met dementie. Bij mij en lector Jacomine de Lange speelde toen de vraag op voor wie welk programma het beste kan aansluiten. Of moet je juist alle drie de programma’s voor de cliënten aanbieden? Om de vraag te beantwoorden heb ik cliënt-paren, die één van de programma’s volgden, en de behandelaren geïnterviewd. Deze interviewstudie is nu bijna afgerond’’, aldus Netta.
Onderzoeksresultaten doorvertalen naar het onderwijs
Diverse studenten zijn door Netta aangetrokken om mee te helpen aan kleine projecten rondom haar promotietraject. ‘’Ik moet toegeven dat ik zelf de interviews onder de cliënt-paren en de behandelaren heb afgenomen. Toch vind ik het belangrijk dat studenten ook leren hoe zij in de toekomst interviews kunnen afnemen. Daarom heb ik ze laten oefenen met vragenlijsten. Zo leren zij hun onderzoeksvaardigheden te verbeteren”.
Haar promotieonderzoek verwerkt ze ook in het onderwijs. Netta: ”Kennis over ouderen, zorg en in het bijzonder dementie en mantelzorg die vanuit het kenniscentrum is ontwikkeld, is deels opgenomen in het curriculum van de opleiding Ergotherapie. Tweedejaarsstudenten volgen één kwartaal de module ‘Ouderen’. In dat kwartaal kan ik mijn opgedane kennis direct aan de studenten door vertalen. Verder geef ik enkele hoorcolleges aan eerstejaarsstudenten over ouderen en over dementie. Daarnaast begeleid ik groepen studenten die betrokken zijn bij ouderenprojecten. Ook bij deze studenten vertel ik meer over mijn onderzoek’’.
Netta probeert ze zoveel mogelijk de projecten van haar zorginnovatie-collega’s op de voet te volgen. ‘’Ik heb vooral veel interesse in onderzoeken naar ouderen. Het sluit immers aan bij mijn promotietraject. Jacomine de Lange en Hanny Groenewoud hebben bijvoorbeeld een onderzoek over sociale inclusie van mensen met dementie en mantelzorgers ingediend. Ik ben erg benieuwd naar de vervolgstappen. Ook heb ik interesse in projecten op het gebied van wijkzorg. De casemanager is de regisseur en hij/zij schat in wat mantelzorgers nodig hebben om met een bepaalde situatie om te gaan. De uitkomsten van dat onderzoek kunnen wellicht ook bruikbaar zijn voor mijn project’’, aldus Netta.
Meer weten over het promotietraject van Netta? Klik hier voor meer informatie.