De Nederlandse creatieve mbo-opleidingen moeten nog meer focussen op kwaliteit en tegelijkertijd de verbinding met het werkveld nog nadrukkelijker zoeken. Dat kan bijvoorbeeld door het opzetten en deelnemen aan field labs waarin mbo'ers samenwerken met hbo'ers en met bedrijven en instellingen. Verder blijken mbo-opleidingen te worstelen met het vinden van een juiste balans tussen de mate van specialisatie versus de roep om meer generieke competenties. Dat zijn enkele conclusies en aanbevelingen van Kenniscentrum Creating 010.
Samenwerking in field labs
De onderzoekers van Creating 010, Liane van der Linden, Isabella Voskuyl en Paul Rutten, baseren hun conclusies op een kwalitatief onderzoek naar het onderwijs en het werkveld van de opleidingen Mediavormgeving, DTP, Mode/Maatkleding en Artiest, en op interviews met stakeholders binnen de creatieve industrie.
De afgelopen jaren is de praktijk voor creatieve mbo'ers complexer geworden en verliezen de meer praktisch georiënteerde mbo'ers steeds vaker de aansluiting met zowel de meer conceptuele hbo'ers als met de voor hen relevante arbeidsmarkt. Regionale samenwerking in consortia van middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het werkveld kunnen voor dit probleem een oplossing bieden. De voorbije jaren laten vooral een groei zien in het aanbod van creatieve mbo-opleidingen, terwijl de focus eerder meer op kwaliteit lag, zoals nog steeds door het werkveld wordt gevraagd.
Doorstroom en uitstroom
Behalve op het eigen veldonderzoek baseren de auteurs zich op eerder onderzoek van het Maastrichtse ROA, dat onderzoek deed naar de arbeidsmarktpositie van mbo-afgestudeerden, eveneens in opdracht van de CMMBO.
Afgestudeerden van creatieve mbo-opleidingen kiezen tien procent meer dan gemiddeld voor een vervolgopleiding, onder meer in het hbo. Daarbij is de bachelor Vormgeving veruit favoriet.
De afgestudeerde creatieve mbo'ers die de arbeidsmarkt opgaan, vinden minder vaak een baan dan gemiddeld geldt voor afgestudeerde mbo'ers. Wanneer ze werk vinden, is dat relatief vaak onder het niveau van hun opleiding. Onder meer ICT-opleidingen, die ook in het onderzoek zijn meegenomen, vormen hierop een uitzondering.
In 2016 studeerden bijna 60 duizend studenten aan een van de Nederlandse creatieve mbo-opleidingen. In het studiejaar 2015-2016 studeerden ruim 12 duizend studenten af op mbo-niveau 4 en bijna 1,5 duizend op niveau 2 en 3 aan een van deze mbo-opleidingen.