Menu
    English

    Eindrapport Onbenut talent

    Voor vluchtelingen is het hebben van waardevol werk essentieel om hun leven in Nederland weer op te bouwen. Toch blijkt dat slechts 25% van de vluchtelingen na vijf jaar een baan heeft in Europese landen. Bovendien hebben ze vaak tijdelijke contracten, werken ze in lage beroepssectoren en hebben ze een baan die niet aansluit bij hun opleiding en werkervaring uit het land van herkomst. Diana van Dijk, onderzoeker bij Kenniscentrum Talentontwikkeling, deed onderzoek. De centrale vraag hierbij was: ‘Hoe kunnen mogelijkheden voor vluchtelingen om waardevol werk te vinden vergroot worden?’. Half september verscheen het eindrapport.

    Voor dit kwalitatieve onderzoek werden 41 mensen geïnterviewd in twee deelstudies. In deelstudie 1 zijn oud-vluchtelingen, dat wil zeggen mensen die langer dan 10 jaar in Nederland zijn, ondervraagd. Met hen is teruggekeken naar wat hun het meest geholpen heeft in de integratie in de arbeidsmarkt en om hun loopbaan vorm te geven. In de tweede deelstudie zaten vluchtelingen die minder dan vijf jaar geleden naar Nederland kwamen en deelnamen aan een leerwerktraject bij de Rotterdam Academy (RAc), de Associate Degree-opleider van Hogeschool Rotterdam. Diana werd ondersteund door masterstudent Pedagogiek Melissa Kotiso (Hogeschool Rotterdam) en Janna ten Have, student Ontwikkelingsstudies (Radboud Universiteit). Ook werden enkele interviews afgenomen door studenten Social Work. Diana: “Wat mij het meeste heeft geraakt, is om te zien hoe zwaar mensen het hebben gehad en hoe moeilijk het ze wordt gemaakt. Soms moesten mensen 6 tot 8 jaar wachten op een verblijfsvergunning, wat natuurlijk veel onzekerheid en stress met zich meebrengt. En in die tussentijd kunnen ze formeel niet werken of studeren.”

    "Vluchtelingen hebben vaak te maken met beperkte mogelijkheden om werk of studie te kiezen dat echt bij hun talenten en aspiraties past."

    Diana van Dijk

    Aspiraties

    Diana vat een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek samen: “De rode draad in de twee deelstudies is dat vluchtelingen vaak te maken hebben met beperkte mogelijkheden om werk of studie te kiezen dat echt bij hun talenten en aspiraties past.” In een AZC volgen vluchtelingen een taalcursus, terwijl ze wachten op een formele status. Daarna verhuizen ze naar een andere gemeente, waar ze een bepaald traject moeten volgen. Dat sluit niet altijd aan bij hun behoeften of kennis en vaardigheden. Diana: “Een diploma uit het buitenland wordt hier vaak minder gewaardeerd en als je een taalachterstand hebt, dan word je niet als gelijke gezien. Die twee factoren bemoeilijken het om werk te vinden op je eigen niveau.” Vooral in sectoren waar er tekorten zijn, zie je werkgevers die openstaan voor het aannemen van mensen die de taal niet perfect spreken of dingen moeten leren. Maar het blijkt dat werkgevers niet altijd toegerust zijn op het ontvangen van nieuwkomers. “In sommige gevallen is er sprake van discriminatie”, vertelt Diana. “Als je al meteen vooroordelen voelt van je collega’s en je je niet geaccepteerd voelt, dan durf je je aspiraties niet hoog in te zetten.” De huidige plannen van het kabinet om een asielcrisis uit te roepen, versterken een klimaat van onzekerheid en negatieve sentimenten rondom vluchtelingen. Dit beïnvloedt direct hoe welkom zij zich voelen en of ze de moed hebben om hun aspiraties na te streven. Deze ervaringen hebben ook gevolgen voor de mentale gezondheid: Diana spreekt mensen met gezondheidsklachten en burn-out-verschijnselen. “Het is ongelofelijk hoeveel doorzettingsvermogen deze mensen hebben. Natuurlijk kun je dat zien als kracht, maar het laat ook zien dat de ondersteuning die wij bieden, onvoldoende is. En hoe weinig welkom deze mensen zich voelen in onze samenleving.”

    Succesfactoren

    Er worden ook succesfactoren gesignaleerd, zowel in de groep die hier langer is als van deelnemers uit het leerwerktraject van de RAc. Diana: “Je ziet dat aspiraties van mensen groeien zodra ze een eerlijke kans krijgen bij een werkgever of in hun opleiding. Als ze bijvoorbeeld positieve feedback en complimenten krijgen of hoge cijfers halen in hun studie. Mensen die er mogen zijn durven hun doelen hoger te stellen en te dromen van meer mogelijkheden.” Een van de aanbevelingen die Diana doet in het rapport, is dan ook dat werkgevers zich meer bewust moeten zijn van hoe ze nieuwkomers welkom kunnen laten voelen in hun bedrijf. Diana hoopt daarnaast dat dit rapport gelezen wordt door werkgevers, inburgeringsconsulenten, docenten en (toekomstig) sociaal werkers, zodat ze zich kunnen inleven in de perspectieven van vluchtelingen. “De ondersteuning van het informele netwerk blijkt veel belangrijker dan van bijvoorbeeld de gemeente. Sociaal werkers zouden een brugfunctie kunnen vervullen naar het sociale en contextuele netwerk.”