Voogt is al vanaf zijn opleiding Fysiotherapie bekend met pijn. “Het fenomeen pijn komt overal in de gezondheidszorg voor”. Dat fascineerde mij enorm. Het raakt de waardevolste zaken van je leven: je gezin, je werk, je studie. Het leidt ertoe dat je niet meer het leven kunt leven dat je zou willen leven.” Pijn blijkt een merkwaardig issue en is vaak onverklaarbaar. “Meer dan twee miljoen mensen klagen dagelijks over pijn. Dat is een groot maatschappelijk probleem. Ik probeer al lang bij te dragen aan verbeteringen in de zorg voor mensen met pijn. Met dit lectoraat kan ik dit voortzetten.”
Langs drie lijnen wil Voogt de zorg voor deze doelgroep verbeteren. “We moeten de zichtbaarheid van het probleem vergroten. Bijvoorbeeld via patiëntenverhalen. Daarnaast moeten we pijn beter begrijpen en onze kennis vergroten. Ten derde wil ik werken aan concrete knelpunten in de zorg zoals betere organisatie en interventies. Dit alles kun je niet alleen doen, daarom zoek ik samenwerkingsverbanden tussen onderwijs, werkveld en onderzoekers.”
Langdurige zoektocht
In een gesprek met experts uit het veld van de pijnrevalidatie Albère Köke (Hogeschool Zuyd, Adelante Zorggroep en Universiteit Maastricht) en Paul van Wilgen (Transcare en Vrije Universiteit Brussel)) zoomt Voogt in op de alledaagse zorgpraktijk. Köke geeft aan dat veel mensen een langdurige zoektocht naar de oplossing van pijn ervaren. Soms zijn er wel 25 zorgverleners in een traject. Van Wilgen benoemt de eenzijdigheid van de aanpak. “Men zoekt eerst naar een lichamelijke verklaring, omdat dat erkend en aanvaardbaar is. Pas later, na een complete zorgmolen, komt de vraag of het wellicht iets psychisch is. “Eigenlijk moet je al vroegtijdig een beeld hebben van wat pijn wel en niet is. Dan kun je de juiste zorg op het juiste moment aanbieden. Mensen worden door de gezondheidszorg vaak op het verkeerde been gezet.”
Proces van verandering
Dat betekent een uitdaging voor het onderwijs. Hoe ga je complexe pijn al vroeg in de opleidingen een plaats geven? Veranderde interesses van zowel docenten als studenten helpen hierbij. Er moet daarnaast een proces van verandering in de attitude van huidige zorgverleners en docenten plaatsvinden. De jongere generatie moet zich volgens Köke richten op “communicatieve vaardigheden, breder kijken dan de stoornis en zorgen dat je coach van de patiënt wordt”. Van Wilgen: “Als fysiotherapeut is vooral het contact belangrijk, maar je zou ook de leefstijl van iemand in de behandeling kunnen integreren.”
Invloedrijke factoren
Student Krijn Polder laat zien dat sociaal-culturele factoren ook een belangrijke rol spelen bij de behandeling van complexe pijn. “In de interactie tussen patiënt en fysiotherapeut schuurt het, wat leidt tot handelingsverlegenheid. Patiënten hebben vaak andere verwachtingen. Het lichaam staat centraal en moet dus behandeld worden. Naar het psychische aspect kijkt men nauwelijks.” Collega’s van de Vrije Universiteit Brussel én onderzoeksgroep Pain in Motion, Kelly Ickmans en Jo Nijs, bespreken actuele wetenschappelijke ontwikkelingen. Ickmans benoemt een pijneducatieprogramma voor kinderen waarbij men een robot inzet. De rol van en impact op ouders in de pijnbestrijding bij een kind wordt ook steeds relevanter. Voogt geeft hierna het woord aan Renske Annevelink. Zij brengt CuPiD (Cultural Pain Diversity) onder de aandacht dat onderzoek doet naar aspecifieke musculoskeletale pijn en de rol van sociaal-culturele factoren.
Dubbel feest
Zakia Guernina richt zich namens het College van Bestuur tot de lector. “Jouw onderzoeksvoorstel sluit naadloos aan op de visie van Hogeschool Rotterdam. Wij hebben dan ook het volste vertrouwen in jouw onderzoek en kijken uit naar het resultaat.” Het blijkt vandaag dubbel feest voor ‘de best gekapte lector van Nederland’. Naast zijn installatie als lector aan de hogeschool is hij benoemd tot gastprofessor aan de Vrije Universiteit Brussel. Jo Nijs spreekt Voogt vanuit Brussel met lovende woorden toe waarbij kwalificaties als ‘integer’, ‘bruggenbouwer’ en ‘een brede blik’ worden genoemd. Paul van Wilgen vindt Voogt vooral “de ideale persoon om samenwerkingen op de zetten en daardoor het veld van de pijnrevalidatie verder te ontwikkelen”.