Studenten zijn onder andere afkomstig van de opleidingen Fysiotherapie, HBO-V en Social Work. In opdracht van het werkteam Gezond-sociaal van de Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid zijn dertien studenten aan de slag gegaan met vier verschillende vraagstukken die spelen in de regio. De vraagstukken gaan over de rol van de scootmobiel als Wmo-voorziening, de rol van sleutelpersonen en beweegaanbod en de kansen van Positieve gezondheid in beleid en praktijk.
Social Work-studente Zoë Jansen is één van de minorstudenten die momenteel onderzoek doet naar de wijze waarop zorg- en welzijnsorganisaties positieve gezondheid kunnen inzetten. “Ik heb voor deze minor gekozen omdat ik meer wilde leren over het onderwerp 'bewegen'. Wat is nou precies 'gezond' bewegen en hoe kan ik dit toepassen in de praktijk?”
Zoë doet zelf aan sport en geeft softbalsportlessen aan jongeren. Hiernaast heeft zij vanuit de opleiding Social work gewerkt met ouderen. “Binnen mijn opleiding als sociaal werker zou ik sport graag als middel willen inzetten om sociale cohesie te versterken en om sociaal isolement tegen te gaan. Dit geldt in principe voor alle leeftijden, maar ik ben zelf de laatste anderhalf jaar voornamelijk met ouderen bezig geweest. Zoals het doen van kleine bewegingsoefeningen en het werken aan sociale cohesie.”
Ze verwacht dat ze in deze minor leert wat gezond bewegen precies inhoudt en hoe je bewegen en sport voor verschillende doelgroepen het beste kunt inzetten en aanleren. Gezondheid ziet Zoë in dit perspectief als “bewegen, erbij horen en sociale contacten maken en onderhouden”.
Met dank aan de werkteamleden zijn maar liefst negen verschillende beleid- en praktijkorganisaties betrokken bij de minorvraagstukken: de BAR-organisatie, gemeenten Rotterdam en Vlaardingen en praktijkorganisaties Onderwijs&Cultuur, ROGplus, SPC Rijnmond, SOL Netwerk, Sportief Capelle en WelzijnCapelle.