Implementatie van innovaties in de zorg is in de praktijk lastig vanwege de complexiteit van interne en externe factoren. Het lukt zelden om op tijd en binnen budget de implementatie te realiseren. Zorg- en welzijnsorganisaties hebben behoefte aan richtlijnen en praktische handvatten om een implementatie structureel, duurzaam en doelmatig in te zetten. Daarom is er een nieuw onderzoeksproject gestart.
Om regionale zorg- en welzijnsorganisaties hierbij te ondersteunen ontwikkelt Kenniscentrum Business Innovation een generiek model voor de structurele en duurzame implementatie van zorgtechnologie. Dat noemen we een implementatiecanvas.
Jan Pons, senior onderzoeker met een ruime ervaring met de implementatie en opschaling van e-health oplossingen gaat samen met docenten, onderzoekers én studenten aan de slag.
’Tot wel 70% van de implementaties van zorgtechnologie mislukken. De belangrijkste reden lijkt te zijn dat in het gehele proces niet alle belanghebbenden voldoende gehoord zijn over de waarden die zij toekennen aan een vernieuwing. Het implementatiecanvas moet helpen om dat te voorkomen.'
onderzoeker Digital Business bij Kenniscentrum Business Innovation en betrokken bij het lectoraat Digital Business.
De basis onder het onderzoek en de ontwikkeling is de Health Technology Assessment (HTA). Health Technology Assessment is een multidisciplinaire vorm van beleidsanalyse die de medische, sociale, ethische en economische implicaties bestudeert van ontwikkeling, verspreiding en gebruik van innovaties in de zorg. HTA behelst een systematische evaluatie van eigenschappen en effecten van zorginnovaties, zich richtend op zowel de directe en bedoelde als op de indirecte en onbedoelde effecten van deze innovaties, met als doel om te komen tot geïnformeerde en gedegen besluitvorming.
Naast het onderzoek worden de modellen getoetst aan praktijkcasussen. De eerste praktijkcasus is de Digitale Dagbesteding van Aafje. De praktijkcasus is gefinancierd door de gemeente Rotterdam, samen met de Lelie zorggroep, Dock en Gro-up. Aafje onderzoekt op welke manier de digitale dagbesteding bijdraagt aan een verminderde instroom naar de wmo.