‘Risicoprofilering’ is een van de eerste woorden die met nadruk worden uitgesproken door de acteurs van het Rotterdams Wijktheater dat de voorstelling ‘Verloren Onschuld’ speelt op de 11e verdieping van locatie Museumpark. De theatergroep is er op uitnodiging van het Instituut voor Sociale opleidingen en Kenniscentrum Talentontwikkeling, en de zaal zit vol studenten, docenten en professionals uit vooral het sociale domein.
Risicoprofilering is het tegenovergestelde van de ‘zeven vinkjes’; het zijn zeven kruisjes. Woon je in Rotterdam IJsselmonde? Kruisje. Niet in Nederland geboren? Kruisje. Nauwelijks opgeleid? Kruisje. En met elk kruisje werd de kans groter om als potentieel fraudeur te worden gekenmerkt.
Dat leidde uiteindelijk tot de ‘toeslagenaffaire’, of zoals de acteurs zichzelf meteen verbeteren: het toeslagenschandaal. Of beter nog: de toeslagenmisdaad? Al in 2005 werd een wet aangenomen, leggen zij het publiek uit, waarin een kleine fout kan leiden tot het terugvordering van de totale ontvangen toeslag. Soms was dat twee jaarsalarissen, en als je dan geluk had kon dat met een afbetalingsregeling. ‘Een moment van onoplettendheid kon je financiële doodvonnis betekenen.’
Huiveringwekkende reeks getuigenissen
In de voorstelling spelen de acteurs toeslagengedupeerden, die voor elk verhaal achter de microfoon aan een tafel plaatsnemen alsof ze getuigen voor een commissie. Ze vertellen de letterlijke ervaringen van de gedupeerden, die het Wijktheater heeft verzameld in Rotterdam.
Het levert een huiveringwekkende reeks getuigenissen op. Deurwaarders, spullen moeten verkopen, huizen kwijtraken, en het ergste: mensen kwijtraken. Kinderen die uit huis geplaatst worden, huwelijken die kapotgaan onder de druk. Moedeloosheid. Schaamte. Een moeder die af en toe hulp kreeg van haar familie, maar ook telkens een preek ‘want ze kon niet met geld omgaan.’ De aannames dat ze echt zelf wel wat verkeerd zouden hebben gedaan. ‘Ik begon zelf ook te denken dat ik schuldig was’. De belastingdienst die weigerde met uitleg te komen of coulant te zijn, de rechter die de belastingdienst gelijk gaf.
‘Een moment van onoplettendheid kon je financiële doodvonnis betekenen.’
Na de verhalen van de ouders vertolken de acteurs de verhalen van de kinderen van gedupeerden. Want ook zij zijn slachtoffers, het gaat om zo’n 50.000 kinderen en jongeren in totaal. ‘Ik ben tien jaar boos geweest op mijn ouders’, klinkt een van de verhalen, ‘ik dacht “wat zijn jullie voor sukkels dat jullie zo slecht met geld om kunnen gaan”. Nu begrijp ik dat het niet hun schuld was, maar de woede is in al mijn cellen gaan zitten.’
Tekst en foto: Edith van Gameren, eindredacteur Profielen