Introductie
Social return richt zich op het creëren van werk(ervarings)plaatsen voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt, door aan bedrijven bij aanbestedingen voorwaarden te stellen voor het aannemen van mensen, die zonder re-integratieondersteuning niet aan het werk kunnen komen.
De overheid beheert de maatschappelijke problemen, maar de oplossingen worden steeds meer gezocht bij de burgers en bedrijven zelf (Participatiewet en Sociaal akkoord, 2013). Hoe bedrijven en burgers daarmee omgaan is een nieuw pad dat door burgers/ professionals, bedrijven en overheid zelf zal worden aangelegd.
Relevantie
- Uit onderzoek van Ipso Facto in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken blijkt dat 'op dit moment onvoldoende zicht is op de toepassing van social return en op de resultaten ervan in termen van re-integratie.' (Ipso Facto, 2014)
- Er moet aandacht komen voor betere toepassing van social return, informatievoorziening (intern en extern) en monitoring van de resultaten.
- In de informatiemail van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2014 wordt gevraagd om meer aandacht te geven aan het realiseren van duurzaam rendement voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer.
- Uit de voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid blijkt dat het buitengewoon weerbarstig is om bewoners naar werk te begeleiden. Genoemde oorzaken zijn de complexiteit van regelgeving, cultuurverschillen tussen maatschappelijke sectoren, en de handelingsverlegenheid.
Projectbeschrijving
In het onderzoek naar social return wordt gewerkt aan een systematische kennisopbouw over social return. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Gemeente Rotterdam en het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI).
Bij Gemeente Rotterdam nemen verschillende (HBO-bachelor) studenten het beleid omtrent social return onder de loep. Onderzoeksvragen bij de Gemeente Rotterdam hebben betrekking op: kritische succes- en faalfactoren van social return, het matchen van de social return doelgroep, het monitoren van social return en het ontwikkelen van een aanvaardbare business case met social return. Hiermee willen wij meer kennis over social return verkrijgen. Met social return speelt Gemeente Rotterdam in op de maatschappelijke verantwoording van bedrijven en het aanwakkeren van het innovatievermogen van bedrijven om invulling te geven aan de creatie van de extra banen gesteld in het Sociaal Akkoord (125.000 in 2026).
Het door Hogeschool Rotterdam geïnitieerde Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie is een aan Rotterdam Zuid verbonden netwerkorganisatie die werkt aan het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen, werken, zorg en onderwijs. Rotterdam Zuid kenmerkt zich door: een laag gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen, een hoog percentage huishoudens met een uitkering, een laagopleidingsniveau en een gemiddeld lage WOZ –waarde van woningen. Dit is aanleiding geweest van het starten van een nationaal programma dat zich richt op zeven focuswijken op Rotterdam Zuid. Samen met het bedrijvennetwerk 'Ik Zit Op Zuid' (IZOZ) wordt een procesevaluatie naar social return uitgevoerd om coherentie tussen ervaringen, doelen, invulling en methodiek te kunnen vaststellen tussen de partners (o.a. bouwbedrijven, woningbouwcorporaties en re-integratiebureaus). Deze procesevaluatie moet leiden tot verbeterlessen, inzicht in effecten en werkzame elementen om social return te kunnen toepassen en uiteindelijk tot meer banen voor inwoners op Zuid.
Verbinding met het onderwijs
Het is winst als studenten tijdens hun studie in aanraking komen met maatschappelijke vraagstukken in een stad als Rotterdam. Social return biedt een instrument aan om als bedrijf/organisatie na te denken over de invulling van hun sociale participatie. Wij hopen dat onze toekomstige professionals op hun eigen werkplek een verschil kunnen maken en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen helpen naar werk of aan werk(ervaring) helpen. Een verschil maken kan zeker ook in Nederland. Daar voor hoef je niet per se naar een ver land toe te gaan.
Kennis over dit onderwerp wordt onder andere op de volgende manieren met het onderwijs gedeeld:
- gastcolleges
- afstudeeropdrachten
- minor(+) opdrachten