De creatieve industrie stond het afgelopen decennium hoog op de discussieagenda. Wanneer economische ontwikkeling en innovatie aan de orde zijn wordt de creatieve sector vaak in het vertoog betrokken. Als sterke punten van deze relatief nieuwe sector gelden de bovengemiddelde banengroei, het mogelijke hefboomeffect als het gaat om het vergroten van de concurrentiekracht van andere sectoren en zijn mogelijke bijdrage aan stedelijke economische dynamiek. Anderzijds is er veel discussie over de definitie van creatieve industrie en de afbakening ten opzichte van andere sectoren: wat valt er nu wel en wat niet onder?
Deze bijdrage traceert de oorsprong van de brede aandacht voor de creatieve industrie en de argumenten waarop die is gestoeld, staat stil bij de definitie en afbakening van de sector, laat zien wat haar directe belang is voor de Nederlandse economie en geeft aan op welke wijze het debat over het brede maatschappelijke en economische belang van de creatieve industrie in de recente jaren is verbreed. Het gaat niet louter meer om het directe economische belang van de sector, maar steeds vaker om de rol van de creatieve industrie en creativiteit in de gehele samenleving.