De potentie van maakplaatsen als een laagdrempelige publieke plek, ingebed in de lokale gemeenschap, is enorm. Niettemin blijken veel maakplaatsen na een enthousiaste start te stuiten op een gebrek aan personeel en expertise. Ook blijft het aanbod vaak beperkt tot educatieve activiteiten voor de jeugd, in aanvulling op het digitale curriculum dat kinderen op school veelal ontberen.
In 2018 deden de TU Delft, de Hogeschool Rotterdam en de KB voor het eerst samen landelijk onderzoek naar de trend van maakplaatsen in openbare bibliotheken. Daarin werd onder meer de spreiding van maakplaatsen in Nederland in kaart gebracht, een overzicht gemaakt van een selectie van typische maakplaatsen en een roadmap ontwikkeld voor programmering van maakplaatsen als aanjagers van 21e eeuwse vaardigheden.
Vanuit de overtuiging dat er meer mogelijk is en dat maakplaatsen in de kern de perfecte match vormen met de bibliotheek, is met project MAKERLAB (2021-2022) het concept van de maakplaats een slag verder gebracht. Dat daarvoor expertise van buitenaf nodig is, stond sinds het begin van dit proces vast. Maakplaatsen vormen zowel een uitdaging voor de inrichting van de fysieke ruimte als een opgave voor medewerkers van de bibliotheek. Het publiek is grotendeels nog onbekend met het concept, dus ook qua bereik en impact zijn er uitdagingen. Met een interdisciplinaire aanpak is de maakplaats als te onderzoeken concept concreet gemaakt vanuit drie invalshoeken: het ruimtelijk ontwerp, de programmering, en de inbedding en impact in de lokale omgeving. Uit het bibliotheeknetwerk zijn zowel provinciale ondersteuningsinstellingen als lokale bibliotheken geselecteerd om het onderzoek in praktijk te brengen.