Je hoeft maar een krant open te slaan en er staat wel iets over de grote opgave waar de bouw voor staat. Er moeten op korte termijn bijna een miljoen woningen bijkomen, er is een klimaatakkoord om aan te voldoen en wijk voor wijk moeten onze steden aardgasvrij worden. Deze toch al grote taken moeten bovendien met steeds minder mensen worden vervuld, waarbij zorgvuldig met de grondstoffen moet worden omgaan en dit alles moet middels betaalbare oplossingen worden gerealiseerd. Met bovenstaande opgave zou je verwachten dat de sector gebouwde omgeving drukdoende is om zich voor te bereiden op die opgave van morgen. Alleen al voor de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad gaat het om een omvang van 1.000 woningen per dag. Dat is voldoende aanleiding om als bedrijf op zoek te gaan naar nieuwe productiewijzen, andere producten of andere verdienmodellen, om continuïteit voor de toekomst vast te leggen. Maar als we kijken naar het overgrote deel van de bedrijven in de bouwsector zijn ze toch vooral bezig met de opgave van vandaag en ontbreekt de aandacht voor morgen.
We kunnen stellen dat er in de bouwsector nog steeds slechts beperkt naar voren wordt gekeken. Maar gelukkig zijn er ook plekken waar die blik wel op de toekomst gericht is, plekken waar ook onderzoek wordt gedaan. Daar wordt onder meer gekeken naar wat er nodig is om de renovatieopgave te kunnen vervullen. De hogescholen in Nederland hebben hier een belangrijk aandeel in. Niet alleen leiden ze de hbo-professionals van morgen op, maar ze doen ook in nauwe verbinding met de praktijk, onderzoek naar de (renovatie)opgave van morgen.