In de Wet maatschappelijke ondersteuning staat de eigen verantwoordelijkheid van de
burger voor zelfredzaamheid en participatie in de samenleving voorop. Maatschappelijke ondersteuning richt zich op het stimuleren en versterken van de eigen kracht van de burger en van zijn/haar informele sociale netwerk. Pas wanneer die zijn overwogen komen professionele arrangementen in beeld. In het kader van de drie decentralisaties ontstaan er in de meeste gemeenten sociale wijkteams, waarin professionals vanuit heel verschillende disciplines samenwerken. Tegelijkertijd moeten professionals ook steeds meer samenwerken met vrijwilligers, onder meer in het sociale netwerk van cliënten en burgers. Er vindt een grote omslag in het sociale domein plaats, die wel de grootste wordt genoemd sinds Thorbecke in 1848 de relaties tussen gemeenten en rijk vormgaf (RMO, 2014). De vooronderstelling erachter is, dat gemeenten betere mogelijkheden hebben om aan burgers maatwerk te bieden waarin ook de verbinding wordt gelegd met andere beleidsterreinen.