Vanaf 2008 zijn acht bekostigde masteropleidingen gestart op basis van een in 2006 opgesteld beroeps- en competentieprofiel voor de Master Leren en Innoveren. Na tien jaar doorontwikkeling van de MLI als nieuwe professionaliseringsmogelijkheid voor leraren op masterniveau, vroegen de MLI-opleidingen zich af in hoeverre er nog voldoende gezamenlijkheid bestaat in het profiel waarvoor zij samen maatschappelijk garant staan. Een dergelijk dilemma is niet uniek en geldt bijvoorbeeld ook voor masteropleidingen als Pedagogiek, Educational Needs en Begeleidingskunde.
Het diverse aanbod aan masteropleidingen vraagt om een beroepsprofiel van deze opleidingen zodat (aspirant) studenten een goede keuze kunnen maken ten dienste van hun professionalisering en werkgevers weten welke competenties masteropgeleiden meenemen.
Om tegen deze achtergrond voor de MLI te komen tot een breed gedragen profielbeschrijving in woord en beeld, kozen we voor participatief actieonderzoek (PAO) met vier ontwerponderzoekscycli. Het resultaat is een profiel dat de rol van MLI-opleidingen verheldert, en dat bijdraagt aan het civiel effect van het diploma en effectieve positionering van MLI-opgeleiden in (onderwijs)organisaties. De gehanteerde onderzoeksmethode is mogelijk inspirerend voor andere opleidingen die hun profiel willen actualiseren. Daarnaast laat dit artikel zien hoe PAO kan bijdragen aan het stapsgewijs en in co-creatie bereiken van overeenstemming tussen verschillende belanghebbenden.
Participatief actieonderzoek- effectief voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk beroepsprofiel
Publicatie van Kenniscentrum Talentontwikkeling
J.S. Rozendaal, A.S. Sandick,van, F. Jong,de | Artikel | Publicatiedatum: 15 september 2019casus: landelijke Masters Leren & Innoveren