Over het project
Projectbeschrijving
Binnen professionele masteropleidingen zijn de kwalificerende, persoonsvormende en socialiserende functie van het onderwijs nauw met elkaar verweven doordat verdieping in de vakdeskundigheid direct verbonden is aan de tradities en waarden van het vakgebied en de eigen persoonlijke-professionele vorming.
Bij de persoonsvormende functie in professionele masteropleidingen gaat het om de vraag hoe de student als denkend, voelend en handelend subject de kwalificerende en socialiserende aspecten integreert tot een eigen bijdrage aan haar professionele domein. De ‘eigen ik’ komt bij uitstek naar voren wanneer studenten in concrete beroepssituaties zich voor complexe afwegingen gesteld zien, waar niet zomaar één goede oplossing voor handen is.
Dergelijke situaties doen een beroep op de student om naar voren te stappen en een eigen inzicht en oordeel te vormen over wat in deze situatie ‘het goede’ is om te doen; ook wel praktische wijsheid genoemd. Deze praktische wijsheid betreft het vermogen om in een concrete (beroeps)situatie handelend op te treden met oog voor mogelijke strijdende belangen die in het spel zijn en (maatschappelijke) doelen waar het beroep aan wil bijdragen. Momenteel is er weinig beeld van de wijze waarop professionele masteropleidingen persoonsvorming (in termen van praktische wijsheid) opnemen in hun onderwijs.
De centrale vraag betreft hoe praktische wijsheid zich manifesteert in het ervaren, uitgevoerde en beoogde curriculum. Deze studie wil professionele masteropleidingen dienstbare inzichten bieden voor manieren waarop aandacht voor persoonsvorming congruent ingebed kan worden in het curriculum, zodanig dat het bijdraagt aan de ontwikkeling van praktische wijsheid in de uitoefening van de professie door de studenten.
(Beoogde) resultaten
Met dit onderzoek beogen we meer zicht te krijgen op de veelvormigheid van het werken aan de ontwikkeling van praktische wijsheid bij studenten in professionele masteropleidingen. We starten met (1) onderzoek naar het ervaren curriculum door studenten te vragen naar momenten en situaties tijdens de opleiding die bij hen appelleren aan praktische wijsheid. Vervolgens onderzoeken we (2) de wijze waarop in de opleidingspraktijk (het uitgevoerde curriculum) bij deze momenten en situaties wordt stilgestaan en hoe zij worden bewerkt. Daarna besteden we aandacht aan (3) het beoogd curriculum door een analyse te maken van de argumentatie waarmee het werken aan persoonsvorming wordt beschreven en verantwoord. We sluiten af met (4) een evaluatie samen met betrokkenen van waargenomen (in)congruenties tussen de drie verschijningsvormen van het curriculum. Bovenstaande leidt tot de volgende vier onderzoeksvragen:
- Welke ervaringen noemen studenten als momenten waarin geappelleerd wordt aan praktische wijsheid in hun opleiding?
- Waar en hoe worden in de praktijk van het onderwijs deze momenten bewerkt in de ervaring van studenten?
- Naar welke onderdelen van het beschreven curriculum verwijzen studenten, docenten en curriculum-commissie als explicitering en verantwoording van de wijze van werken aan persoonsvorming?
- Hoe evalueren studenten, docenten en de curriculumcommissie waargenomen (in)congruenties tussen de antwoorden op onderzoeksvragen 1, 2 en 3?
Projectfeiten
Looptijd 2022 - 2024 |
Financiering Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek |
Lectoraat Lectoraat Begeleidingskunde |
Thema Inclusie |