Ga terug naar: Hoofdstukken overzicht - Onderwerpen Hoofdstuk 1: Dementie
- Dementie is een progressieve aandoening van hersenfuncties
- Er zijn verschillende vormen van dementie: meest voorkomend zijn Alzheimer vasculaire dementie, Lewy Body dementie en fronto-temporale dementie
- Dementie heeft invloed op verschillende functiedomeinen:
- geheugen (opslaan, ophalen)
- uitvoerende functies
- visuo-spatiële functies
- taalfuncties
- persoonlijkheid en gedrag
- lichamelijke functies
Dementie is een progressieve aandoening van de hersenen die diep ingrijpt in iemands dagelijks leven en functioneren. De hersenen kunnen informatie niet goed meer verwerken. Dementie is een algemene naam voor een syndroom. Dat wil zeggen dat meerdere symptomen zich tegelijkertijd voordoen. Er bestaan verschillende vormen van dementie. De meest voorkomende vorm is de ziekte van Alzheimer. Andere veel voorkomende vormen zijn: vasculaire dementie, Lewy Body dementie en fronto-temporale dementie.
Vaak denken mensen bij dementie als eerste aan een stoornis waarbij het geheugen verloren raakt. Maar dementie is veel meer dan alleen een geheugenstoornis. Het verlies van functies kan zich ook voordoen in andere functiedomeinen. Voor de diagnose dementie moet verlies van functies in minimaal twee van de domeinen aanwezig zijn:
- Geheugen (opslaan, ophalen): herhaalde vragen, dezelfde verhalen vertellen, dingen kwijtraken, afspraken vergeten, verdwalen;
- Uitvoerende functies: overzicht, planning, complexe taken, geen inzicht in veiligheidsrisico’s, financiën niet kunnen regelen, slecht besluiten kunnen nemen;
- Visuo-spatiële functies: voorwerpen of mensen niet herkennen; niet goed hanteren van gebruiksvoorwerpen, kledingstukken niet op de juiste manier dragen;
- Taalfuncties: problemen met benoemen van voorwerpen, vinden van woorden spreekvaardigheid, lezen, schrijven, begrijpen van opdrachten;
- Persoonlijkheid en gedrag: stemmingswisselingen, agitatie, onrust, verminderde motivatie, apathie, sociaal terugtrekken, verminderde interesse in activiteiten, verlies van empathisch vermogen, dwangmatig of obsessief gedrag, moeite sociale situaties goed in te schatten, sociaal onacceptabel gedrag.
- Lichamelijke functies: op den duur komen er beperkingen zoals incontinentie, problemen met lopen, niet kunnen uiten van pijn, of honger of verzadigingsgevoel niet herkennen.
De symptomen van dementie kunnen per persoon verschillen maar leiden doorgaans tot ernstige belemmeringen in het dagelijks leven. De belemmeringen doen zich zowel voor in het uitvoeren van handelingen als in communicatie en sociale contacten. Dementie komt vooral bij oudere mensen voor (boven de 70 jaar), maar kan ook bij jongere mensen voorkomen. Vaak wordt dan gedacht aan een burn-out of een depressie, terwijl het eigenlijk dementie is.
Ga terug naar: Hoofdstukken overzicht - Onderwerpen Hoofdstuk 1: Dementie